3h - verkleinwoorden

Welkom 3h
Deze les: spelling van verkleinwoorden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 3h
Deze les: spelling van verkleinwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie nog?

Slide 2 - Tekstslide

Met welke achtervoegsels kun je een verkleinwoord maken?

Slide 3 - Open vraag

theorie verkleinwoorden 
Soorten achtervoegsels:
  • -ej, - tje : huisje, eitje, 
  • -pje: bloempje, schuimpje, bodempje
  • kje: woninkje, kettinkje
  • -etje: kringetje, bloemetje

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verkleinwoord van:
chocola

Slide 5 - Open vraag

Wat is het verkleinwoord van:
café

Slide 6 - Open vraag

Theorie verkleinwoord (1)
- verkleinwoorden van znw die eindigen op a, o en u krijgen een dubbele klinker + tje.
>>> foto -> fotootje
-Verkleinwoorden van znw die eindigen op é, krijgen -ee zonder schuin streepje.
>>> coupé -> coupeetje

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verkleinwoord van pony
A
pony'tje
B
ponytje

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van cowboy
A
cowboy'tje
B
cowboytje

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van taxi
A
taxi'tje
B
taxietje

Slide 10 - Quizvraag

Theorie verkleinwoord (2)
- Znw die eindigen op medeklinker + y, krijgen als verkleinwoord een apostrof + tje. 
>>> baby -> baby'tje
display ->  displaytje
- znw die eindigen op i, krijgen ie+tje
taxi -> taxietje

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het verkleinwoord van een
S
A
s'je
B
sje

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van een cd?
A
cd'tje
B
cdtje

Slide 13 - Quizvraag

Theorie verkleinwoord (3)
- letters, afkortingen en cijfers krijgen in het verkleinwoord een apostrof
>>> A4'tje

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het meervoud van
diner?
A
dineetje
B
dinertje

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meervoud van douche?
A
doucheje
B
douchje

Slide 16 - Quizvraag

Theorie verkleinwoorden (4)
- Bij woorden die uit een ander taal zijn overgenomen, blijft in het verkleinwoord de spelling van het grondwoord hetzelfde.

>>> souvernir -> souvernirtje
cake -> cakeje

Slide 17 - Tekstslide