Oplossingsgericht werken met kinderen

Oplossingsgericht werken met kinderen
Howest
28/11/'22
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GedragswetenschappenHoger onderwijs

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Oplossingsgericht werken met kinderen
Howest
28/11/'22

Slide 1 - Tekstslide

In deze les:
1. Uitgangspunten
2. Praktische werkvormen

Slide 2 - Tekstslide

Oplossingsgericht werken

Slide 3 - Woordweb

Binnen welke 'stroming' hoort het 'oplossingsgericht denken' thuis?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Alice in

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Dodo: ‘Everybody has won, and all must have prizes!’

Slide 10 - Tekstslide


Basisprincipes oplossingsgericht werken
(solution-focused)

Slide 11 - Tekstslide

Premissen

  1. Mensen hebben zelfhelende capaciteiten
  2. De oorzaak van een probleem zegt vaak niets over de   oplossing
  3. Mogelijkheid om keuzes te kunnen maken: essentieel om   zich goed te voelen
  4. Het verkregen mandaat bepaalt de mogelijke interventies




Slide 12 - Tekstslide

1. Mensen hebben zelfhelende capaciteiten

  • Invloed van therapie op hersenen
      ............................................................
      ............................................................
      ............................................................
      ............................................................
  • Homeostase: het probleem is een oplossing die niet meer   werkt



Slide 13 - Tekstslide

2. De oorzaak van een probleem zegt vaak niets over de     
    oplossing

  • Soorten vragen: oplossingsgerichte vragen
  • Positief, hoopgevend
  • Geloof in groeimogelijkheden, gericht naar de toekomst
  • Door op oplossingen/sterktes te focussen, versterk je die

Slide 14 - Tekstslide

3. Mogelijkheid om keuze te kunnen maken: essentieel om 
    zich goed te voelen


  • Typerend voor het Brugse Model (Korzybski)
  • Positieve connotaties: door een andere context te   scheppen, ga je kijken wat bruikbaar is

Slide 15 - Tekstslide

Positieve connotaties
  • We moeten niet van nul beginnen
  • Mensen kunnen niet anders dan samenwerken: band   wordt versterkt (positieve benadering)
  • Symptomen als oplossing (Erickson): symptomen als   nuttig zien om een bepaald doel te bereiken 
                      weerstand vermindert



Slide 16 - Tekstslide

Positieve connotaties
  • Positieve connotatie geven aan symptomen: benoemen   en kijken naar lichamelijke reacties (fysiologie)
  • Taal als uiting van ‘respect’: ‘everything before but is     bullshit’
  • Joinen via positieve connotaties

Slide 17 - Tekstslide

4. Het verkregen mandaat bepaalt de mogelijke interventies

Mandaat:
  • Goed contact opbouwen
  • Vertrouwensrelatie ontwikkelen
  • Betekenis hebben voor die persoon (sensitief/responsief)
  • Noodzakelijke voorwaarde om te begeleiden en   oplossingen te zoeken

Slide 18 - Tekstslide

4. Het verkregen mandaat bepaalt de mogelijke interventies
Hoe mandaat opbouwen?
  • Kind ‘volgen’: joinen (non-verbaal en verbaal)
  • Krachten benoemen, inzet opmerken & last erkennen
  • Pas in tweede instantie: ‘leiden’ via uitzonderingsvragen,   doe-opdrachten, observaties, etc.

Slide 19 - Tekstslide

4 vragen om ons te gidsen

  1. Is er een probleem of beperking en is er een oplossing?
  2. Is er een hulpvraag?
  3. Is er een werkbare hulpvraag?
  4. Zijn er bruikbare hulpbronnen aanwezig?




Slide 20 - Tekstslide

1. Is er een probleem of beperking?

  • Beperking: vb autisme --> leren mee omgaan
  • Probleem: concreet gedrag --> kan opgelost worden
  • Respectvol hulp bieden: aandacht voor impliciete   boodschappen
  • Joinen: benoemen van het positieve
  • Therapeutische relatie: ouder/kind als expert 
     --> bevragen wat ze al geprobeerd hebben als oplossing

Slide 21 - Tekstslide

2. Is er een hulpvraag?

  • Meestal vanuit de ouders
  • Conditie: beide ouders dienen op hetzelfde spoor te zitten
         --> het gemeenschappelijke benoemen
  • Geformuleerde doelen: concreet gedrag opstellen van   gedragsexperimentjes en pronostieken

Slide 22 - Tekstslide

3. Is er een werkbare hulpvraag?

  • Rol consulent: induceren van een werkbare hulpvraag;
     door kind/ouder soms vaag geformuleerd, vb ‘ik       
     ben depressief’
  • Werkbare hulpvraag: formuleren van concrete   doelstellingen, te zien in concreet gedrag (positief   geformuleerd)

Slide 23 - Tekstslide

4. Zijn er bruikbare hulpbronnen/resources    
    aanwezig?

  • Zijn al aanwezig, maar de kind/ouder is er zich meestal   niet van bewust
                   begeleiden naar het ontdekken ervan
  • Vragen naar ‘uitzonderingen’, geeft steeds al een zicht op   (gedeeltelijk) aanwezige oplossingen; symptomen zijn er   niet dag en nacht, van 1/01 tot 31/12

Slide 24 - Tekstslide

4. Zijn er bruikbare hulpbronnen/resources    
    aanwezig?
  • Meestal geeft een kind/ouder zelf aan wanneer het probleemgedrag minder aanwezig is; dit zijn cadeautjes voor de consulent… hij/zij dient ze alleen maar te zien
  • Valkuil van de overijverige consulent: aandraven met   eigen oplossingen vanuit het theoretisch kader
                         Dit werkt écht niet!

Slide 25 - Tekstslide


Praktische werkvormen

Slide 26 - Tekstslide


De aangeboden werkvormen zijn geen 'trucjes' maar dienen ingebed te zijn in een oplossingsgerichte visie binnen het begeleidingstraject

Slide 27 - Tekstslide

Good practices
  • Schaalvragen
  • Wapenschild
  • Bootjes
  • Familie-in-dierenplaat
  • Dixit
  • Pluchen dieren
  • Handpoppen
  • Kids' Skills

Slide 28 - Tekstslide

Kids' Skills

Kids’ Skills is een speelse, praktische benadering voor het oplossen van moeilijkheden waarmee kinderen worden geconfronteerd. Centraal staat één heel belangrijk idee: praktisch alle problemen kunnen worden opgevat als vaardigheden die nog ontwikkeld moeten worden.
Kids’ Skills is ontwikkeld door de Finse psychiater Ben Furman en bedoeld voor kinderen tot ongeveer 12 jaar. Voor jongeren is er Mission Possible.




Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Oefenen: hoe gaan we te werk?
  • groepjes van 3
  • casus kind uit de lagere school (enkel te lezen door 'kind')
  • 1 consulent: gebruikt een besproken werkvorm of uit de     bundel
  • 1 kind: leef je zo goed mogelijk in
  • 1 observator: let op hanteren van oplossingsgericht kader

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Literatuur
  • Wolters, C. (2011). Oplossingsgericht aan het werk met   kinderen en jongeren. Uitgeverij Pica
  • Koeman, P. & Vranken, S. (2014). Wat kan je van   stokstaartjes leren? Interventietechnieken voor het   oplossingsgericht werken met kinderen en jongeren.   Uitgeverij Acco.

Slide 36 - Tekstslide

Literatuur
  • Le Fevere de Ten Hove, M. (2000). Korte Therapie.   Handleiding bij het ‘Brugs Model’ voor psychotherapie   met toepassing op kinderen en jongeren.   Leuven/Apeldoorn: Garant.
  • Furman, B.: https://www.kidsskills.org/WP-fin/
  • https://www.uitgeverijpica.nl/titels/kids-skills

Slide 37 - Tekstslide