1G 23 november

Welkom bij Nederlands!
Telefoon in je tas
Op tafel: 
Je lesboek, schrift ,chromebook en  leesboek  
Kauwgum in de prullenbak
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Telefoon in je tas
Op tafel: 
Je lesboek, schrift ,chromebook en  leesboek  
Kauwgum in de prullenbak

Slide 1 - Tekstslide



10 minuten stil lezen
geen boek ? melden en nos.nl
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag:
  • huiswerk bespreken
  • inhalen toets
  • fictie/non-fictie
  • korte pauze
  • activeren cjp-pas
  • huiswerk/maken

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
cursus 7 spelling §2 opdracht 1 tot en met 6 (blz 230-231)

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les :
Weet jij wat fictie en non-fictie is
Weet jij het verschil tussen realistische en fantasieverhalen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Je hebt zojuist een filmpje gezien. Wat zou fictie zijn?
A
Waargebeurde verhalen
B
Verzonnen verhalen
C
Verhalen over de werkelijkheid

Slide 7 - Quizvraag

Wat is fictie?
Betekenis: alles wat verzonnen is. Verzonnen verhalen. De schrijver fantaseert, heeft het verhaal zelf bedacht.

 



Geschreven om je te vermaken.

Voorbeelden:
Leesboek, stripverhaal, musical/toneelstukken en gedichten.




Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Je hebt zojuist een filmpje gezien. Wat zou non-fictie zijn?
A
Waargebeurde verhalen
B
Verzonnen verhalen
C
Verhalen over de werkelijkheid

Slide 10 - Quizvraag

Wat is non-fictie?
Betekenis: alles wat niet verzonnen is. Teksten over de werkelijkheid. Wat er staat, is echt gebeurd en geeft informatie.

 



Het is geschreven om je te informeren of instrueren.

Voorbeelden:
Nieuwsbericht, schoolboeken, kookboeken en een handleiding




Slide 11 - Tekstslide

Fictie (verzonnen verhalen)


sciencefiction
thriller / horror
fantasy
games
toneelstukken
tv-series
strips
tekenfilms
Non-fictie (Verhalen die echt gebeurd zijn of die je feitelijke informatie geven)

krantenbericht
tijdschriftartikel
studieboek
documentaire
journaal / nieuws op tv
agenda
biografie
reisgidsen

Slide 12 - Tekstslide

Is het fictie of non-fictie?

Schrijvers vertellen dingen die echt gebeurd zijn.

A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 13 - Quizvraag

Is het fictie of non-fictie?

Het is bedacht.
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 14 - Quizvraag

Is het fictie of non-fictie?

Een bericht in de krant is hier een voorbeeld van.
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 15 - Quizvraag


A
fictie
B
non-fictie

Slide 16 - Quizvraag



Is dit boek fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 17 - Quizvraag


A
fictie
B
non-fictie

Slide 18 - Quizvraag


A
fictie
B
non-fictie

Slide 19 - Quizvraag


A
fictie
B
non-fictie

Slide 20 - Quizvraag


A
fictie
B
non fictie

Slide 21 - Quizvraag


A
fictie
B
non-fictie

Slide 22 - Quizvraag

Realistisch en niet-realistisch
Fictie kan realistisch of niet-realistisch zijn:




Realistisch:
-Verhaal lijkt heel erg op de werkelijkheid, alles kan in het echt ook gebeuren.

Niet-realistisch:
-Verhalen met veel dingen die niet echt kunnen gebeuren.




Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Oorlogswinter is:
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Black Panther is:
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie

Slide 27 - Quizvraag

Korte pauze!
timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide

cjp-pas activeren

Slide 29 - Tekstslide

huiswerk/maken
Cursus 3 § 1
Opdracht 1 (samen)
Opdracht 2,3,4 (blz 64 tm 71)
timer
20:00

Slide 30 - Tekstslide

Einde les 

Slide 31 - Tekstslide