Nieuwsbegrip: sprinkhanen op je bord

Sprinkhanen op je bord
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Sprinkhanen op je bord

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel: De leerlingen lezen de tekst actief in groepjes aan hand
van sleutelvragen en beantwoorden vragen over de tekst.

Leesdoel: Na het lezen kunnen de leerlingen vertellen waar het eten van
sprinkhanen is goedgekeurd, wat er gezond aan is en hoe je ze veilig kunt
eten

Slide 2 - Tekstslide

sprinkhanen op je bord

Slide 3 - Woordweb

We lezen samen de tekst

Slide 4 - Tekstslide


1. Het eerste kopje in de tekst is: Gezond.
Welk kopje zou ook goed bij dat stukje tekst passen?


A
Griezelig en vies
B
Noten frituren
C
Veilig om te eten

Slide 5 - Quizvraag

In regel 11 staat: Want daar kunnen onze darmen niet goed tegen. Waar
kunnen onze darmen niet goed tegen? Waar verwijst daartegen naar?

A
veel eiwitten (regel 6)
B
koken, frituren of wokken (regel 9)
C
de pootjes en de vleugels (regel 10)

Slide 6 - Quizvraag

Lees regel 11-12: Maar daarna is hij veilig om te eten. Welk ander woord of welke
andere woorden in dit stukje tekst betekenen hetzelfde als het woord veilig?


A
gezond (regel 6)
B
zonder gevaar (regel 7-8)
C
goedgekeurd (regel 10)

Slide 7 - Quizvraag

Lees het stukje In de wereld nog een keer. Met welke zin kan dit stukje het beste
verdergaan?
A
Daarom eten mensen in Europa nog steeds graag allerlei insecten.
B
En op een Italiaans eiland werd en wordt er kaas gemaakt met vliegenlarven.
C
Maar in Nederland en België wordt meikeversoep nu ook veel gegeten

Slide 8 - Quizvraag


In regel 24-25 staat: Want die wordt waarschijnlijk ook goedgekeurd. Naar wie of
wat verwijst die?

A
de meelworm (regel 23)
B
de sprinkhaan (regel 23-24)
C
de huiskrekel (regel 24)

Slide 9 - Quizvraag

. Kijk nog een keer naar regel 24-25. Daar staat: Want die wordt waarschijnlijk ook
goedgekeurd. Wat betekent waarschijnlijk?
A
bijna zeker
B
niet altijd
C
zeker niet

Slide 10 - Quizvraag

7. In welk stukje kun je het antwoord vinden op de vraag: In welk land van Europa
worden de meeste insecten ingevoerd?
A
in het stukje Gezond
B
in het stukje In de wereld
C
in het stukje In Nederland

Slide 11 - Quizvraag

Lees het stukje Wennen nog een keer. In welke zinnen staat het belangrijkste van
dit stukje?


A
Als je insecten wil proeven, kun je in Het insectenkookboek kijken. In dat boek staan recepten met insecten, zoals koekjes van meelwormen.
B
Het insectenkookboek is geschreven door Marcel Dicke, Arnold van Huis en Henk van Gurp. Ze schreven het boek al 10 jaar geleden.
C
Je kunt nu in Nederland veel makkelijker insecten kopen dan 10 jaar geleden. Maar mensen moeten nog wel wennen aan het eten van insecten.

Slide 12 - Quizvraag