2BK H5 Les 1.2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Chapter 5

Lesson 1.2

Today

* Words

* Grammar

* Watching

Words

Bij de  volgende opdrachten ga je de woordjes oefenen. 

Sleep de woorden naar de juiste plaatjes of typ de juiste 

vertaling in.

cash register/

till

purse/

wallet

deliver

trolley

price tag

sell

buy

expensive

discount

valuable

verkopen

kopen

duur

korting

waardevol

Vertaal: such as

Vertaal: customer

Vertaal: firm

Vertaal: contain

Vertaal: noot

Vertaal: in plaats van

Vertaal: koopje

Vertaal: behoren aan/zijn van

Grammar

Je leest zo eerst een uitleg over de grammatica, daarna ga je er vragen over maken. 

De grammatica gaat over some/any. 

Kom je er niet uit, dan neem je contact op met mevr. van  Dongen.

In short (in het kort):

Any gebruik je bij gewone (bevestigende zinnen) en bij vragen als je weet dat het antwoord "ja" zal zijn:

* I need some new pens. / Do you want some cookies? 

Some gebruik je bij ontkennende zinnen (met het woordje "not") en als je niet weet wat het andwoord zal zijn:

* I do not have any money. / Is there any milk in the fridge?

We need ... bananas.

1. some
2. any

You can't buy ... posters in this hop.

1. some
2. any

We haven't got ... oranges at the moment.

1. some
2. any

I've got ... good ideas.

1. some
2. any

Excuse me sir, do you have ... idea how to go to the post office?

1. some
2. any

Can I have ... cookies, grandma?

I am not buying ... shoes this time!

I've got ... funny texts on my shirts.

Can I get ... money?

Some

Any

Some

Any

Do they have ___ new books at the library?

I don't have ___ new updates!

I want ___ tea to drink while reading the newspaper.

I have ___ questions to ask to the news reporter.

Do you know ___ reporters from that news site?

some

any

some

any

some

any

some

any

some

any

Watching

Je gaat zo een filmpje kijken over een bijzondere winkel. Tussendoor krijg je vragen, luister dus goed!

00:42

IN deze Google pop-up shop kan je Google spullen kopen.

1. waar
2. niet waar

01:13

De muur met blokken werkt ...

1. door aan te raken.
2. doordat iemand het bestuurt op afstand.
3. met sensoren.
4. door er tegen te praten.

01:48

De Google Home afdeling ...

1. is om even wat te drinken in de winkel.
2. heeft alleen maar Google apparaten.
3. is om het Google Home apparaat in werking te zien.
4. is er alleen voor de sier.

03:03

Je kan in dit gedeelte van de winkel een VR bril ...

1. kopen.
2. vergelijken met een andere.
3. uitproberen.
4. winnen.

03:32

Pixel is ...

1. een afdeling.
2. een telefoon.
3. een programma voor de telefoon.
4. een bewakingscamera.

You have finished all the exercises of today!

Go to Quizlet to study the words of Chapter 5 for 10 minutes.

Als je nog vragen hebt, neem dan contact met de docent.