Woordjes hoofdstuk 2

B
O
N
J
O
U
R
!
S
A
L
U
T
!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

B
O
N
J
O
U
R
!
S
A
L
U
T
!

Slide 1 - Tekstslide

détester
A
een hekel hebben aan
B
liever hebben

Slide 2 - Quizvraag

aimer
A
dol zijn op
B
houden van

Slide 3 - Quizvraag

mais
A
wat
B
maar

Slide 4 - Quizvraag

manger
A
slapen
B
eten

Slide 5 - Quizvraag

avec
A
met
B
daarna

Slide 6 - Quizvraag

quoi
A
en
B
wat

Slide 7 - Quizvraag

Le pain
A
het brood
B
de pannenkoek

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal:
Tu aimes le coca?

Slide 9 - Open vraag

Voilà

Slide 10 - Open vraag

aussi
A
en
B
ook

Slide 11 - Quizvraag

l'oignon
A
de ui
B
de appel

Slide 12 - Quizvraag

le fromage
A
het ei
B
de kaas

Slide 13 - Quizvraag

acheter
A
kopen
B
maken

Slide 14 - Quizvraag

la viande
A
de vis
B
het vlees

Slide 15 - Quizvraag

le légume
A
de groente
B
het fruit

Slide 16 - Quizvraag

le repas
A
de lunch
B
de maaltijd

Slide 17 - Quizvraag

l'oeuf
A
het ei
B
het brood

Slide 18 - Quizvraag

Vertaal:
C'est quoi?

Slide 19 - Open vraag

Vertaal:
Bon appétit!

Slide 20 - Open vraag

l'enfant
A
de jongen
B
het kind

Slide 21 - Quizvraag

regarder
A
vinden
B
kijken

Slide 22 - Quizvraag

beaucoup
A
weinig
B
veel

Slide 23 - Quizvraag

toujours
A
altijd
B
soms

Slide 24 - Quizvraag

j'ai besoin de
A
ik ga naar
B
ik heb nodig

Slide 25 - Quizvraag

combien
A
hoeveel
B
vaak

Slide 26 - Quizvraag

célèbre
A
beroemd
B
daarna

Slide 27 - Quizvraag

demain
A
vandaag
B
morgen

Slide 28 - Quizvraag

Vertaal:
Je voudrais une baguette.

Slide 29 - Open vraag

Vertaal:
Je ne comprends pas.

Slide 30 - Open vraag

Vertaal:
Au revoir!

Slide 31 - Open vraag

demander
A
vragen
B
antwoorden

Slide 32 - Quizvraag

la boulangerie
A
de slagerij
B
de bakker

Slide 33 - Quizvraag

entrer
A
binnenkomen
B
vertrekken

Slide 34 - Quizvraag

marcher
A
lopen
B
slapen

Slide 35 - Quizvraag

la baguette
A
het stokbrood
B
de pizza

Slide 36 - Quizvraag

rester
A
blijven
B
logeren

Slide 37 - Quizvraag

Vertaal:
Vous avez deux croissants?

Slide 38 - Open vraag

Au revoir!

Slide 39 - Tekstslide