Mijn proefles

Welk huidbeeld past bij mazelen?
A
B
C
D
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeneeskundeWOStudiejaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welk huidbeeld past bij mazelen?
A
B
C
D

Slide 1 - Quizvraag

Kliniek mazelen
Acuut optredende algehele malaise, koorts, conjunctivitis, rinitis en hoesten  koorts binnen enkele dagen tot boven de 39 graden

3-7 dagen na begin: grofvlekkig, iets verheven erytheem  begint op hoofd (meestal achter oren), daarna romp en ledematen, meestal 7-10 dgn zichtbaar

Huid vaak wat ruw aanvoelend, soms jeuk

Pathognomisch: Koplikse vlekken wangslijmvlies (vaak al voor huiduitslag, verdwijnen na enkele dagen)



 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke complicatie van mazelen veroorzaakt de meeste sterfgevallen?
A
Pneumonie
B
Bronchiolitis
C
Subacute scleroserende panencefalitis
D
Mazelenencefalitis

Slide 4 - Quizvraag

Een zwangere patiënte komt op uw spreekuur. Haar ongevaccineerde dochter van 3 jaar heeft mazelen opgelopen op het kinderdagverblijf. De patiënte vermeldt als kind niet volgens het Rijksvaccinatieprogramma gevaccineerd te zijn en geen mazelen te hebben doorgemaakt. Zij vraagt uw advies. Welke informatie geeft u haar?
A
Infectie met mazelen tijdens de zwangerschap kent geen nadelige effecten voor de foetus.
B
BMR-vaccinatie dient in het eerste trimester toegediend te worden om de foetus te beschermen.
C
Start preventieve orale smalspectrum antibiotische behandeling tegen de mazelenbacterie.
D
Humaan gammaglobuline is geïndiceerd als postexpositieprofylaxe.

Slide 5 - Quizvraag

Humaan gammaglobuline dient toegediend te worden aan deze niet-immune zwangere vrouw als postexpositieprofylaxe. Bij voorkeur dient men dit het liefst binnen 72 uur toe, en anders binnen 7 dagen na blootstelling. 

Slide 6 - Tekstslide

Welke van de onderstaande stelling past NIET bij mazelen?
A
De ziekte is besmettelijk vanaf het ontstaan van de huidafwijkingen.
B
Een belangrijke doodsoorzaak bij kinderen < 5 jaar in ontwikkelingslanden.
C
In 2013-2014 heeft er een epidemie geheerst in Nederland.
D
Bifasisch verloop waarbij de tweede fase wordt gekenmerkt door een viremie.

Slide 7 - Quizvraag

A: De ziekte is besmettelijk 4 dagen vóór tot 4 dagen na het begin van het exantheem.
B: 




C:


D:  Mazelen kent een bifasisch beloop, waarbij de eerste fase bestaat uit het optreden van de infectie en lokale replicatie in de luchtwegen. De tweede fase kenmerkt zich door een viremie met een gegeneraliseerde infectie.

Slide 8 - Tekstslide


Op uw spreekuur komt een patiënt van 2 jaar met hoge koorts en exantheem. Dit is twee dagen geleden begonnen achter de oren en nu uitgebreid over het gezicht en romp. U denkt aan mazelen. Welke diagnostische methode kent nu de hoogste sensitiviteit?
A
Virusisolatie middels kweek
B
Serologie
C
RT-PCR
D
De sensiviteit van alle methoden is vrijwel gelijk

Slide 9 - Quizvraag

 De sensitiviteit van RT-PCR bij materiaal verkregen binnen 3 dagen na optreden exantheem, is hoger dan 80%. Bij later verkregen materiaal daalt de sensitiviteit snel (50% na 2 weken, en lager dan 20% na 3 weken).  

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een reden voor een vervroegde BMR-vaccinatie en op welke leeftijd?
A
Kinderen geboren uit een niet-immune moeder, tussen de 2-4 maanden.
B
Kinderen met een ernstige primaire immuundeficiëntie, tussen de 0-2 maanden.
C
Kinderen die op reis gaan naar een endemisch land, tussen de 6-14 maanden.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 11 - Quizvraag

Kinderen tussen de 6 en 14 maanden die een reëel risico lopen op mazeleninfectie kunnen vervroegd gevaccineerd worden met BMR. Vanwege de grotere kans op vaccinfalen ten gevolge van de nog aanwezige maternale antistoffen moet bij deze kinderen het vaccin herhaald worden na hun eerste levensjaar

Slide 12 - Tekstslide

Een meisje van 14 maanden oud heeft sinds één dag koorts tot 38.9˚C. Bij lichamelijk onderzoek zijn er behoudens een gegeneraliseerd exantheem geen andere afwijkingen. Acht dagen geleden kreeg zij haar eerste BMR-vaccinatie volgens het Rijksvaccinatieprogramma. Wat is de meest waarschijnlijke onderliggende oorzaak van dit ziektebeeld?
A
Mazeleninfectie
B
Zesde ziekte
C
Bijwerking vaccin
D
Allergische reactie op vaccin

Slide 13 - Quizvraag

Na toediening van het BMR-vaccin vindt er in het lichaam replicatie plaats van het virus. Soms gaat dit gepaard met milde klachten zoals koorts en/of huiduitslag, die dan meestal optreden tussen 5 en 12 dagen na de vaccinatie. Na deze periode wordt de kans steeds groter dat het om een andere (virus)infectie of aandoening gaat.

Slide 14 - Tekstslide

Wat wordt er verstaan onder secundair vaccinfalen?
A
Te weinig antistofinductie na de eerste vaccindosis
B
Hoeveelheid vaccin geïnduceerde antistoffen neemt af na verloop van tijd
C
Het vaccin veroorzaakt een daadwerkelijke infectie
D
Het vaccin werd niet in de koelkast bewaard waardoor het zijn werkzaamheid is verloren

Slide 15 - Quizvraag

Welke maatregelen zijn nodig om transmissie van mazelen te voorkomen in een klinische setting?
A
Handenwassen en hoesthygiëne
B
Druppelisolatie
C
Strikte isolatie + FFP2-masker
D
Waterdicht schort, overall, FFP2-masker, handschoenen, schoen- en oogbescherming

Slide 16 - Quizvraag

Mazelen is zeer besmettelijk, waardoor het risico op snelle verspreiding op een afdeling de nodige preventieve maatregelen vereist. Besmetting vindt meestal plaats via druppels vanuit de neus- en keelholte van de patiënt. Andere besmettingswegen zijn (in)direct contact en verspreiding via de lucht over grotere afstanden door middel van druppelkernen.

Slide 17 - Tekstslide

Mazelen is een meldingsplichtige ziekte
A
Ja, groep A
B
Ja, groep B2
C
Ja, groep C
D
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Vragen?

Slide 19 - Tekstslide