Samen Fris - les 3
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Als je onder invloed van alcohol domme dingen doet,
is het je eigen schuld.
is het je eigen schuld.
A
eens
B
oneens
Slide 2 - Quizvraag
Leg uit waarom je eens of oneens hebt gekozen.
Slide 3 - Open vraag
Beantwoord de stelling opnieuw
A
eens, ik ben niet van gedachte veranderd
B
oneens, ik ben niet van gedachte veranderd
C
eens, ik ben van gedachte veranderd
D
oneens, ik ben van gedachte veranderd
Slide 4 - Quizvraag
Ik vind het asociaal als iemand naast mij staat te roken.
A
eens
B
oneens
Slide 5 - Quizvraag
Leg uit waarom je eens of oneens hebt gekozen.
Slide 6 - Open vraag
Beantwoord de stelling opnieuw
A
eens, ik ben niet van gedachte veranderd
B
oneens, ik ben niet van gedachte veranderd
C
eens, ik ben van gedachte veranderd
D
oneens, ik ben van gedachte veranderd
Slide 7 - Quizvraag
Je krijgt sneller ruzie met je vrienden en familie als je
wiet gebruikt.
wiet gebruikt.
A
eens
B
oneens
Slide 8 - Quizvraag
Leg uit waarom je eens of oneens hebt gekozen.
Slide 9 - Open vraag
Beantwoord de stelling opnieuw
A
eens, ik ben niet van gedachte veranderd
B
oneens, ik ben niet van gedachte veranderd
C
eens, ik ben van gedachte veranderd
D
oneens, ik ben van gedachte veranderd
Slide 10 - Quizvraag
Iedereen kan verslaafd raken.
A
eens
B
oneens
Slide 11 - Quizvraag
Leg uit waarom je eens of oneens hebt gekozen.
Slide 12 - Open vraag
Beantwoord de stelling opnieuw
A
eens, ik ben niet van gedachte veranderd
B
oneens, ik ben niet van gedachte veranderd
C
eens, ik ben van gedachte veranderd
D
oneens, ik ben van gedachte veranderd
Slide 13 - Quizvraag
Roken zou verboden moeten worden.
A
eens
B
oneens
Slide 14 - Quizvraag
Leg uit waarom je eens of oneens hebt gekozen.
Slide 15 - Open vraag
Beantwoord de stelling opnieuw
A
eens, ik ben niet van gedachte veranderd
B
oneens, ik ben niet van gedachte veranderd
C
eens, ik ben van gedachte veranderd
D
oneens, ik ben van gedachte veranderd
Slide 16 - Quizvraag
Als je wiet gebruikt, is de kans groter dat je ook andere drugs gaat gebruiken.
A
eens
B
oneens
Slide 17 - Quizvraag
Leg uit waarom je eens of oneens hebt gekozen.
Slide 18 - Open vraag
Beantwoord de stelling opnieuw
A
eens, ik ben niet van gedachte veranderd
B
oneens, ik ben niet van gedachte veranderd
C
eens, ik ben van gedachte veranderd
D
oneens, ik ben van gedachte veranderd
Slide 19 - Quizvraag
Jongeren onder de 18 zijn zelfstandig genoeg om zelf
te bepalen of ze alcohol drinken.
te bepalen of ze alcohol drinken.
A
eens
B
oneens
Slide 20 - Quizvraag
Leg uit waarom je eens of oneens hebt gekozen.
Slide 21 - Open vraag
Beantwoord de stelling opnieuw
A
eens, ik ben niet van gedachte veranderd
B
oneens, ik ben niet van gedachte veranderd
C
eens, ik ben van gedachte veranderd
D
oneens, ik ben van gedachte veranderd
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Link
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
1. “Mijn ouder(s) zijn het hiermee eens/oneens”
Roken, alcohol drinken of blowen wordt extra aantrekkelijk als je het verbied.
Roken, alcohol drinken of blowen wordt extra aantrekkelijk als je het verbied.
Eens
Weet ik niet
Oneens
Slide 26 - Poll
2. “Mijn ouder(s) zijn het hiermee eens/oneens”
Jongeren onder 18 jaar zijn verstandig genoeg om zelf te bepalen of ze alcohol drinken.
Jongeren onder 18 jaar zijn verstandig genoeg om zelf te bepalen of ze alcohol drinken.
Eens
Weet ik niet
Oneens
Slide 27 - Poll
3. “Mijn ouder(s) zijn het hiermee eens/oneens”
Je hebt als ouder geen invloed hebt op het rook-en drinkgedrag van je kind.
Je hebt als ouder geen invloed hebt op het rook-en drinkgedrag van je kind.
Eens
Weet ik niet
Oneens
Slide 28 - Poll
4. “Mijn ouder(s) zijn het hiermee eens/oneens”
De regels van mijn ouders gelden overal, ook bij anderen.
De regels van mijn ouders gelden overal, ook bij anderen.
Eens
Weet ik niet
Oneens
Slide 29 - Poll
5. “Mijn ouder(s) zijn het hiermee eens/oneens”
Alcohol drinken voor je 18e kan niet zoveel kwaad, vroeger gebeurde het ook
Alcohol drinken voor je 18e kan niet zoveel kwaad, vroeger gebeurde het ook
Eens
Weet ik niet
Oneens
