dinsdag 26.01.21

Dienstag, den 26 Januar 2021
1. Was machen wir in dieser Periode?
2. Übung 1 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Dienstag, den 26 Januar 2021
1. Was machen wir in dieser Periode?
2. Übung 1 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Übung 1
1. Strophe 3
2. Strophe 4
3. Strophe 2
4. Strophe 5
5. Strophe 1
B. Het wordt duidelijk dat het om een oude vriendschap gaat.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog over de naamvallen?
1. Warum gibt es 2 Gruppen (die- und ein- Gruppe)?
2. Präpositionen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

En nu bijvoeglijk naamwoord
Wat weet je nog van bijvoeglijk naamwoord?

Slide 12 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord: Der-Gruppe
Bijvoeglijk naamwoord:
"der" - groep
d-  dies-  jen-  jed-  manch-  solch-
welch- all-

Slide 13 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord: Ein-Gruppe
Bijvoeglijk naamwoord:
"ein"- groep
ein-  kein-  
mein-  dein-  sein-  ihr-  sein-
unser-  euer-  ihr-  Ihr-

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de meest voorkomende uitgang van het Adjektiv in het Duits ?
A
e
B
er
C
en
D
es

Slide 15 - Quizvraag

In welke naamval(en) komt deze meestvoorkomende uitgang -en ALTIJD voor ?
A
1e en 2e naamval
B
2e en 3e naamval
C
3e en 4e naamval
D
1e en 4e naamval

Slide 16 - Quizvraag

Waar komt de uitgang -en in beide schema's NIET voor ?
A
mannelijk 1e vrouwelijk 1e onzijdig 1e
B
mannelijk 4e vrouwelijk 4e onzijdig 4e
C
mannelijk 4e vrouwelijk 1e onzijdig 1e
D
vrouwelijk 4e onzijdig 1e meervoud 1e

Slide 17 - Quizvraag

Waar komt de meestvoorkomende uitgang -en UITSLUITEND voor ?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 18 - Quizvraag

Er trägt meinen blau... Pulli (m).
A
e
B
er
C
en
D
em

Slide 19 - Quizvraag

Ich habe diese braun... Schuhe (mv).
A
e
B
en
C
er
D
em

Slide 20 - Quizvraag

Wir fahren mit einem rot..... Boot (o).
A
e
B
en
C
er
D
em

Slide 21 - Quizvraag

Mein Bruder hat ein gelb...... T-Shirt (0) bekommen.
A
-en
B
-es
C
-e
D
-er

Slide 22 - Quizvraag

Durch die rot... Hose (v) siehst du hübsch aus!
A
e
B
er
C
en
D
es

Slide 23 - Quizvraag

Ein groß..... Mann kaufte ein Eis.
A
-en
B
-e
C
-es
D
-er

Slide 24 - Quizvraag

timer
3:00

Slide 25 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 26 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 27 - Tekstslide

Übung 3
Voorbeeldantwoord:
Ich würde meine Freunde/ meine Familie/ meine Schule vermissen.
Ich fühle mich verbunden mit meiner Region/ den Bräuchen in den Niederlanden.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide