categorie 9 - ge, be, ver
1 / 30
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
woorden met ge-
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
woorden met be-
Slide 8 - Woordweb
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
woorden met ver-
Slide 14 - Woordweb
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Wat zie je?
A
het gebak
B
het verband
C
verdelen
D
het gebouw
Slide 20 - Quizvraag
Wat zie je?
A
het gebak
B
het gezin
C
verdelen
D
het gebouw
Slide 21 - Quizvraag
Wat zie je?
A
het gebak
B
het gezin
C
verdelen
D
de verhuizing
Slide 22 - Quizvraag
Wat zie je?
A
het gebak
B
het geloof
C
verdelen
D
de verhuizing
Slide 23 - Quizvraag
Wat zie je?
A
het gebak
B
het geloof
C
verdelen
D
de verhuizing
Slide 24 - Quizvraag
Wat zie je?
Slide 25 - Open vraag
Wat zie je?
Slide 26 - Open vraag
Wat zie je?
Slide 27 - Open vraag
Wat zie je?
Slide 28 - Open vraag
Wat zie je?
