H9 Lj3

Cod's  voor de toets
G3b Toets code 
utgfr
Klascode
cfitl
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Cod's  voor de toets
G3b Toets code 
utgfr
Klascode
cfitl

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Toets is over een week
Activeer je codes
Toets code. :utgfr
Klassecode : dedpd

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

DOEL 
1. VERGELIJKINGEN OPLOSSEN MET
- DE BALANSMETHODE
- MET EEN GRAFIEK
- INKLEMMEN

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je nodig
1. Pen en Papier
2. Rekenmachine
3. Geodriehoek

Slide 18 - Tekstslide

Toets is over een week
Activeer je codes G3E
Toets code. :utgfr
Klassecode : dedpd

Slide 19 - Tekstslide

Oplossen van vergelijkingen

3 mogelijkheden om vergelijkingen op te lossen
• met grafieken
• met de balansmethode
• met inklemmen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Pas de balansmethode toe en los de vergelijking op 
3x + 7 =28                               5 - 8x = -11                       6x +8 =7 + 6x

Slide 25 - Tekstslide

Los op voor x met de balansmethode
5(x+2)-5x=7+2 (3-x)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Teken de grafieken en bereken het snijpunt van de volgende grafieken
-2 x + y=  2
5x + 2y =13

Slide 28 - Tekstslide

Teken de grafieken en bereken het snijpunt van de volgende formules
-2 x + y = 2
5x + 2y =13
0
1
2
3
4
5
-2x + y=2
5x + 2y=13

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Vergelijkingen oplossen met inklemmen
Vergelijkingen oplossen met inklemmen
 Gebruik je:
• als het oplossen met grafieken te onnauwkeurig is.
• als je een vergelijking hebt waarbij de balansmethode niet werkt
(bijvoorbeeld een vergelijking met machten of een deelstreep).

Slide 35 - Tekstslide

Probeer deze opgave op te lossen met inklemmen en met de balansmethode
Inkomsten in euro=5 + 6.50t
t= tijd in uren.  Hoeveel moet ze werken om 57 euro te verdienen

Slide 36 - Tekstslide

Oplossen met inklemmen
(probeer verschillend aantal uren)
Inkomsten in euro=5 + 6.50t
t= tijd in uren.  Hoeveel moet ze werken om 57 euro te verdienen

Balans methode:
         57 = 5+ 6.50x                                
        -5     -5
          52 =  6,50 t.   
        : 6,50    : 6.50.   dus t= 8 uur


t  in uur
                57
Inklemmen
10
5 + 6,50 x10= 70
te veel
5
5 + 6,50 x5 =37,50
te weinig
7
5 + 6,50 x7=50,50
te weinig
8
5 + 6.5 x8= 57
klopt

Slide 37 - Tekstslide

Vergelijkingen oplossen met de balansmethode
Kun je gebruiken als je twee lineaire verbanden met elkaar moet vergelijken.

Slide 38 - Tekstslide

Vergelijkingen oplossen met de balansmethode
Kun je gebruiken als je twee lineaire verbanden met elkaar moet vergelijken.
:Schrijf de formules kort:    Q:   b= 2,75 x g = 2,75g.      De K : b = 27,95 + 1,51 g
a). wanneer het gewicht gelijk is in beide formules zijn d bezorgkosten gelijk. dus
2,75g = 27,95 + 1,51g.     van beide kanten 1,51g af dus 1,24g= 27,95.    g = 27,95 : 1,24=22,54 kg.    b ). zet je dat in een van de formules b = 2,75 x 22,54=61,99 euro

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide