H5.1 Bewegingen vastleggen

H5- BEWEGEN
Paragraaf 1
Bewegingen vastleggen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H5- BEWEGEN
Paragraaf 1
Bewegingen vastleggen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Leerdoelen:
Je kunt uitleggen op welke twee manieren je beweging kunt vastleggen
Je kunt benoemen welke twee grootheden je moet weten om uit een video-opname of een stroboscopische foto de gegevens voor een plaats-tijd diagram te halen
Je kunt een plaats-tijd tabel invullen en van deze tabel een plaats-tijd diagram tekenen

Je kunt 
Hoofdstuk 5 Par. 1  Bewegingen vastleggen

Leerdoelen: 

  1. Je kunt uitleggen op welke twee manieren je beweging kunt vastleggen
  2. Je kunt benoemen welke twee grootheden je moet weten om uit een video-opname of een stroboscopische foto de gegevens voor een plaats-tijd diagram te halen
  3. Je kunt een plaats-tijd tabel invullen en van deze tabel een plaats-tijd diagram tekenen
  4. Je kunt  op een plaats-tijd diagram of (x,t)-diagram bij een tijdstip de bijbehorend plaats aflezen en omgekeerd
  5. Ju kunt uitleggen wat afgelegde afstand is en welk punt het referentiepunt voor een beweging is

Slide 3 - Tekstslide

Video (fps)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Foto of video?

Slide 6 - Tekstslide

Stroboscopische foto
  • Verduisterde ruimte
  • Stroboscooplamp
  • Regelmatige tussenpozen een lichtflits
  • Momentopname
  • Alles op 1 foto

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

les 2 basisstof 1
  • open je boek op bladzijde 12 (controle)
  • daarna klassikaal nakijken en bespreken
  • uitleg 
  • oefenen met extra berekeningen 

Volgende week gaan we PO 2 doen

Slide 13 - Tekstslide

Herhaling

Video:
  • meestal 30 plaatjes per seconde
  • T = 1 / 30 = 0,033 s

Stroboscopische lamp:
  • bijvoorbeeld 50 flitsen per seconde
  • T = 1/50 = 0,02 s

Slide 14 - Tekstslide

Tabel en diagram maken
Waarom maken we die video's en foto's?
Wat heeft dat met snelheid te maken?
AFSTAND en TIJD

Slide 15 - Tekstslide

Afstand tijd tabel

Slide 16 - Tekstslide

Plaats,tijd- diagram
(x,t)-diagram


Slide 17 - Tekstslide

Hoe teken je een grafiek
  1. Altijd in potlood en met een geodriehoek.
  2. X-as = horizontaal --> de tijd, t (in seconde)
  3. Y-as = verticaal --> de plaats, x (in meter)
  4. Logische getallenverdeling op beide assen.
  5. Plaats stipjes per meetpunt.
  6. Trek een vloeiende lijn door of langs de meetpunten.

Slide 18 - Tekstslide

Plaats,tijd- diagram
(x,t)-diagram


Slide 19 - Tekstslide

Refentiepunt, afgelegde afstand en verplaatsing

Slide 20 - Tekstslide

Je kunt de beweging van een voorwerp op twee manieren vastleggen: met een foto en met een film. Hoe noem je een foto die eigenlijk bestaat uit meerdere foto's over elkaar heen?
A
video-meting
B
flits-foto
C
stroboscopische foto
D
video-foto

Slide 21 - Quizvraag

Nu zelf aan het werk
Maak de vragen van paragraaf 5.1 Vraag 1 t/m 8

Slide 22 - Tekstslide

Je ziet twee foto's.
Welke van deze twee is (of
zijn) een stroboscopische foto?
A
alleen links
B
alleen rechts
C
zowel links als rechts
D
geen van beide

Slide 23 - Quizvraag

Van een stuiterende bal is een
stroboscopische foto gemaakt.
Waar is de beweging van de
bal het snelst?
A
bij A
B
bij B
C
precies tussen A en B in
D
overal even snel

Slide 24 - Quizvraag

Van een stuiterende bal is een
stroboscopische foto gemaakt.
Welke bewering over verplaatsing
en afgelegde weg is juist?
A
de verplaatsing is groter dan de afgelegde weg
B
de afgelegde weg is groter dan de verplaatsing
C
de verplaatsing en de afgelegde weg zijn aan elkaar gelijk
D
al deze bewering zijn niet juist

Slide 25 - Quizvraag

Van een stuiterende bal is een
stroboscopische foto gemaakt.
De tijdsduur tussen twee flitsen is
0,02 s. Hoeveel tijd is verstreken
tussen punt A en punt B?
A
0,32 s
B
0,30 s
C
0,28 s
D
dat kun je met deze gegevens niet berekenen

Slide 26 - Quizvraag

Je ziet een (x.t)-diagram. Lees af hoeveel tijd er nodig was om een afstand van 30 m af te leggen.
A
4,0 s
B
5,0 s
C
30 s
D
5,5 s

Slide 27 - Quizvraag

Je ziet een (x.t)-diagram. Lees af welk afstand er is afgelegd na 8 seconde.
A
70 m
B
80 m
C
90 s
D
80 s

Slide 28 - Quizvraag

Je ziet een (x.t)-diagram. Hoeveel tijd was er nodig om van een afstand van 60 m naar een afstand van 100 m te gaan?
A
7 s
B
9 s
C
2 s
D
40 m

Slide 29 - Quizvraag