WI 1T P3 H7 W1.L2 §7.1 Pijlenketting

WI 1T P3 Hoofdstuk 7
W1.L2 - §7.1 Pijlenketting
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WI 1T P3 Hoofdstuk 7
W1.L2 - §7.1 Pijlenketting

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
  1. Ik kan bij een eenvoudig verhaal een berekening (regel) in woorden opstellen.
  2. Ik kan bij een regel in woorden een pijlenketting opstellen en daarmee rekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Regel in woorden
Een regel in woorden beschrijft hoe je iets kunt berekenen. 
Je gebruikt zoveel mogelijk woorden, dus ook de bewerkingen (+, -, x of :) en het = teken zijn woorden. Het is eigenlijk een som in woorden. 

Bijvoorbeeld
Het aantal paardenbenen gedeeld door vier is gelijk aan het aantal paarden.

Tip: Begin altijd met de woorden: "HET AANTAL ...."
        IS GELIJK AAN wordt "="

Slide 3 - Tekstslide

Pijlenketting
Een pijlenketting beschrijft met één of meer pijlen hoe je iets kunt berekenen. Boven elke pijl staat een bewerking met een getal. 

Bijvoorbeeld
Regel in woorden: Het aantal wielen keer 36 is het aantal spaken.
Pijlenketting          :          aantal wielen         x 36              aantal spaken
Regel in woorden: Het aantal uren keer 4,50 plus 5 is verdienste.
 Pijlenketting         :          aantal uren             x 4,50        ...           + 5           verdienste 

Slide 4 - Tekstslide

Bij  IN-getal staat het begingetal.
Bij UIT-getal komt de uitkomst.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden
Hoeveel paarden bij 12 benen?

Slide 6 - Tekstslide

Vul de 5 lege
puntjes in.

Slide 7 - Woordweb


Slide 8 - Open vraag


Slide 9 - Open vraag


Slide 10 - Open vraag

Hoeveel euro heeft Jolanda
en Remco na 4 maanden
sparen? Geef je berekening m.b.v.
de pijlenkettingen

Slide 11 - Open vraag