Bijwoord

Wat gaan we doen?
 
1. herhaling uitleg bijwoord
2. oefenen bijwoord
3. oefenen alle woordsoorten
4. huiswerkopdrachten voor de volgende les

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
 
1. herhaling uitleg bijwoord
2. oefenen bijwoord
3. oefenen alle woordsoorten
4. huiswerkopdrachten voor de volgende les

Slide 1 - Tekstslide

BIJWOORD

Slide 2 - Tekstslide

Het bijwoord geeft extra informatie over:
een werkwoord

een ander bijwoord

een bijvoeglijk naamwoord

de plaats

de tijd


restwoordjes

de trein rijdt snel

de trein rijdt erg snel

de erg snelle trein is te vroeg

hier, er, daar, (n)ergens, waar

nu, soms, 's morgens, gauw, wanneer, plotseling

hoe, wel, toch, ook, nog, immers, nauwelijks

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf de bijvoeglijke naamwoorden en de bijwoorden op:

De nieuwste apps verschijnen binnenkort op de website.

Slide 4 - Open vraag

Schrijf de bijvoeglijke naamwoorden en de bijwoorden op:

Wanneer is het superleuke nummer van dit tijdschrift eindelijk ook in de winkel te koop?

Slide 5 - Open vraag

Schrijf de bijvoeglijke naamwoorden en de bijwoorden op:

De bus rijdt bijzonder langzaam langs de gedeeltelijke wegafzetting.

Slide 6 - Open vraag

Hoe benoem je het woordje: langs?

De bus rijdt bijzonder langzaam langs de gedeeltelijke wegafzetting.

Slide 7 - Open vraag

Schrijf de bijvoeglijke naamwoorden en de bijwoorden op:

Je moet thuis je vieze kleren snel in de wasmachine stoppen.

Slide 8 - Open vraag

Welke woordsoort(en) vind je nog het lastig?

Slide 9 - Woordweb

Huiswerkopdrachten
Paragraaf 3.8 
- opdracht 1 (LW-BN-ZN-VZ-VW-HWW-KWW-ZWW-PSV-AV-BW)
- opdracht 2, 3, 4, 5, 6, 8 (BW) --> kies 3 opdrachten
- opdracht 7, 9 (BW-BN) --> kies 1 opdracht
- opdracht 11 (LW-BN-ZN-VZ-VW-HWW-KWW-ZWW-PSV-AV-BW-OHTW)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide