H5.3 Zouthydraten

H5.3 Zouthydraten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H5.3 Zouthydraten

Slide 1 - Tekstslide

Naam zout?
      Na3PO4
 CaF2
FeO
CuSO4
(wit) kopersulfaat
natriumfosfaat
calciumfluoride
ijzer(II)oxide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
Je kunt nu:
  • Uitleggen wat er wordt bedoeld met de begrippen zouthydraat en kristalwater.
  • De reactievergelijking opstellen voor het opnemen van kristalwater in een ionrooster en het afstaan van dit kristalwater.
  • Enkele toepassingen van zouthydraten noemen. 

Slide 4 - Tekstslide

Stil lezen

10 Min Stil lezen H5.3 en/of opdrachten maken

Maken 
Les 1: §5.3: 34, 35, 37, 38, 42, 43 of 44
Les 2: Experiment 5.2
Les 3: §5.4: 47, 50, 51, 54 of 55

timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Instructie

We gaan samen kijken naar:
  • zouthydraat - kristalwater
  • naamgeving zouthydraat
  • opstellen reactievergelijking opnemen/afstaan kristalwater
Zelf:

Zelf doen:
  • Toepassingen bekijken van zouthydraten.
  • VEEL oefenen!

Slide 6 - Tekstslide

Ionrooster (zouten)
Bij sommige ionroosters zit er ruimte tussen de ionen.
In die ruimte kunnen kleine polaire moleculen zoals het watermolecuul gaan zitten. 
Het water dat in het ionrooster (ook wel kristalrooster genoemd) gaat zitten noemen we dan kristalwater.

Slide 7 - Tekstslide

Naamgeving zout + kristalwater
Kopersulfaat kan 5 watermoleculen opnemen in zijn ionrooster.

Elk zout, waarbij het ionrooster genoeg plek biedt voor watermoleculen, neemt een bepaald aantal watermoleculen op (dit is dus een vaste verhouding). 
Voor elke zout is deze verhouding weer anders. 
Je kunt aan de naam van het zout herkennen hoeveel watermoleculen in het ionrooster zijn opgenomen.
naam
kopersulfaatpentahydraat
Numerieke voorvoegsels
BINAS Tabel 66C

Slide 8 - Tekstslide

Opnemen - afstaan kristalwater
Opnemen van kristalwater is een exotherme reactie (er komt dus energie vrij).
Afstaan van kristalwater is een endotherme reactie (je moet er energie instoppen).

Slide 9 - Tekstslide

Berekeningen met kristalwater
Molaire massa van blauw kopersulfaat is dus inclusief de molaire massa van 5 watermoleculen!

Slide 10 - Tekstslide

Toepassing
Bijvoorbeeld in de bouw: Beton 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Huiswerk



Maken 
Les 1: §5.3: 34, 35, 37, 38, 42, 43 of 44
Les 2: Experiment 5.2
Les 3: §5.4: 47, 50, 51, 54 of 55

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
Je kunt nu:
  • Uitleggen wat er wordt bedoeld met de begrippen zouthydraat en kristalwater.
  • De reactievergelijking opstellen voor het opnemen van kristalwater in een ionrooster en het afstaan van dit kristalwater.
  • Enkele toepassingen van zouthydraten noemen.

Slide 14 - Tekstslide

wat is een zouthydraat ?
A
een zout in kristalwater
B
een zout zonder kristalwater
C
een zout met daarin kristalwater
D
een droog zout dat ingedampt is.

Slide 15 - Quizvraag

Jeroen maalt een gipsen beeldje tot poeder. Hij wil het gemalen gips gebruiken om een nieuw figuurtje te maken. Wat moet hij dan achtereenvolgens doen?
A
gips is watervrij, dus water erbij doen en gebruiken
B
gips is een zouthydraat, dus eerst verhitten om water kwijt te raken
C
gips is een zouthydraat, dus verhitten en daarna water toevoegen om mee te werken
D
gips is een zouthydraat, dus eerst water toevoegen om het op te lossen

Slide 16 - Quizvraag


uitgevoerd: Na2CO3·x H2O (s)  --> Na2CO3   + x H2O (g)
(= zouthydraat verwarmen levert --> watervrij zout en water)
vraag: waar staat x voor?
A
gram water
B
mol water
C
mol water ten opzichte van mol Na2CO3
D
aantal waterdruppels

Slide 17 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met de term kristalwater?
A
Het water dat in een ionrooster is gebonden
B
Het water waar een kristal in wordt opgelost
C
Het water waar een zout in wordt opgelost
D
Het water dat vrij komt bij het oplossen van een zout

Slide 18 - Quizvraag

Noem een toepassing van een zouthydraat in het dagelijks leven.
A
Droog- en koelmiddelen
B
Bouwmaterialen zoals gips, cement en beton
C
Reagentia zoals kopersulfaat
D
Alle drie de keuzen zijn goed

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel watermoleculen zitten er in 1 molecuul glauberzout (zie BINAS 66A)

Slide 20 - Open vraag

Het opnemen van kristalwater is
A
een exotherm proces
B
een endotherm proces

Slide 21 - Quizvraag