Grammar practice

Hoe gaan we de werkwoorden oefenen?

Je krijgt een werkwoord in het Nederlands

werkwoord: zijn

dan vul je in:

be - was/were - been

1 / 23

Slide 1: Tekstslide

EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Hoe gaan we de werkwoorden oefenen?

Je krijgt een werkwoord in het Nederlands

werkwoord: zijn

dan vul je in:

be - was/were - been

Slide 1 - Tekstslide

werkwoord: uitgeven

Slide 2 - Open vraag

werkwoord: vertellen

Slide 3 - Open vraag

werkwoord: denken

Slide 4 - Open vraag

werkwoord: zwemmen

Slide 5 - Open vraag

werkwoord: hangen

Slide 6 - Open vraag

werkwoord: kopen

Slide 7 - Open vraag

werkwoord: maken

Slide 8 - Open vraag

werkwoord: komen

Slide 9 - Open vraag

werkwoord: voelen

Slide 10 - Open vraag

werkwoord: bevriezen

Slide 11 - Open vraag

werkwoord: vinden

Slide 12 - Open vraag

werkwoord: vallen

Slide 13 - Open vraag

werkwoord: vergeten

Slide 14 - Open vraag

werkwoord: slaan

Slide 15 - Open vraag

werkwoord: worden

Slide 16 - Open vraag

werkwoord: tekenen

Slide 17 - Open vraag

werkwoord: vangen

Slide 18 - Open vraag

werkwoord: kosten

Slide 19 - Open vraag

werkwoord: drinken

Slide 20 - Open vraag

werkwoord: doen

Slide 21 - Open vraag

werkwoord: beginnen

Slide 22 - Open vraag

werkwoord: bijten

Slide 23 - Open vraag