Oefening Drogredenen

Drogredenen en debat
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Drogredenen en debat

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Herhaling les over argumenteren 

- Drogredenen: verschillende soorten

- Oefening drogredenen > individueel > in LessonUp

- Bespreken antwoorden > klassikaal

- Debat over de vraag: Wat zou je doen met een miljoen?

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling: Argumenteren
• Verschil tussen een feit, mening en argument
  
• Kennen en herkennen verschillende soorten argumenten

• Sterk argument bedenken

• Argumenten bedenken bij een stelling

Slide 3 - Tekstslide

Feit, mening of argument?

Slide 4 - Tekstslide

Soorten argumenten
Welke?

Een korte oefening: 
4 vragen > LessonUp!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Rokers moeten meer zorgpremie betalen, want uit onderzoek blijkt dat rokers meer zorg nodig hebben.
A
Persoonlijk
B
Feitelijk
C
Emotioneel
D
Autoriteits

Slide 7 - Quizvraag

Doneer nu op Giro 555, want daarmee redt u de levens van kinderen in Oost-Afrika.
A
Emotioneel
B
Autoriteits
C
Persoonlijk
D
Feitelijk

Slide 8 - Quizvraag

Laat dat maar staan, want dat soort vlees mag ik van mijn geloof niet eten.
A
Feitelijk
B
Emotioneel
C
Persoonlijk
D
Autoriteits

Slide 9 - Quizvraag

De nieuwe roman van Tommy Wieringa is een grootse roman die knettert van ambitie volgens de recensent van de Volkskrant.
A
Persoonlijk
B
Emotioneel
C
Feitelijk
D
Autoriteits

Slide 10 - Quizvraag

Hoe bedenk je een goed argument?
Stelling: 
Het zou verplicht moeten worden dat studenten op het MBO een stagevergoeding krijgen. 

Stel vragen bij de stelling!
Welke vragen?
Ezelsbruggetje!

Slide 11 - Tekstslide

Hoe bedenk je een argument?
Stel vragen!
 
1. Over welk probleem gaat de stelling? Is dat een erg probleem
2. Wat zijn de voor- of nadelen?
3. Wie zijn er bij de stelling betrokken en wat voor effect heeft de stelling op die mensen?

Slide 12 - Tekstslide

Hoe maak je een goed argument?
A.U.B
 

Argument?
Uitleg?
Bijvoorbeeld?

Slide 13 - Tekstslide

Drogredenen
- Drogredenen zijn onjuiste argumenten

- Drogredenen lijken geldige argumenten, maar zijn het niet.

- Drogredenen worden vaak in discussies gebruikt of in andere situaties,       zoals in een debat.

Voorbeeld: Ik vind vrijheid van meningsuiting erg belangrijk, omdat ik vind dat iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt.

Slide 14 - Tekstslide

Soorten drogredenen
- Onjuiste vergelijking
- Op de man spelen / aanval op de persoon
- Autoriteitsdrogreden/ misbruik van autoriteit
- Cirkelredenering
- Overhaaste generalisatie
- Populistisch argument

Slide 15 - Tekstslide

Onjuiste vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar.

 
  
Voorbeeld:
Ik vind dat we echt niet naar gym hoeven, want we bewegen toch al als we naar school fietsen?

Slide 16 - Tekstslide

Op de man spelen/aanval op de persoon
Je valt de persoon aan en niet zijn argumenten.
Bijvoorbeeld zijn uiterlijk, betrouwbaarheid, intelligentie, motieven, daden. 

Voorbeeld: Wat weet jij daar nou van, je bent al twee keer blijven zitten.

Filmpje!


Slide 17 - Tekstslide

Autoriteitsdrogreden/Misbruik van autoriteit

Een beroep doen op iemands autoriteit/deskundigheid is op zich niet verkeerd.
De bron moet dan wel duidelijk en controleerbaar zijn.

Het wordt een drogreden wanneer de autoriteit een vaag persoon is.

Of er wordt juist een bekend persoon aangehaald, maar die persoon hoeft helemaal niets van de zaak af te weten.

Voorbeeld: Messi staat in de reclame van Lays, dus dan zal de chips 
wel lekker zijn.

Slide 18 - Tekstslide

Cirkelredenering
Je herhaalt je standpunt, alleen anders geformuleerd.

Voorbeeld: Ik mag thuiskomen wanneer ik dat wil, omdat ik dat zelf mag bepalen.

Voorbeeld: Ik vind Jan niet zo’n aardige man, want ik mag hem niet zo.

Slide 19 - Tekstslide

Overhaaste generalisatie
Generaliseren is uit allerlei waarnemingen een conclusie trekken. 

Als je te weinig waarnemingen hebt, kun je niet generaliseren. Dan heb je te maken met een drogreden.

Voorbeeld: Je kunt best verrotte vis eten, mijn nicht deed dat ook en die werd er niet ziek van.

Slide 20 - Tekstslide

Populistisch argument
1) Publiek bespelen
Iets beweren waar iemand moeilijk tegenin kan gaan.

Voorbeeld: Je bent toch niet goed bij je hoofd als je in de regen buiten gaat spelen?  

2) Beroep doen op de meerderheid

Voorbeeld: Marktwerking in de zorg is een slechte zaak, want de meeste Nederlanders zijn ertegen.

Slide 21 - Tekstslide

Soorten drogredenen
Oefenen > LessonUp!

9 vragen 

Slide 22 - Tekstslide

Heeft jouw docent Nederlands gezegd dat je teveel
fouten maakte in jouw brief?
Ze weet zelf niet eens het verschil tussen enkelvoud en meervoud, want kijk maar eens naar de fout in de reader.

A
Op de man spelen / aanval op de persoon
B
Autoriteitsdrogreden
C
Cirkelredenering
D
Populistisch argument

Slide 23 - Quizvraag

A: "Waarom zijn er zo weinig mensen in dit café?"
B: "Omdat het hier zo ongezellig is."
A: "Hoe komt het dat het hier zo ongezellig?"
B: "Omdat er zo weinig mensen zijn."

A
Populistisch argument
B
Autoriteitsdrogreden
C
Cirkelredenering
D
Overhaaste generalisatie

Slide 24 - Quizvraag

Ik ga voortaan altijd bij die winkel mijn boodschappen doen, want iedereen zegt dat de kwaliteit daar goed is.
A
Populistisch argument
B
Overhaaste generalisatie
C
Autoriteitsdrogreden
D
Cirkelredenering

Slide 25 - Quizvraag

Ik heb dat niet gestolen, want ik ben geen dief.
A
Persoonlijke aanval
B
Cirkelredenering
C
Overhaaste generalisatie
D
Populistisch argument

Slide 26 - Quizvraag

Het bouwen van een kerncentrale is best gevaarlijk, want dat hoorde ik Famke Louise laatst nog zeggen.
A
Overhaaste generalisatie
B
Cirkelredenering
C
Autoriteitsdrogreden
D
Populistisch argument

Slide 27 - Quizvraag

Geschiedenisonderwijs kan maar beter afgeschaft worden Je kan er toch niks meer aan veranderen en oude kleren gooi je toch ook weg.
A
Overhaaste generalisatie
B
Cirkelredenering
C
Populistisch argument
D
Onjuiste vergelijking

Slide 28 - Quizvraag

Iedereen weet toch dat autoverkopers oplichters zijn.
A
Persoonlijke aanval
B
Overhaaste generalisatie
C
Cirkelredenering
D
Populistisch argument

Slide 29 - Quizvraag

Wat weet jij nou van voetbal, je kan nog geen deuk in een pakje boter slaan.
A
Persoonlijke aanval
B
Autoriteitsdrogreden
C
Cirkelredenering
D
Onjuiste vergelijking

Slide 30 - Quizvraag

Mijn oma dronk elke dag wijn en zij is 100 geworden, dus alcohol is helemaal niet gevaarlijk.
A
Autoriteitsdrogreden
B
Onjuiste vergelijking
C
Populistisch argument
D
Overhaaste generalisatie

Slide 31 - Quizvraag

Bespreken antwoorden
Klassikaal

Slide 32 - Tekstslide

Debatteren
Oefening

Slide 33 - Tekstslide

Wat zou je doen met een miljoen?
Maak tweetallen.
Bedenk wat jullie zouden doen met een miljoen.
Denk aan het geven van argumenten!
Wees overtuigend! Je mag best overdrijven.

15 minuten voorbereiding.
Presenteer jullie idee in 1 a 2 minuten voor de klas.
De klas stemt voor het beste idee.


Slide 34 - Tekstslide

Maar eerst een filmpje!
Debatteren: Tips en tricks 

Slide 35 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Wat drogredenen zijn.
Verschillende soorten drogredenen.
Hoe je overtuigende argumenten kunt bedenken en overbrengen.

Slide 36 - Tekstslide