(havo/vwo3) H3 Chili brandt paragraaf 2 deel 1

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: Blz. 42/43 paragraaf 2 H3 ontstaan van vulkanen, explosieve vulkanen + B66, B109
  • maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 2 blz. 46
  • nabespreken paragraaf 2
  • afsluiting
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • Beschrijven wat er gebeurt als de Nazcaplaat wegduikt onder de Zuid-Amerikaanse plaat
  • Wat de eigenschappen zijn van explosief vulkanisme en stratovulkanen
    1 / 21
    volgende
    Slide 1: Tekstslide
    AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

    In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

    time-iconLesduur is: 45 min

    Onderdelen in deze les

    Planning:
    • Introductie
    • Uitleg: Blz. 42/43 paragraaf 2 H3 ontstaan van vulkanen, explosieve vulkanen + B66, B109
    • maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 2 blz. 46
    • nabespreken paragraaf 2
    • afsluiting
    Aan het einde van de les kan/weet je:
    • Beschrijven wat er gebeurt als de Nazcaplaat wegduikt onder de Zuid-Amerikaanse plaat
    • Wat de eigenschappen zijn van explosief vulkanisme en stratovulkanen

      Slide 1 - Tekstslide

      Slide 2 - Link

      Slide 3 - Video

      uitleg/aantekeningen

      Slide 4 - Tekstslide

      Slide 5 - Link

      Klei
      Schalie
      Schist
      Leisteen

      Slide 6 - Tekstslide

      Soorten gesteente
      1. Stollingsgesteente: stollen van lava of magma
        (graniet en basalt)
      2. Sedimentgesteente: sedimenten in lagen op elkaar (zandsteen en kleisteen)
      3. Metamorfe gesteenten: stollings-of sedimentgesteente veranderen door hoge druk en veel tijd
        (kalksteen wordt marmer)

      Slide 7 - Tekstslide

      Ontstaan
      Sedimentgesteente:
      • Sediment wordt afgezet door de rivier
      • Sediment plakt onder druk aan elkaar
      • Druk van bovenliggende sedimentpakketen


      Slide 8 - Tekstslide

      Uiterlijke kenmerken
      Stollingsgesteente:
      • Geen gelaagdheid
      • Geen fossielen
      • Mineralen zijn zichtbaar als aparte kristallen

      Voorbeeld: 

      Slide 9 - Tekstslide

      Ontstaan
      Stollingsgesteente:
      • Magma/lava stolt 
      • Basalt buiten de vulkaan
      • Graniet binnen in de aardkorst


      Slide 10 - Tekstslide

      Ontstaan
      Metamorf gesteente:
      • Onder hoge druk en/of hoge temperatuur verandert gesteente van samenstelling


      Slide 11 - Tekstslide

      Uiterlijke kenmerken
      Metamorf gesteente:
      • Helemaal gekristalliseerd
      • Geen holtes of barsten
      • Geen fossielen

      Voorbeeld: 

      Slide 12 - Tekstslide

      Stratovulkaan
      • Ontstaat op plek met convergente plaatbeweging waar subductie is
      • uitbarstingen zijn explosief
      • vulkanische bommen
      • Lava is dik en stroperig
      • steile helling
      • kegelvormige vulkaan

      Slide 13 - Tekstslide

      pyroclastische stroom:
      ook gloedwolk genoemd
      bestaande uit vaste of half vloeibare lava, gas, rotsen en as.
      Kan ruim 800 graden worden en met een snelheid van 725 km per uur naar beneden komen.

      Slide 14 - Tekstslide

      Slide 15 - Video

      zelfstandig werken
      lezen paragraaf 2 H3 ontstaan van vulkanen, explosieve vulkanen + B66, B109
      maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 2 H3
      gebruik hierbij:
      tekstboek blz. 42/43
      werkboek blz. 46
      stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
      timer
      5:00

      Slide 16 - Tekstslide

      herhalen/nabespreken

      Slide 17 - Tekstslide

      Waar of niet waar?
      Graniet is een stollingsgesteente, maar basalt niet.
      A
      Waar
      B
      Niet waar

      Slide 18 - Quizvraag

      Het gesteente dat ontstaat als magma heel langzaam stolt heet ... ?
      A
      Basalt
      B
      Grafiet
      C
      Grawel
      D
      Graniet

      Slide 19 - Quizvraag

      Het stuk waar de lava vanuit de magmahaard naar buiten komt heet de ... ?
      A
      Schoorsteen
      B
      Krater
      C
      Kraterpijp
      D
      Pyroclastische pijp

      Slide 20 - Quizvraag

      Hoe snel kan een pyroclastische stroom gaan?
      A
      100 kilometer per uur
      B
      300 kilometer per uur
      C
      500 kilometer per uur
      D
      700 kilometer per uur

      Slide 21 - Quizvraag