22. März 2023 / Kapitel 4 / Wortschatz / Grammatik

Startaufgabe
Sieh dir das Bild rechts an und beantworte die Fragen?

1 Was lernt man aus diesem Bild?
2 diesem Bild: Nominativ, Dativ oder Akkusativ? Warum?

timer
5:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Startaufgabe
Sieh dir das Bild rechts an und beantworte die Fragen?

1 Was lernt man aus diesem Bild?
2 diesem Bild: Nominativ, Dativ oder Akkusativ? Warum?

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

die Hausaufgaben für heute
Gelernt:
Lernliste N-D bis zur ‘Wiederholung’
Lernliste D-N Teil A, C, D und H
Grammatik E Teil A und B
Modalverben können, müssen, dürfen, wollen im Präsens (t.t)

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de  les

  • ken je minstens 6 woorden van K 4 (Veranstaltung)
  • kun je werken met het naamvallenschema 
Wie?

  • Buchstabenspiel
  • Übung 
  • Aufgaben nach Wahl

Slide 3 - Tekstslide

Buchstabenspiel
Was
Du siehst ein Wort.
Wo du einen Strich siehst, fehlt eine Buchstabe. 
Notiere das Wort, das gesucht wird.
Achtung: korrekte Rechtschreibung!
Beispiel: -use-m = Museum

Slide 4 - Tekstslide

-eran-ta-t-ng
timer
0:40

Slide 5 - Open vraag

F-ei-ei-p-rk
timer
0:40

Slide 6 - Open vraag

-ad--ur
timer
0:40

Slide 7 - Open vraag

K-e-terha--e
timer
0:40

Slide 8 - Open vraag

L-st h-b-n a-f
timer
0:40

Slide 9 - Open vraag

E-n-n A-sfl-g -a-h-n
timer
0:40

Slide 10 - Open vraag


Aufgabe: werken met het naamvallenschema
Was? Ergänze die richtige Form
Mit wem? Arbeite zu zweit
Hilfsmittel: naamvallenschema/ Spickothek/vwo stappenplan
Ergebnis: 4 Antworten
Fertig? Zeig es der Lehrerin


1 Ich gebe mein ... Schwester das Buch


2 Wir suchen unser... Hund (m)
3 Ich fahre mit d... Fahrrad (m) zu d... Schule (v)




timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Ich gebe meiner Schwester das Buch



Wir suchen unseren Hund



Ich fahre mit dem Fahrrad (m) zur Schule (v)
geen voorzetsel
geen bijzonder werkwoord
aan haar = meewerkend voorwerp = Dativ
geen voorzetsel
geen bijzonder werkwoord: lijdend voorwerp = Akkusativ

Voorzetsel mit en zu. Beide Dativ:
dem en der (zur =zu der)

Slide 12 - Tekstslide

Aufgabe: 
Was? Vervang de onderstreepte woorden door een persoonlijk voornaamwoord
Mit wem? Arbeite zu zweit
Hilfsmittel: naamvallenschema Spickothek, voorgaande opdracht
Ergebnis: 2 Antworten
Fertig? Zeig es der Lehrerin
Beides richtig? ein Bonbon

1 Ich gebe meiner Schwester das Buch



2 Wir suchen unseren Hund
timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide


1 Ich gebe meiner Schwester das Buch
2 Wir suchen unseren Hund

1 Ich gebe ihr (haar) das Buch.

2 Wir suchen ihn (hem).

Slide 14 - Tekstslide

Werken met het naamvallenschema: Waar sta je nu voor de toets van 5 april?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll


Flexuren werken met naamvallenschema

Toets

woensdag 29 maart 8.10 uur
vrijdag 31 maart 8.10 uur

woensdag 5 april

Slide 16 - Tekstslide

An die Arbeit! Wähle aus:

1. die Aufgaben zu Grammatik E (K4)
2 Aufgabe zu 'naamvallen' (auf Papier)
3. die Aufgaben zu den Modalverben (auf Papier)
4. Text: ein Wochenende in Bern (auf Papier)
5. Aufgabe zu Theater und Konzerte (Its_bronnen, mit Ohrstöpsel)



Wie? Allein und zu zweit überlegen.
Hilfsmittel: 
zu 1_ Online Methode/Buch
zu 2_Spickothek

zu 3_ Online Methode/Buch

zu 4_ uitmuntend.de/Wörterbuch

zu 5_uitmuntend.de/Wörterbuch




Slide 17 - Tekstslide

die Hausaufgaben für Freitag
Gelernt:
Lernliste N-D
Lernliste D-N Teil A, C, D und H
Grammatik E Teil A und B
Modalverben können, müssen, dürfen, wollen, wissen im Präsens (t.t)
Sprachmittel

Slide 18 - Tekstslide