Burgerschap 4.6 rechten, plichten, gevolgen

Politiek Juridische dimensie
4.6 Rechten, Plichten, Gevolgen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Politiek Juridische dimensie
4.6 Rechten, Plichten, Gevolgen

Slide 1 - Tekstslide

RECHTEN EN PLICHTEN
Recht is een verzamelnaam voor alle regels die we als samenleving hebben. Deze regels zijn vaak vastgelegd in wetten. In het recht staat wat je wel en wat je niet mag doen. Het doel van recht is orde in de samenleving. 
Rechten: je mag iets doen, bijvoorbeeld het recht op studiefinanciering die je dus mag aanvragen

Plichten: iets wat je moet doen, zoals belasting betalen en je aan de wet houden.

Niet iedereen houdt zich aan zijn rechten en plichten. Denk aan stemrecht of leerplicht.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe wordt er voor gezorgd dat mensen zich aan rechten en plichten houden?

Slide 3 - Open vraag

Wat zou je er van vinden als stemmen geen recht wordt maar een plicht? Dus stemplicht? Beargumenteer je antwoord.

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Bekijk het filmpje: Met scooter op de stoep zonder rijbewijs van wegmisbruikers. Hierin worden
twee mensen geconfronteerd met hun foute verkeersgedrag. Welke rechten zie je terug in het filmpje?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Rechtspraak
Rechtspraak is het proces waarin een rechter een oordeel velt in een rechtszaak. Een rechter kan nodig zijn bij een conflict of als een wet overtreden is. Hij of zij onderzoekt wat er precies aan de hand is, kijkt naar de wetten en regels en spreekt een oordeel uit. Dat kan zijn wie er gelijk heeft in een conflict of dat een verdachte va neen misdrijf wel of niet schuldig is. De uitspraak van een rechter is bindend voor alle partijen, oftewel: iedereen moet zich eraan houden. 

Slide 8 - Tekstslide

Je kunt de rechtspraak indelen in verschillende soorten. Zoek uit welke soorten er zijn en hoe die samenhangen. Maak in je boek op pagina 185 of 173 opdracht N4 opdracht 28. Maak een foto van de opdracht en stuur deze mee met het antwoord.

Slide 9 - Open vraag

Strafrecht
Strafrecht gaat over dingen die je niet mag doen. Dat kunnen 'kleine' dingen zijn, zoals door rood rijden of afval op straat gooien. Dat noemen we overtredingen. Grotere dingen zoals diefstal of geweld worden misdrijven genoemd. Voor overtredingen en misdrijven kun je straf krijgen: het zijn strafbare feiten. 

Het Openbaar Ministerie brengt de zaak 
bij de rechter aan.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een overtreding en een misdrijf en geef bij elk een voorbeeld.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Link

In opdracht 29 op blz 186 in je boek ga je na of iets een strafbaar feit of, overtreding of misdrijf is. Maak de opdracht en voeg een foto toe als bewijs. De vorige slide kan je gebruiken voor informatie.

Slide 13 - Open vraag

Welke straffen kan een rechter op leggen?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

Jongeren
Voor jongeren van 12 tot 18 jaar geldt een speciaal jeugdstrafrecht. Er zijn voor hen speciale straffen, zoals een Halt-straf. Bijvoorbeeld door excuses aan te bieden aan de slachtoffers en/of schade te vergoeden. Het moet daarbij gaan om een licht strafbaar feit, zoals vernieling of dronkenschap. Een rechter kan ook een boete, jeugddetentie, of een leerstraf (verplicht volgen van een cursus) opleggen. 

Slide 16 - Tekstslide

Welke gevolgen heeft het hebben van een strafblad?

Slide 17 - Open vraag

Maak op bladzijde 188 van je boek, opdracht 32 Boete. Voeg een foto toe waarin je laat zien dat je de opdracht gemaakt heb.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

Wil je werken binnen de gezondheidszorg? Dan heb je een VOG nodig. Beargumenteer waarom jij deze verklaring zou moeten ontvangen.

Slide 20 - Open vraag