Chapter 3 lesson 2

Learning targets:

  • I can recognise the topic of a discussion happening around me.
  • I can follow changes of subject in formal discussions.

Programma:

Readtheory

Wordweb

Make the exercises of lesson 1

Make lesson 2 ex 2, 3, 6, 7, 8, 10

Explanation about the future.

Words about people.

Check lesson 2

Done?

Study the words



1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 8 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Learning targets:

  • I can recognise the topic of a discussion happening around me.
  • I can follow changes of subject in formal discussions.

Programma:

Readtheory

Wordweb

Make the exercises of lesson 1

Make lesson 2 ex 2, 3, 6, 7, 8, 10

Explanation about the future.

Words about people.

Check lesson 2

Done?

Study the words



Slide 1 - Tekstslide

Grammar
Learning Target
I know the 4 ways of using the future tense
What
Grammar explanation
How
The explanation will be shown on the board and the student take notes in their notebook
Time
10 min
Done?
Make ex 6, 7, 8 and 10
Done that? make ex 2, 3a, 5 and 6 of lesson 3

Slide 2 - Tekstslide

Future tense
Er zijn 4 werkwoordstijden die je kunt gebruiken in de toekomst
will/shall +hele werkwoord
to be going to +hele werkwoord
Present simple
Present continuous

Slide 3 - Tekstslide

will/ shall +hele werkwoord
  • als het plan ontstaat tijdens het gesprek (Shall we go to the cinema?)
  • Bij een voorspelling gebaseerd op een mening, onzekerheid over de toekomst. Vaak in combinatie met I think, probably of possibly. I think that we will have flying cars in 30 years.
  • Bij een spontaan aanbod. (Je ziet iemand onderuit gaan op het ijs. I will help you.)
  • Bij feiten, of dingen die zo vaak gebeuren dat je ze verwacht. When the weather gets bad, parents will bring their children to school. 

Slide 4 - Tekstslide

to be going to + hele werkwoord
  • Als het plan er al was voor het gesprek. We're going to go to the cinema tonight. 
  • Bij een voorspelling gebaseerd op een aanwijzing. Look at those clouds! It is going to rain.

Slide 5 - Tekstslide

Present continuous
  • Bij dingen die gepland zijn en vrijwel zeker gaan gebeuren. Je hebt al dingen geregeld. (persoonlijke plannen) I'm going to the cinema tonight.  
  • Vaak kun je als je de Present continuous kan gebruiken ook de to be going to tijd gebruiken.

Slide 6 - Tekstslide

Present simple
  • Bij dienstregelingen, reisschema's, roosters.
The plane leaves at 6.
School starts at 8:30

Slide 7 - Tekstslide

Learning targets:

  • I can explain the difference between adjectives and adverbs. 
  • I can name the four tenses used to talk about the future. 

Programma:

Readtheory

Finish lesson 2 ex 2, 3, 6, 7, 8, 10

Explanation about adjectives and adverbs.

Make lesson 4


Done?

Study the words



Slide 8 - Tekstslide