Overzicht van hoofdstuk 9

Overzicht hoofdstuk 9.1 t/m 9.3
Wat hebben we tot nu toe thuis gedaan??
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Overzicht hoofdstuk 9.1 t/m 9.3
Wat hebben we tot nu toe thuis gedaan??

Slide 1 - Tekstslide

Welk getal hoort te staan bij de letter A
A
4
B
6
C
8
D
kun je niet weten

Slide 2 - Quizvraag

Een scheurlijn
- alleen bij een stijgende lijn, of wanneer de dalende lijn niet tot 0 wordt getekend.
- als de afstand tussen 0 en het startpunt groter is dan het verschil tussen minimum en maximum van de grafiek

Slide 3 - Tekstslide

2 grafieken met precies dezelfde informatie.
Welke geeft de informatie beter aan?

Slide 4 - Tekstslide

waar
niet waar

De verdeling langs een as moet in gelijke stappen.
Als de verticale as in stapjes van 10 is verdeeld, moet dat bij de horizontale as ook.
Bij de formule hoogte = 250 - 50 t gebruik ik een scheurlijn in mijn assenstelsel.
Je mag zelf weten hoe groot je je assenstelsel tekent
Bij de formule 
€ = 17000 + 2t 
ga ik een scheurlijn gebruiken.

Slide 5 - Sleepvraag

Bijzondere grafieken
-    x=4    x-coördinaat is ALTIJD 4                                   (4,-2), (4,0), (4,2), enz.
-    y=2    y-coördinaat is altijd 2                                       (-3,2), (0,2), (4,2), enz. 
-    y=x    y-coördinaat is gelijk aan x-coördinaat      (1,1), (-3,-3), (0,0), enz.

Slide 6 - Tekstslide

Bijzondere grafieken
  •  Horizontale grafieken, bijv. y=3
  • Verticale grafieken, bijv. x=2
  • y=x
  • y=-x

Slide 7 - Tekstslide


Wat is de formule van de rode lijn?
A
y = -10
B
x = -10
C
y = -10x
D
y = x

Slide 8 - Quizvraag


Wat is de formule van de groene lijn?
A
y = 5
B
x = 5
C
y = -x
D
y = 5x

Slide 9 - Quizvraag


Welke grafiek hoort bij de formule

y = 7?
A
I
B
II
C
III
D
IV

Slide 10 - Quizvraag

som- en verschilformules 
en 
som- en verschilgrafieken
- bij somformules tel ik de begingetallen bij elkaar op en de r.c.
- bij verschilformules haal ik ze van elkaar af. LET OP: de som geeft vaak aan in welke volgorde.

- bij een somgrafiek tel ik verticaal de punten op
- bij een verschilgrafiek haal ik verticaal punten van elkaar af.

Slide 11 - Tekstslide

Maak van de 2 formules een somformule.
aantal = 4 - 6t
aantal = 4 + 2t
Wat is de somformule
A
aantal = 4 + 4t
B
aantal = 8 + 8t
C
aantal = 8 + 4t
D
aantal = 8 -4t

Slide 12 - Quizvraag

Maak van de 2 formules een verschilformule.
inhoud = 15 + 6p
inhoud = -5 + 4p
Wat is de verschilformule
A
inhoud = 10 + 6p
B
inhoud = 20 + 2p
C
inhoud = 10 + 2p
D
inhoud = 15 + 2p

Slide 13 - Quizvraag


Welke grafiek is
de somgrafiek?
A
de groene
B
de zwarte
C
de paarse
D
geen idee

Slide 14 - Quizvraag