de passé composé

de passé composé
Deze maak je door het werkwoord avoir en een voltooid deelwoord.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

de passé composé
Deze maak je door het werkwoord avoir en een voltooid deelwoord.

Slide 1 - Tekstslide

- er, -ir, -re
werkwoorden op -er = é
j'ai voyagé en train. Ik heb met de trein gereisd.
werkwoorden op -ir = i
J'ai choisi un camping.  Ik heb een camping gekozen.
werkwoorden op -re = u
j'ai attendu.  ik heb gewacht

Slide 2 - Tekstslide

onregelmatige werkwoorden

avoir
être
faire
prendre
passé composé

j'ai eu ( ik heb gehad)
j'ai été ( ik ben geweest)
j'ai fait ( ik heb gedaan)
j'ai pris ( ik heb genomen)

Slide 3 - Tekstslide

Ik ben geweest

Slide 4 - Open vraag

Ik heb gehad

Slide 5 - Open vraag

Ik heb gedaan

Slide 6 - Open vraag

Ik heb genomen

Slide 7 - Open vraag

In welke zin staat een passé composé?
A
On a été à Seville
B
Il va à Séville
C
il est à Séville

Slide 8 - Quizvraag

In welke zin staat een passé composé?
A
Je veux un cadeau
B
j'ai eu un cadeau
C
je reçois un cadeau
D
j'achète un cadeau

Slide 9 - Quizvraag

In welke zin staat een passé composé?
A
j'écris une somme
B
je fais une somme
C
j'ai fait une somme

Slide 10 - Quizvraag

Ik heb gekozen

Slide 11 - Open vraag

wij hebben genomen

Slide 12 - Open vraag

Zij heeft gezongen ( chanter)

Slide 13 - Open vraag