M & Z H9 Ziek zijn en behandeling deel 1

Hoofdstuk 9
Ziek zijn en behandeling.
Je leert:
  • wat ziek zijn betekent
  • oorzaken, symptomen en behandeling van veel voorkomende ziektes
  • welke medicatie vrij verkrijgbaar is
  • wat een bijsluiter is en welke info die geeft een etiket van een geneesmiddel te lezen
  • waarvoor vitamines en mineralen worden gebruikt



1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9
Ziek zijn en behandeling.
Je leert:
  • wat ziek zijn betekent
  • oorzaken, symptomen en behandeling van veel voorkomende ziektes
  • welke medicatie vrij verkrijgbaar is
  • wat een bijsluiter is en welke info die geeft een etiket van een geneesmiddel te lezen
  • waarvoor vitamines en mineralen worden gebruikt



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onvatbaarheid voor een ziekte
Besmetting met een virus of bacterie, waardoor je ziek kunt worden.
(Ziekteverwekkende) micro-organismen, zoals bacteriën en virussen.
Overdracht van een ziekte op iemand anders
Inenting waardoor je een bepaalde ziekte niet krijgt 
Het vaststellen van een stoornis of ziekte 
De tijd tussen de besmetting en de eerste symptomen van de ziekte.
Ziektekiemen
Infectie
Vaccineren
Immuniteit
Diagnose
Incubatietijd
Symptomen
Besmetting
Ziekteverschijnselen : kenmerken van een ziekte. 

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal 5 kinderziektes.
Waarom heten ze Kinderziektes?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende kinderziektes is het gevaarlijkste?
En waarom?

Waterpokken Roodvonk Rodehond Bof Mazelen Tetanus Hersenvliesontsteking Kinkhoest Vijfde ziekte Zesde ziekte

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kinderziektes

  • In de leeftijd van 0 tot ongeveer 5 jaar, meestal is een kinderziekte onschuldig
  • Besmetting door virus of bacterie/ incubatietijd ( tijd tussen besmetting en ziek worden)
  • Ontwikkelen van het afweersysteem/ Immuniteit
  • Bij lang aanhouden van symptomen naar de huisarts voor een diagnose, evt. medicatie

Voorbeelden : 
Bof, waterpokken, kinkhoest, mazelen, roodvonk, hersenvliesontsteking
Allergieën , Ontstoken ogen,  Hoofdluis, Loopoor,  De zesde ziekte,  Griep (influenza)
Krentenbaard (impetigo),  Buikgriep (gastro-enteritis)   










Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de kinderziektes naar de bijbehorende inenting
DKTP
BMR
Difterie
Kinkhoest
Rode hond
Tetanus
Polio
Bof
Mazelen

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

bacterie
virus
waterpokken
oorontsteking
kinkhoest
bof

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Immuniteit en vaccinatie
Immuniteit: onvatbaarheid voor een ziekte ( je hebt antistoffen gemaakt in je lichaam
tegen de ziekte, je bent immuun.

  • door ziekte door te maken
  • door inentingen ( vaccinnaties)

Vaccinatie: inenting met verzwakte ziektekiem waardoor je lichaam antistoffen gaat
maken

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Welke kinderziektes zijn opgenomen in het rijksvaccinatieprogramma?
A
bof, mazelen, rode hond
B
bof, mazelen, roodvonk,
C
bof, mazelen, rode hond en kinkhoest
D
bof, mazelen, roodvonk en waterpokken

Slide 13 - Quizvraag

BMR: 14 mnd en 9 jaar 
DKTP: 3 mnd, 5 mnd, 11 mnd en 4 jaar.
Ook DKT bij 22 wkn zwangerschap
Op welke manier kun je jezelf het beste beschermen tegen bekende virussen?
A
Veel vitamine C eten
B
Vaccineren
C
Niet reizen met het vliegtuig
D
Altijd binnen blijven

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de tijd tussen het
moment van besmetting en
de dag dat de ziekte aanbreekt?
A
immuniteit
B
incubatietijd
C
ontstekingsperiode
D
weerstand

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat betekent immuniteit?

A
Dat je niet besmet bent omdat de medicatie van de dokter goed werkt.
B
Dat je niet besmet bent omdat de ziektekiem niet in je lichaam kon binnendringen.
C
Dat je wel besmet bent maar dat je de symptomen van de ziekte nog niet hebt.
D
Dat je wel besmet bent maar dat je de ziekte niet (meer) krijgt.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De griep (influenza)
  • Ziekte waarbij de luchtwegen geïnfecteerd zijn door een virus
  • treedt op in de winter en vroeg in het voorjaar, verspreiding door hoesten/ niezen
  • incubatietijd is één tot vier dagen

Incubatie = de tijd tussen het moment van besmetting en de dag dat de ziekte uitbreekt

Symptomen zijn o.a.:
  • vermoeidheid,
  • koorts, soms met koude rillingen,
  • keelpijn en een droge hoest



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat griep?
A
Door een virusinfectie
B
Door bacteriële infectie
C
Door verkoudheid
D
Door druppeltjes in de lucht

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een antibiotica helpt wel/ niet bij griep
A
WEL, antibiotica doodt virussen zoals de griep
B
WEL, want het onderdrukt de koorts
C
NIET, antibiotica doodt alleen bacteriën en geen virussen
D
NIET, het helpt alleen tegen de hoofdpijn en spierpijn

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voedselvergiftiging

  • Plotseling ziek, ziekmakende stof in eten of drinken
  • Salmonellabacterie - in vlees, eieren, melk, vis
  • Via rauw dierlijk voedsel, door onvoldoende hygiëne
  • Incubatietijd is 12 tot 36 uur na besmetting

Symptomen:
  • misselijkheid, braken
  • Buikpijn en diarree
  • koorts en diarree

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In rauw vlees kan een bacterie zitten die erg veel voorkomt. Je kunt er voedselvergiftiging van krijgen. Hoe heet deze bacterie?
A
influenzabacterie
B
MRSA-bacterie
C
salmonellabacterie
D
streptokokbacterie

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In voedsel kunnen micro-organismen zitten die giftige stoffen aanmaken. Wat kun je krijgen als je die op eet?
A
Voedselallergie
B
Voedselinfectie
C
Voedselintolerantie
D
Voedselvergiftiging

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn symptomen bij voedselvergiftiging?
A
Braken en buikkrampen
B
Benauwdheid en misselijkheid
C
Duizeligheid en hoofdpijn
D
Misselijkheid en obstipatie

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je doen om voedselvergiftiging te voorkomen?
A
snel opeten
B
onhygiënisch werken
C
in de aanbieding kopen
D
Bewaren op de juiste manier

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

COPD
  • verzamelnaam voor Chronische bronchitis* en longemfyseem**
  • Longen werken niet meer goed doordat ze ontstoken*  zijn of doordat er
    longblaasjes verloren** gaan
  • ontstaat meestal pas op oudere leeftijd

Oorzaak COPD: 
  • Roken zorgt dat de longen geprikkeld worden
> longen raken ontstoken

Symptomen COPD:
Benauwdheid
Hoesten - wordt ook wel een rokershoest genoemd
Kortademig
Weinig energie







Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oorzaak van COPD?
A
Te veel eten
B
Te weinig bewegen
C
Overgewicht
D
Roken

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

COPD is
A
een orgaanbeperking
B
een motorische beperking
C
een zintuiglijke beperking
D
een geheugenstoornis

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan iemand genezen van COPD
A
Ja, iemand kan volledig genezen van COPD
B
Nee, iemand kan nooit volledig genezen van COPD
C
Nee, maar met bepaalde aanpassingen kun je de symptomen wel verlichten
D
Ja, met bepaalde aanpassingen kun je de aandoening genezen

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Astma
astma= een chronische ontsteking van de longen.
  • benauwd
  • gevoelig voor rook, uitlaatgassen of huisdieren
  • combinatie met andere allergie
  • vaak erfelijk











Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je opa heeft jaren gerookt en heeft nu klachten als: bij inspanning kortademig en hoesten. Welke ziekte hoort hierbij?
A
Hartaanval
B
CVA
C
COPD
D
Astma

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wordt astma en COPD door roken veroorzaakt?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 9
Wat hoort niet bij de symptomen van COPD:
A
Overgeven
B
Benauwdheid
C
Hoesten
D
Kortademig

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

COPD is......
A
Een soort astma
B
Een probleem van het hart
C
Een chronische longziekte
D
Een ziekte die alleen bij rokers voorkomt

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kanker
Ziekte waarbij kwaadaardige gezwellen optreden. 
De cellen in je lichaam delen ongecontroleerd.





Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kanker

Kanker is een verzamelnaam van meer dan honderd ziektes; Longkanker, Darmkanker, Borstkanker, Prostaatkanker, etc. 
Kanker komt voor in allerlei leeftijdsgroepen

Enkele oorzaken van kanker:
  • Ongezonde voeding en leefstijl;
    overgewicht, roken, alcohol
  • Erfelijke aanleg
  • Overmatige blootstelling aan zon
  • In contact komen met kankerverwekkende
    stoffen

Symptomen kanker:
Vroege diagnose is van belang



Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wie kunnen er kanker krijgen?
A
Mensen boven de 60
B
Mensen boven de 40
C
Iedereen
D
Ouderen

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke behandeling maakt gebruik van medicijnen om kankercellen te vernietigen?
A
Immunotherapie
B
Bestralingstherapie
C
Chemotherapie
D
Cryotherapie

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke behandeling maakt gebruik van hoge energiestralen om kankercellen te doden?
A
Immunotherapie
B
Radiotherapie
C
Hormoontherapie
D
Chirurgie

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de meest voorkomende behandeling voor kanker?
A
Acupunctuur
B
Chemotherapie
C
Homeopathie
D
Fysiotherapie

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies