Les 1 De late industrialisatie van NL

Een modern land
  • Vereningd Koninkrijk der Nederlanden
  • Industriële revolutie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Een modern land
  • Vereningd Koninkrijk der Nederlanden
  • Industriële revolutie

Slide 1 - Tekstslide

Nederland als industriële samenleving

Slide 2 - Tekstslide

1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

  • Napoleon verslagen bij Waterloo

  • Zoon van prins Willem V wordt koning Willem I

  • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, België en Luxemburg

Slide 3 - Tekstslide

1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
  • Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, België en Luxemburg (1815-1830)

  • Nederland krijgt een grondwet

  • Noemen we een constitutionele (=grondwet) monarchie (= land met een koning)
    "Macht van de monarch ligt vast in de grondwet"

Slide 4 - Tekstslide

In 1830 kwamen de Belgen in opstand. Na een korte oorlog werd België onafhankelijk.



Slide 5 - Tekstslide


Belgische Revolutie
1830-1839



Gevolgen:
- 1839: Nederland erkent onafhankelijk België
- NL verliest groot deel van industrie en grondstofbronnen
- 1840: Willem I afstand v/d troon >> Willem II de nieuwe koning

Slide 6 - Tekstslide

Industriële Revolutie

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Katoen en wol:  Een wereld van verschil
  • De grootste fabrieken in Nederland waren textielfabrieken.
    Textiel
    werd in de negentiende eeuw gemaakt van twee grondstoffen: katoen en wol.   
  • De meeste katoenindustrie zat in Oost-Nederland, in Twente.  Hier werkten rond 1900 meer dan 10.000 arbeiders in de textielindustrie.  Een groot deel van de productie was bestemd voor de export, o.a. naar Nederlands-Indië.  

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Textielfabrieken
Twente
aangewezen door de koning
moest gaan concurreren met Engeland en België
veel huisnijverheid

Slide 11 - Tekstslide

Gevolgen van de industrialistatie

  • Handwerk kan niet meer concurreren tegen de fabrieken.

  • Arbeiders trekken van het platteland naar de stad (urbanisatie)

  • Steden groeien erg snel

Slide 12 - Tekstslide

Arbeidsomstandigheden
  • Verschrikkelijk saai en eentonig
  • Lange werkdagen 
  • Gevaarlijk en ongezond werk
  • Enorm kabaal
  • Geen rechten
  • Laag salaris

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Maken: Oriëntatie: 1 t/m 6
Les 1: 1 t/m 20

Slide 14 - Tekstslide