Domein B H7

Lesdoelen:
Je kunt:
- verschil tussen vrijwillig en verplicht sparen beschrijven.
- voor- en nadelen van vrijwillig en verplicht sparen uitleggen.
- verschil tussen vrij opneembare en niet-vrij opneembare spaarvormen beschrijven.
- voor- en nadelen van vrij opneembare en niet-vrij opneembare spaarvormen uitleggen.
- handel in aandelen, obligaties, beleggingsfondsen en opties beschrijven.
- aandelen omschrijven en risico en rendement analyseren.
- obligaties en beleggingsfondsen omschrijven en risico en rendement analyseren.


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen:
Je kunt:
- verschil tussen vrijwillig en verplicht sparen beschrijven.
- voor- en nadelen van vrijwillig en verplicht sparen uitleggen.
- verschil tussen vrij opneembare en niet-vrij opneembare spaarvormen beschrijven.
- voor- en nadelen van vrij opneembare en niet-vrij opneembare spaarvormen uitleggen.
- handel in aandelen, obligaties, beleggingsfondsen en opties beschrijven.
- aandelen omschrijven en risico en rendement analyseren.
- obligaties en beleggingsfondsen omschrijven en risico en rendement analyseren.


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Noem de 4 verschillen tussen een spaarrekening en spaardeposito.

Slide 3 - Open vraag

Bereken de waarde van mijn geld als ik nu €10.000 apart zet tegen 2,3% rente voor 10 jaar.

Slide 4 - Open vraag

Over 30 jaar wil ik €1.000.000 hebben. De rente is 3,2%. Bereken hoeveel ik nu op de spaarrekening moet zetten.

Slide 5 - Open vraag

Het schadebedrag is €60.000. De gezonde waarde is €100.000. De verzekerde waarde is €100.000. Bereken de schade-uitkering.

Slide 6 - Open vraag

VOC aandeel

Slide 7 - Tekstslide

Waarde
Nominale waarde
Koerswaarde
Emissiekoers

Slide 8 - Tekstslide

Rendement
Koersrendement
Dividendrendement

Slide 9 - Tekstslide

Obligaties
obligatielening: hoge, langlopende lening verdeeld in kleinere delen (obligaties). 

Je krijgt een vast interest- of rentepercentage. 

couponrente: de rente die je ontvangt over de nominale waarde (= oorspronkelijke waarde)

Slide 10 - Tekstslide

couponrendement
couponrendement = (rentebedrag/beurskoers)*100%

maak opgave 11

Slide 11 - Tekstslide

Workshopsessie
Maak de opdrachten uit H7. 
Ben je klaar voor de zelftoets? Maak die dan zelfstandig. Deze doen we in de communicatiesessie. 
Vooraan zitten als je niet zelfstandig kan/wil werken. Wanneer je mijn hulp niet nodig hebt kun je achteraan werken. 

Slide 12 - Tekstslide