8.4 Past simple vs Past continuous

English
The 23rd of November
Ms. Derks
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

English
The 23rd of November
Ms. Derks

Slide 1 - Tekstslide

Plan for today

  • Stof toets
  • Vocab
  • Grammar 8.2

Slide 2 - Tekstslide

Goals


• At the end of this lesson you can translate English words.
• At the end of this lesson you can talk about the past in English.



Slide 3 - Tekstslide

Vertaal de volgende woorden naar het Engels:
medelijden, eenzaam, boosheid, zich zorgen maken, proberen, perron, bestellen, pas geleden.

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Past Simple 
Past Simple: 
Als iets in het verleden 
is gebeurd. 

+ She played soccer.
- She didn't play soccer. 
? Did she play soccer?

Slide 6 - Tekstslide

Past continuous
Past continuous: 
Als iets in het verleden 
bezig was (duurde een tijde). 

+ She was playing soccer.
- She wasn't playing soccer. 
? Was she playing soccer?

Slide 7 - Tekstslide




Past simple:
Als iets in de verleden is gebeurd  en als het belangrijk is wanneer het is gebeurd. 

Vaak staan woorden in zinnen zoals:
last night, in 2015, this morning, when I was young, five minutes ago.

Past simple summary:
- voorbij
- duurde kort

Past simple form:
- w.w. + ed
- 2e rijtje



Past continuous:
Als je zegt wat er op een bepaald moment in het verleden aan de gang was of wat je toen aan het doen was.




Past continuous summary:
- was bezig
- duurde tijdje

Past continuous form:
- was/were + w.w. + ing

Past simple vs Past continuous

Slide 8 - Tekstslide

Past simple vs. past continuous
''I was cooking dinner when my mother called.''

De activiteit die aan de gang was, is de past continuous.
De activiteit die 'erbij komt', is de past simple.

Slide 9 - Tekstslide

Past simple vs. past continuous
Zinnen kun je herkennen aan het woordje 'when':
''When the phone rang, she was writing a letter.''

Als het woordje 'while' in de zin staat, gebeuren 2 dingen tegelijk =  2 keer past continuous:
''I was studying while my father was making dinner.''

Slide 10 - Tekstslide

In welke zin staat de past continuous?
A
My parents went out for dinner.
B
They love to go out.
C
My father was wearing a suit and tie.
D
My mother looked lovely too.

Slide 11 - Quizvraag

Vul in: I ___ doing my homework when she called.

A
will
B
were
C
am
D
was

Slide 12 - Quizvraag

Vul in: My sister ___ (do) the dishes while I ____ (watch) TV.
A
did - was watching
B
was doing -was watching
C
did - watched
D
does -watch

Slide 13 - Quizvraag

Vul in:
We _____ football when it started to rain.
A
was playing
B
were played
C
were playing
D
was played

Slide 14 - Quizvraag

Vul in : He ____ (play) tennis from 3 till 4 yesterday afternoon.

A
are playing
B
was playing
C
when playing
D
were playing

Slide 15 - Quizvraag

Vul in: Sheila and I ____ (talk) to the neighbour when the doorbell rang.
A
talked
B
were talking

Slide 16 - Quizvraag

Vul in: My sister _____ (walk) in while I was making my homework
A
walked
B
was walking

Slide 17 - Quizvraag

BLOOKET
  • Practise Past Simple vs Past Continuous in  Blooket 


www.Blooket.com/play



Slide 18 - Tekstslide

Let's get to work!

8.4 NU ENGELS
Read grammar explanation carefully!
Do all ex. (also grammar & extra grammar)  HW
Need help? Ask your neighbour first.

Done? Afmaken 'A life on our planet'.


timer
30:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Link

What did we do today?
  1. Verledentijd in het Engels.
  2. Hoe ging dit? 

Slide 22 - Tekstslide

Werkuur

  • Finish assignment "a life on our planet".
  • Maak oefentoets Unit 8.
  • Stel vragen voor de toets (30 November).

Done? Do 8.5 & 8.6

Slide 23 - Tekstslide