Observeren en signaleren (AH en pols) - aandoeningen i.v.m activiteiten

• verzorging
• Secundair onderwijs

Om te beginnen...

TOETS!

Toets

• Klik op de link in de volgende slide
• vul je e-mailadres in (smartschool)
• ik lees de toets met jullie klassikaal voor
• start de toets
• duw achteraf op verzenden
• jullie krijgen alle tijd die jullie nodig hebben  

https:

Om te bekomen van de toets...

• ga naar pg. 38 in jullie cursus
• voer de opdracht uit

1.  meet je ademhaling en pols
2.  spring 30 keer op en neer
3. meet je ademhaling en pols opnieuw
4.  wat kan je concluderen?

•  vul aan in de cursus

Hoe verklaren we dit verschil?

Hoe verklaren we dit verschil?

hart wil bloed en zuurstof sneller rondpompen naar de spieren en de weefsels

Lees de volgende vragen in je cursus

1. wat gebeurt er met het lichaam van de zorgvrager als er zuurstoftekort optreedt?
2. wat merkt de zorgvrager daar van? 

Instructies

1. bekijk de video op de volgende slide
2. probeer de antwoorden te vinden op de vragen uit je cursus (pg. 38 en 39)
3. we bekijken de video daarna nogmaals en overlopen de vragen klassikaal 

Instructies

1. bekijk de video op de volgende slide
2. probeer de antwoorden te vinden op de vragen uit je cursus (pg. 38 en 39)
3. we bekijken de video daarna nogmaals en overlopen de vragen klassikaal 

Vraag 1

Wat gebeurt er met het lichaam van de zorgvrager als er zuurstoftekort optreedt?

Vraag 2

Hoe merkt de zorgvrager dit?

Vraag 1

Wat gebeurt er met het lichaam van de zorgvrager als er zuurstoftekort optreedt?

wat gebeurt er met het lichaam van de zorgvrager als er zuurstoftekort optreedt?

1. longvaten trekken samen
2. rechterkamer van het hart moet harder werken en tegen een weerstand oppompen (de dichte longvaten) 

Hoe merkt de zorgvrager dit?

1. Klachten door hypoxemie

- slaapt minder goed

- minder alert, minder geconcentreerd

- hoofdpijn

- moeite met handelingen uitvoeren

   2. Wat zie je? 

- rechtop zitten

- geen knellende kledij

- niet praten en ademhalen tegelijkertijd

   3. hoe compenseert Lise?

- hulpademhalingsspieren

- neusvleugelen

-cyanose/grauwe kleur

Hypoxemie

• problemen met de ademhaling, kortademigheid en hoestbuien
• zorgen voor houding, beweging en hygiëne wordt moeilijker
• gevolgen voor communicatie
• eetlust
• uitscheiding 

Opdracht

Lees de nu casus van Paula opnieuw. Welke symptomen heeft Paula?

Welke symptomen heeft Paula?

Welke symptomen heeft Paula?

• neusloop en reutelende ademhaling
• flinke hoestbuien
• dikke groene fluimen
• rochelend geluid
• hoesten put haar uit
• cyanotische kleur 

Instructies

1. bekijk de video op de volgende slide
2. probeer de antwoorden te vinden op de vragen uit je cursus (pg. 40)
3. we bekijken de video daarna nogmaals en overlopen de vragen klassikaal 

Vraag 1

Wat kan je observeren in het filmpje?

Wat kan je observeren?

Vraag 1 Wat kan je observeren in het filmpje?

1. hoofdpijn
2. moeilijke spraak
3. wegzakkende arm
4. afhangende mond
5. net gebeurd 

01:35

Welke handelingen voert de hulpverlener uit?

Welke handelingen voert de hulpverlener uit?

1. 112 bellen
2. vraagt om beide armen op te tillen
3. vraagt naar het tijdstip van het gebeuren
4. praat tegen de zorgvrager
5. blijft bij de zorgvrager
6. stelt de zorgvrager gerust 

https:

Maar wat is een CVA?

Observaties van de zorgvrager pg 42

Wanneer?

• bij dagelijkse activiteiten
• bij dagelijkse inspanningen
• platliggende houding
• longaandoeningen
• hartaandoeningen 

ademhaling

1. frequentie
2. ritme
3. diepte
4. geluid
5. sputum 

Frequentie

• normaal
• bradypnoe: te trage ademhaling <12/min
• tachypnoe: te snelle ademhaling >24/min
• apnoe: geen ademhaling 

Ritme

• normaal
• dyspnoe
• Cheyne-stokes ademhaling 

Diepte

• normaal
• orthopnoe
• hyperventilatie
• cheyne-stokes 

Geluid

• normaal
• piepend/snorkelend/reutelend
• stertoreuze ademhaling 

Sputum

• normaal
• abnormale hoeveelheid
• groen-geel, etterig, dik, taai
• licht-geel, waterig, taai en vloeibaar
• bloederig, rood-bruin en schuimend 

Hartslag

• waar meten we die?
• frequentie
• ritme
• voelbaarheid 

Kleine kinderen

• binnenkant bovenarm
• grote fontanel
• liesplooi 

Ouderen

• pols
• hals
• liesplooi
• binnenkant enkel 

te snelle hartslag

onregelmatige hartslag

te trage hartslag

kan wijzen op lage bloeddruk

Bradycardie

Tachycardie

Aritmie

Zwakke pols

Herhalingscasus

1. ga naar het document op de volgende slide
2. jullie zitten allen samen in dit document
3. lees de eerste casus aandachtig
4. probeer de casus samen op te lossen. Iedereen kan in dit documentje schrijven!
5. Ik volg mee met jullie 
6. ik geef jullie de antwoordsleutel volgende les
7. doe jullie best! 

https:

Volgende lessen

1. stageopdracht indienen op 5 mei 
2. voorbereiden praktijkopdrachten ademhalingsmeting en polsmeting tegen 5 mei
3. Toets vrijdag 7 mei (pg 17 t.e.m. 29)