Toegepaste scheikunde thema 4: Fotosynthese

Toegepaste scheikunde thema 4: Fotosynthese
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Toegepaste scheikunde thema 4: Fotosynthese

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema's bij toegepaste scheikunde
  1. Stoffen en molecuulformules
  2. Bodemanalyse en reactievergelijkingen
  3. Grond- en oppervlaktewater
  4. Fotosynthese
  5. pH in de bodem en pH in het melksysteem
  6. Mest en urine
  7. Broeikasgas 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Ma 22 januari - Start deel twee, fotosynthese
  • Ma 29 januari - pH in bodem en in melksysteem
  • Ma 05 februari - Mest en urine
  • Ma 12 februari - Rosenmontag
  • Ma 19 februari - Voorjaarsvakantie
  • Ma 26 februari - Broeikasgas
  • Ma 04 maart - Herhaling en oefenen lesstof
  • Ma 11 maart - Toets deel 2
  • Cijfers gemiddeld = eindcijfer

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Di 23 januari -  Oefentoets 
  • Di 30 januari -  Toets deel 1 
  • Di 06 februari - Start deel twee, fotosynthese 
  • Ma 12 februari - Rosenmontag
  • Ma 19 februari - Voorjaarsvakantie
  • Ma 26 februari - pH in bodem en in melksysteem 
  • Ma 04 maart - Mest en urine / Herhaling en oefenen lesstof
  • Ma 11 maart - Toets deel 2
  • Cijfers gemiddeld = eindcijfer

timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun jij:

  • Je kunt door middel van reactievergelijking uitleggen wat er gebeurt tijdens fotosynthese in een gewas;

  • Je kunt door middel van reactievergelijking uitleggen wat er gebeurt tijdens dissimilatie.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een chemische reactie gebeurt het volgende:
- de (eigenschappen van de) beginstof verdwijnt

- er ontstaat een nieuw reactieproduct

 - het is onomkeerbaar
Chemische reacties worden weergegeven in een:

- Reactie-schema 
of
- Reactievergelijking

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een aantal belangrijke..
We behandelen tijdens deze les:
- fotosynthese
- dissimilatie
- mineralisatie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Fotosynthese
Een belangrijk scheikundig proces binnen de landbouw is de fotosynthese. Fotosynthese is het proces waarbij planten water en koolstofdioxide onder invloed van energie uit licht omzetten in zuurstof en glucose.

De zuurstof die we iedere dag inademen, hebben we te danken aan bomen en planten. Zij zetten CO2 met behulp van licht en water om in zuurstof en suikers. Zonder deze fotosynthese zou er dus amper leven op aarde zijn. Hoe werkt fotosynthese eigenlijk? En kunnen wij de formule van fotosynthese nabootsen, op weg naar een duurzame toekomst?

Fotosynthese 
  • Proces om suikers en zuurstof te maken
  • Kan alleen overdag plaatsvinden
  • Fotosynthese vindt plaats in de chloroplasten

  • Koolstofdioxide + water + licht   →   glucose + zuurstof 

  • 6CO2 + 6H20 + licht → C6H12O6 + 6O2




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de reactievergelijking kloppend
...CO2+...H2O +zonlicht--> C6 H12 O6+...O2

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fotosynthese vindt overdag in de plant plaats, hoe heet hetgeen dat 's nachts in de plant gebeurt?
A
dissimilatie
B
slapen
C
assimilatie
D
ademhalen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plant doet ook aan verbranding
  • Net als wij. 
  • Een plant verbruikt energie.
  • Plant kan energie vrijmaken door glucose (suiker) te verbranden. Hierbij wordt ook zuurstof gebruikt.
  • Hierbij komt de afvalstof koolstofdioxide vrij.

  • Resultaat: Plant heeft energie om te leven en te groeien

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dissimilatie (verbranding)
In de nacht vindt verbranding plaats, dat noem je ook wel dissimilatie. Glucose wordt dan gevormd en daarbij komt energie vrij. 

Fotosynthese is eigenlijk het omgekeerde van dissimilatie

Slide 14 - Tekstslide

Dissimilatie (verbranding)
Om te groeien heeft een plant energie nodig. Deze energie maakt de plant vrij door glucose te verbranden (= reactie met zuurstof). Er ontstaat dan water en koolstofdioxide. Bij deze reactie komt energie vrij.

C6H12O6 + 6 H2O + 6 O2 --> 6 CO2 + 12 H2O + energie

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De reactievergelijking van verbranding
Glucose + zuurstof --> water + koolstofdioxide + energie

C6H12O6+ O2 --> H2O + CO2+ energie

De energie die tijdens verbranding vrijkomt kan door de plant gebruikt worden om te groeien.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Overdag zowel fotosynthese als verbranding
's nachts alleen verbranding



Mineralisatie

Slide 18 - Tekstslide

Mineralisatie is het proces waarbij vers organisch materiaal zoals bladeren, takken, dode planten en dieren door micro-organismen wordt afgebroken. Bij dit proces komt een aantal voedingsstoffen (stikstof, fosfor, kalium, calcium, magnesium, zwavel, sporenelementen) en CO2 vrij.
Een deel van het verse organische materiaal wordt niet afgebroken, maar wordt omgezet naar organische stof in de bodem. Dit proces noemen we humificatie. De stof die hierbij ontstaat noemen we humus.

De veehouderij heeft de mineralen in de kringloop nodig om het gewas te laten groeien. De mineralen zitten in de mest.
Mest bevat ammoniak, dat is een gas. Dit gas moet omgezet worden naar nitraat voordat het door de planten kan worden opgenomen.

Door mest te verdunnen met water voorkom je dat het ammoniakgas verdampt naar de lucht en dus niet meer door plantenwortels kan worden opgenomen.



De humus in de bodem wordt op zijn beurt weer afgebroken door micro-organismen en ondergaat dus opnieuw mineralisatie en humificatie. Zo ontstaat er een steeds stabielere vorm van humus.
Mineralisatie en humificatie zijn biologische processen. Zij hangen af van diverse factoren, waaronder de temperatuur en het vochtgehalte. Zo komt de mineralisatie pas echt op gang als de bodemtemperatuur boven de 15 oC is. Wanneer de grond uitgedroogd is, valt de mineralisatie helemaal stil; is de grond erg nat, dan gaat de mineralisatie zeer langzaam.
De omzetting van ammoniak naar nitraat is een vorm van mineralisatie

Slide 19 - Tekstslide

Mineralisatie
Plantenresten, afgevallen bladeren en dode dieren worden in of op de bodem door micro-organismen omgezet in anorganische verbindingen zoals
nitraat en koolstofdioxide. Deze anorganische stoffen kunnen vervolgens door planten gebruikt worden als voedingsstoffen.

Zo wordt door middel van nitrificatie ammoniak omgezet in nitraat, een voedingsstof voor planten. Dit gebeurt in twee stappen:
1. Ammoniak wordt door nitrificerende bacteriën met behulp van zuurstof omgezet in nitriet.
2. Nitriet wordt door nitrificerende bacteriën met behulp van zuurstof omgezet in nitraat.

De reactievergelijkingen hiervoor zijn als volgt:
1. Van ammoniak naar nitriet : 2 NH3 + 3 O2 - ® 2 H+ + 2 NO2- + 2 H2O + energie
         De vorming van H+ geeft aan dat nitrificatie een verzurend proces is.
2. Van nitriet naar nitraat: 2 NO2- + O2 ® 2 NO3- + energie
         Totaal: 2 NH3 + 4 O2 ® 2 H3O+ + 2 NO3- + energie

Bij nitrificatie komt zuur vrij in de bodem. Zoek uit wat het gevolg is van een verzuurde bodem voor de opname van voedingsstoffen.
Voordat planten de ammoniak in mest kunnen opnemen moet deze eerst omgezet worden naar nitraat. Hierbij is flink wat zuurstof nodig. Wat betekent dit voor de bodemstructuur en de grondbewerking?
Hoe kun je ervoor zorgen dat meststoffen zo goed mogelijk worden opgenomen door het gewas?   
Fotosynthese is het vermogen van de plant...
A
om uit humusdeeltjes en water, onder invloed van licht, glucose te maken
B
om uit voedingsstoffen en koolzuurgas, onder invloed van licht, glucose te maken
C
om uit ionen en koolzuurgas, onder invloed van licht, glucose te maken
D
om uit water en koolzuurgas, onder invloed van licht, glucose te maken

Slide 20 - Quizvraag

D
Welke twee stoffen heb je nodig voor fotosynthese?
A
Zuurstof en water
B
Koolstofdioxide en water
C
Koolstofdioxide en glucose
D
Glucose en water

Slide 21 - Quizvraag

B
Welke stoffen komen er vrij bij fotosynthese?
A
Warmte + water
B
Zuurstof + water + lichtenergie
C
Zuurstof + glucose
D
Glucose + water

Slide 22 - Quizvraag

C
Welke stof(fen) komen NIET voor bij fotosynthese?
A
Glucose
B
Zuurstof
C
Eiwitten
D
Water

Slide 23 - Quizvraag

C
fotosynthese is een....
A
assimilatie proces
B
dissimilatie proces

Slide 24 - Quizvraag

A
Hoe noem je de tegenreactie van fotosynthese die in de nacht plaatsvind?
A
Assimilatie
B
Verbranding
C
Turgor
D
Verdamping

Slide 25 - Quizvraag

B
Wat is een ander woord voor assimilatie?
A
Verbranding
B
Fotosynthese
C
Bladgroenkorrel
D
Hemoglobine

Slide 26 - Quizvraag

B