5.3 Politieke partijen LES 3

5.3 Politieke partijen 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.3 Politieke partijen 

Slide 1 - Tekstslide

Actualiteit

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken vragen 5.2

Slide 3 - Tekstslide

Politieke partij:
Een politieke partij is een groep van politieke geestverwanten. Politieke partijen streven vaak meer dan één doel na, zoals bevordering van werkgelegenheid, een eerlijke inkomensverdeling, een schoon milieu of het bestrijden van criminaliteit. Omdat niet iedereen deze doelen op dezelfde wijze nastreeft, zijn er meer partijen ontstaan.

Slide 4 - Tekstslide

Op basis van de  verschillende ideeën kun je politieke partijen indelen in 3 politieke stromingen

Slide 5 - Tekstslide

= GELIJKHEID
  • De overheid moet ervoor zorgen dat er goede voorzieningen 
      (bijvoorbeeld zorg) zijn voor iedereen.
  • De welvaart moet eerlijk verdeeld worden door de overheid
Sociaaldemocratische partijen

Slide 6 - Tekstslide

      = VRIJHEID
  • Individuen en bedrijven moeten zich "in alle vrijheid" kunnen ontwikkelen.
  • De overheid moet zich zo weinig mogelijk bemoeien met de samenleving.
  • De zorg kan bijvoorbeeld best door "de markt" geregeld worden. De consument kiest dan vanzelf voor de meest efficiënte zorgaanbieders.
Liberale partijen

Slide 7 - Tekstslide

= CHRISTELIJKE WAARDEN
  • De overheid moet terughoudend zijn en moet allerlei zaken aan de samenleving overlaten.
  • Zorg is niet alleen de taak van overheid, burgers kunnen dit zelf
       ook organiseren.
Confessionele,  levensbeschouwelijke partijen

Slide 8 - Tekstslide

  • Partijen met standpunten op basis van emoties en opvattingen van groepen in de samenleving
  • Populisten  willen zaken waar deze groepen zich kwaad over maken via de politiek  proberen te veranderen
  • Er zijn ook partijen die worden gevormd, omdat ze wel één doel nastreven. Dit worden belangenpartijen of 'one-issue-partijen' genoemd. 
One-issue partijen

Populistische partijen

Slide 9 - Tekstslide

Wie kan nog een populistische partij noemen?

en een one issue?

Slide 10 - Tekstslide

              Progressieve partijen           vs          conservatieve partijen 
                           Vooruitstrevend         vs          behoudend 
                       met tijd mee gaan                        veranderingen minder snel

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Het verschil tussen rechts en links is het verschil tussen socialisten en liberalen.
Links: grote overheid, eerlijke kansen voor iedereen, gelijke welvaart  gelijkheiden belang van de maatschappij

Rechts: Kleine overheid, zelfverantwoordelijkheid, meer marktwerking. Kernbegrip: Vrijheid.

Ook een belangrijk onderscheid dat je kan zien in het verschil is dat links over het algemeen en rechts van het individu.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 1
1. De overheid moet meer overlaten aan de burgers, die organiseren het zelf wel. Welke stroming?
A
christelijke partijen
B
sociaal democratische partijen
C
liberale partijen

Slide 15 - Quizvraag

Opdracht 1
2. De overheid moet er voor zorgen dat iedereen, rijk of arm, dezelfde kansen krijgt.
Welke stroming?
A
christelijke partijen
B
sociaal democratische partijen
C
liberale partijen

Slide 16 - Quizvraag

Opdracht 1
3. De overheid moet onze keuzevrijheid respecteren en "de markt" zijn werk laten doen.
Welke stroming?
A
christelijke partijen
B
sociaal democratische partijen
C
liberale partijen

Slide 17 - Quizvraag


Opdracht 2: 
1. Als je hard werkt en risico's neemt mag je best meer verdienen. Je hoort dan niet gestraft te worden door meer belasting te moeten betalen.
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
Populistische partij

Slide 18 - Quizvraag


2. Ook voor de belangen van kleine winkeliers is één dag rust per week belangrijk. 
Daarom moeten op zondag de winkels niet open
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
Populistische partij

Slide 19 - Quizvraag


3. Je moet er van uit kunnen gaan dat de overheid zorgt voor genoeg geld om van te leven en te wonen
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
One-issue partij

Slide 20 - Quizvraag


4. Het is belangrijk dat je voor het welzijn van je medemens zorgt en niet alles van de overheid verwacht.
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
One-issue partij

Slide 21 - Quizvraag

Maken
Opdrachten:
5.3      3 t/m 6

tijd over? 
over de streep 


Slide 22 - Tekstslide

Opdracht kritisch denken
Hoe bescherm ik me tegen internetcriminelen?

Slide 23 - Tekstslide

Hoe kun je internetcriminaliteit voorkomen?
Hoe voorkom je dat je slachtoffer wordt van nepmails en identiteitsfraude? 
De overheid financiert voorlichting om de burger te beschermen tegen internetcriminaliteit. In de campagne 'Maak ze het niet te makkelijk', geeft de overheid deze tips:
 
  1. Voer updates altijd gelijk uit.
  2. Leer foute links herkennen
  3. Gebruik verschillende wachtwoorden
  4. Gebruik altijd een virusscanner
  5. Maak regelmatig een back-up.

Op veiliginternetten.nl geeft de overheid nog meer informatie om veilig te internetten.






Slide 24 - Tekstslide




Welke van de  5 tips pas jij regelmatig toe?

Slide 25 - Tekstslide

Wat is jouw belangrijkste tip voor anderen om misbruik te voorkomen?

Slide 26 - Tekstslide

Beantwoord onderstaande vragen:

Wat vind jij? Moet de overheid burgers actief voorlichten over internetcriminaliteit, of is dat de verantwoordelijk-heid van burgers zelf? 

Waarom vind je dat?

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide