Kapitel 2 Lektion 5A

Guten Tag!
  • Setzt euch bitte (ga zitten)
  • Handy in Telefontasche
  • (Buch, Heft, Laptop)
  • Buch auf dem Tisch
  • Laptop geschlossen
  • Rucksack auf dem Boden

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Guten Tag!
  • Setzt euch bitte (ga zitten)
  • Handy in Telefontasche
  • (Buch, Heft, Laptop)
  • Buch auf dem Tisch
  • Laptop geschlossen
  • Rucksack auf dem Boden

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
-Hausaufgaben besprechen 5
- Höraufgaben 10
- zusammen lesen 5
- Aufgaben machen + besprechen 20
-evaluieren 5

Slide 2 - Tekstslide

Kapitel 2 : Köln
Köln, Mode, Kleidung, Taschengeld 

Aan het einde van deze les 
- kan ik kledingstukken en getallen in een luisterfragment verstaan
- kan ik belangrijke informatie uit een tekst halen















Slide 3 - Tekstslide

Die Hausaufgaben




Slide 4 - Tekstslide

Wir machen zusammen Höraufgaben 3-5 (S. 83)

Wir machen zusammen Aufgabe 6 (S. 83)

Slide 5 - Tekstslide

Was?
L5 Aufgabe 6,7,8
S. 83/84
Wie? 
im Buch
zusammen
Wie lange? 
15 Min
Hilfe (hulp)?
Grammatik E
S. 79
Fertig (klaar)? 


extra Aufgabe:
onderstreep alle modale werkwoorden (met pers vnw) in de tekst en vertaal ze
extra Aufgabe
Schrijf alle getallen die in de tekst voorkomen, voluit in je schrift
Hausaufgaben
lernen Vokabeln 5
Selbstständig an die Arbeit!
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Nächste Stunde
Lektion 5 persoonlijk voornaamwoord
Dienstag 26. März: Klassenarbeit Kapitel 2



Müll bitte ins Mülleimer werfen
Warten bis es klingelt
Stuhl unter den Tisch stellen
Danke schön !


Slide 7 - Tekstslide

können
ich
du
er/ sie/ es
wir
ihr
Sie / sie (2)
stam
foute antwoorden

können
könnt
kannst
kann
können
kann
könn
kannen
könne
könnst

Slide 8 - Sleepvraag

moeten (het kan niet anders)
wir müssen
Sie müssen
ihr müsst
ich muss
er muss
du musst
sie müssen
ik moet
jij moet
hij moet
wij moeten
jullie moeten
zij moeten
u moet

Slide 9 - Sleepvraag

het werkwoord 'müssen'
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
musst
müssen
müsst
muss 
muss
müssen
müsse
musse

Slide 10 - Sleepvraag

können=kunnen
ich
du
er/ sie/ es
wir
Ihr
Sie / sie (2)
stam
foute antwoorden

können
könnt
kannst
kann
können
kann
könn
kannen
könne
könnst

Slide 11 - Sleepvraag