Getallen 2F 6 Afronden met breuken en kommagetallen

Getallen 2F
6 Afronden met breuken en kommagetallen (decimalen)
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Getallen 2F
6 Afronden met breuken en kommagetallen (decimalen)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
- In deze les leer je getallen passend bij de situatie af te ronden.

Je mag bij deze les een rekenmachine gebruiken.
Je mag ook kladpapier gebruiken

Huiswerk: Opdracht van les 6 van getallen en lestoets is af


LET OP! 2f maak je ;)

Slide 2 - Tekstslide

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
30 minuten: aan het werk!

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel nullen heeft een miljoen?
A
3
B
4
C
6
D
9

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel nullen heeft een miljard?
A
6
B
9
C
10
D
12

Slide 5 - Quizvraag

Het schrijven van grote getallen
Duizend heeft 3 nullen. Miljoen heeft 6 nullen. Miljard heeft 9 nullen.
 Schrijf ze in groepjes van drie.
1.000 - 7.527 (zevenduizend vijfhonderd zevenentwintig)
1.000.000 - 16.447.527 (zestien miljoen vierhonderd zevenenveertig duizend vijfhonderd zevenentwintig)
1.000.000.000 - 29.816.447.527 (negenentwintig miljard achthonderdzestien miljoen  vierhonderd zevenenveertig duizend vijfhonderd zevenentwintig)

Slide 6 - Tekstslide

Rond af op een heel getal:16.447.527,52
Rond af op een tiental:
Rond af op een heel getal: 7.527,52
Rond af op een tiental: 7.527,52
Rond af op een honderdtal: 7.527,52

Slide 7 - Open vraag

Kommagetallen (decimalen)
Je kunt getallen hebben met 1 of 2 of 3 of een oneindige reeks getallen achter de komma. Dat zijn decimale getallen.
Een getal achter de komma is hetzelfde als een tiende deel.
1,2 = een twee/tiende
Twee getallen achtter de komma is hetzelfde als een honderdste deel.
1,25 = een vijfentwintig/honderdste
Drie getallen achter de komma is hetzelfde als een duizendste deel.
1,255 = een tweehonderdvijfenvijftig/duizendste

Slide 8 - Tekstslide

Rond af op een heel getal: 12,476


Rond af op een heel getal: 12,476
Rond af op een tiende: 12,476
Rond af op een honderdste: 12,476

Slide 9 - Open vraag

Van breuken naar decimalen
Als je van een breuk een decimaal wilt maken, moet je zorgen dat de noemer van de breuk  een veelvoud van tien wordt (10, 100, 1000, 10.000, etc)
je mag in een breuk altijd het bovenste getal (de teller) en het onderste getal (de noemer) met hetzelfde cijfer vermenigvuldigen en dan blijft de waarde gelijk. 1/2 = 2/4 = 3/6 = 5/10 = 10/20 =50/100 is de helft.
1/25 = 4/100 (noemer en teller vermenigvuldigen met 4)
4/100 = 0,04 (twee getallen achter de komma betekent vier/honderdste deel)
3/5 = 6/10 = 0,6 (1 getal achter de komma betekent zes/tiende deel)
1/8 = 125/1000 = 0,125 (3 getallen achter de komma is 125 duizendste deel)

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf 3/20 als een kommagetal
A
0,3
B
0,03
C
0,60
D
0,15

Slide 11 - Quizvraag

Schrijf 4/250 als een kommagetal
A
0,16
B
0,016
C
0,40
D
0,04

Slide 12 - Quizvraag

Als een weekblad 3,50 kost, hoeveel koop je er dan voor €20,-?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 13 - Quizvraag

Als een zak koekjes 7 koekjes bevat, hoeveel zakken heb je nodig om een klas van 80 studenten te tracteren?
A
14
B
13
C
12
D
11

Slide 14 - Quizvraag

Andere opzet:
Maak de lestoets.
Lestoets voldoende start met de lestoets van les 7.

Lestoets onvoldoende? Maak de les die bij de lestoets hoort.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Maak van getallen 2f de opdrachten van les 6 en de lestoets
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of ga verder in les 7
timer
25:00

Slide 16 - Tekstslide

Ga met de opdrachten aan de slag
Opdrachten van les 6 en lestoets van les 6

Slide 17 - Tekstslide