Slapen

Slapen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slapen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Melatonine

Slide 3 - Tekstslide

Melatonine
Melatonine is het hormoon dat je slaap regelt. Dit hormoon wordt automatisch door je lichaam aangemaakt. Aan het begin van de dag, wanneer de zon opkomt, is de hoeveelheid melatonine in je lichaam het laagst. In de loop van de dag stijgt het langzaam en in de avond, wanneer de zon ondergaat en het donker wordt, stijgt de hoeveelheid van het hormoon erg snel. 

Wanneer je naar bed gaat en je hebt veel melatonine in je lichaam, val je doorgaans snel in slaap. Maar dit kan, zoals jullie net in het filmpje zagen, worden verstoord door een slecht leefritme/-patroon, cafeïne, een inspannende activiteit of een spannende aflevering op Netflix.

Tegenwoordig kan je met melatoninetabletjes de aanmaak van dit slaaphormoon een beetje regelen. Op de verpakking van deze tabletjes staat dat je twee uur voordat je gaat slapen zo'n pil kan innemen. Twee uur later is de hoeveelheid melatonine op zijn hoogst en val je (waarschijnlijk) snel in slaap. Een mooi middel, maar geen structurele oplossing. 

Het is beter om je leefpatroon te verbeteren, veel structuur aan te houden door op dezelfde tijd te gaan slapen en op te staan, na 13.00 uur geen cafeïne meer te nemen en stress verminderen.

Slide 4 - Tekstslide

De slaapcyclus

Inslaapfase
De inslaapfase is de overgang tussen het wakker zijn en slapen. De hersenactiviteit neemt af. Voor de meeste mensen duurt deze fase slechts een paar minuten, maar een gebrek aan ritme, te veel cafeïne of spanning zorgt ervoor dat de inslaapfase veel langer kan duren.

Lichte slaap
Na de inslaapfase komt de fase van de lichte slaap. Hierbij slaap je wel, maar niet echt diep. Je wordt niet van elk geluid wakker, maar wanneer je wakker wordt, voelt het niet alsof je echt geslapen hebt. Deze fase duurt doorgaans wat minder dan een uur.

Overgang naar de diepe slaap
De derde fase is de overgang naar de diepe slaap. Dit duurt zo'n vijf tot tien minuten. Je hartritme daalt, je spieren ontspannen en de ademhaling wordt rustig en regelmatig. 

Diepe slaap
In de diepe slaap zijn je ademhaling en je hartslag op zijn laagst. In deze fase van een kwartiertje herstelt je lichaam zich. Wanneer je in deze fase wakker wordt, voel je je gedesoriënteerd; je weet niet goed waar je bent en wat er aan de hand is. 

REM-slaap
REM staat voor Rapid Eye Movement (snelle beweging van de ogen). Er is heel veel hersenactiviteit en veel beweging van de ogen. Je brein is nu bezig met dromen, herinneringen en informatie worden door je hersenen in deze fase verwerkt. Niet alleen je brein is actief, ook je lichaam is actief: je armen en benen ontspannen zich, maar je ademhaling en hartslag zijn onregelmatig en je bloeddruk gaat omhoog. Deze fase kost veel energie voor je lichaam, maar is onmisbaar voor je mentale (geestelijke) herstel. Vaak word je na de REM-slaap (onbewust) heel eventjes wakker, wanneer je weer in de inslaapfase begint met de slaapcyclus.

Cyclus
Gemiddeld duurt de slaapcyclus zo'n anderhalf uur, 90 minuten. Het meest ideale moment om wakker te worden, is aan het eind van een slaapcyclus. Je kan op die manier berekenen hoe laat je het best naar bed kan gaan. 

Als jouw wekker om 07.00 uur 's ochtends gaat en je hebt gemiddeld 15 minuten nodig om in te slapen, hoe laat kan je dan het best naar bed? Laat de studenten dit eerst even zelf berekenen, de berekeningen staan hieronder (afhankelijk van hoeveel uur een persoon zelf nodig heeft)

21.45 uur (15 minuten inslapen, 6 x 1,5 uur = 9 uur slaap)
of
23.15 uur (15 minuten inslapen, 5 x 1,5 uur = 7,5 uur slaap)
00.45 uur (15 minuten inslapen, 4 x 1,5 uur = 6 uur slaap)

Slide 5 - Link

Doe de test om te checken welk slaaptype jij bent: de beer, leeuw, wolf of dolfijn. Maak even een foto of een screenshot waarin de uitslag duidelijk te zien is. 
Welk slaaptype ben jij?
A
De beer: een heel biologisch ritme
B
De leeuw: vroeg eruit, vroeg erin
C
De wolf: ik leef 's nachts en slaap lekker uit
D
De dolfijn: ik heb niet zo'n goed ritme

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alcohol bevordert de slaap.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Je valt na een nachtje stappen misschien wel als een blok in slaap, maar je komt niet tot nauwelijks in je diepe slaap, waardoor je in totaal minder uitrust. Ondanks dat je op zondag tot 12.00 uur uitslaapt, ben je waarschijnlijk de hele dag ontzettend moe.
Je moet minstens acht uur per nacht slapen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Het verschilt ontzettend per persoon hoeveel uur je per nacht moet slapen. De een heeft genoeg aan vijf uur slaap, de ander heeft het dubbele nodig. Het aantal van acht uur slaap per nacht komt niet zomaar uit de lucht vallen: het wordt gezien als het gemiddelde aantal uren dat een persoon per nacht nodig heeft.
Door 's avonds intensief te sporten, wordt je slaap beter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Door 's avonds intensief te gaan sporten, zet je je lichaam en je geest in een actieve toestand. Het duurt daarom een tijdje voordat je je weer echt kunt ontspannen. In plaats van actief te sporten, werkt het beter om een tijdje een boek te lezen, rustig te wandelen of een half uurtje yoga te doen, voordat je gaat slapen. 
Het is verstandig om slaaptekort te compenseren door uit te slapen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer je uitslaapt, verstoor je hiermee je natuurlijke ritme. Langer dan een uur uitslapen (t.o.v. je normale ritme), zorgt ervoor dat je 's avonds moeilijker in slaap komt. 
Het blauwe licht van je telefoon zorgt ervoor dat je slecht in slaap valt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Door het CBR is ooit onderzocht (en op een bepaalde manier bewezen) dat blauw licht ervoor zorgt dat je slecht in slaap komt. Dit blijkt echter in recentelijk onderzoek niet het geval te zijn. Het is niet het blauwe licht dat ervoor zorgt dat je wakker blijft, maar het feit dat je hersenen druk bezig zijn met wat er op je telefoon te zien is: de spannende ontknoping in die ene leuke serie, het schokkende appje van je beste vriendin of dat grappige filmpje op Tiktok. Die dingen houden je wakker, niet het blauwe licht.
Heb jij tijdens deze les iets geleerd wat je misschien zelf toe gaat passen?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke gevolgen kan iemand ervaren door slaapproblemen en slaaptekort?
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Welke slaapmedicatie ken je?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Groepsopdracht
  • In groepjes van 3-4 
  • Beantwoord vraag 1 t/m 3 
  • 20 minuten

Vraag 4 t/m 6 is huiswerk!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht slaap en slaapstoornissen
1. Wat is een normaal slaap-waakritme bij volwassenen? 
2. Welke fasen zijn er in een normale slaapcyclus, en kun je van elk een korte beschrijving geven?
3. Welke soorten slaapstoornissen zijn er?
4. Heb je te maken met zorgvragers die slaapproblemen hebben, en zo ja, kun je aangeven wat voor type slaapstoornis en ook wat de gevolgen daarvan zijn?
5. Wat is het slaapapneu syndroom?
6. Welke soorten slaapmedicatie zijn er, en wat zijn belangrijke aandachtspunten wanneer iemand slaapmedicatie gebruikt?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies