Burgerschap - Thema Gezondheid les 1 en 2

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-4

Thema 8 Gezondheid

Les 1: Leefstijl 

Lesdoelen

* Wat is leefstijl?

* Je leefstijl beïnvloed op  je gezondheid.

*  Waarom het belangrijk is om genoeg te bewegen.

fit

Je  lichaam en je hersenen zijn sterk en gezond.

Leefstijl

• De manier waarop je leeft.

• Hoeveel sport je?
• Hoeveel eet je en wat eet je?
•  Ongezond leven = roken/alcohol/slecht slapen

Welk van deze 4 dingen is niet ongezond als je er veel van neemt?

1. Sigaretten
2. Koffie
3. Alcohol
4. Fruit

Hoe vaak per week beweeg jij 30 minuten?

1. 1 keer per week
2. 3 keer of vaker per week
3. Ik beweeg niet
4. 5 keer of vaker per week

Ik zit op een sport

Ja

Nee

De beweegnorm

• Hoeveel moet je per dag bewegen? > TIP!
• Elke dag een half uur bewegen is gezond.
• Voor mensen onder de 18 is een uur bewegen nodig.

Ontspannen is belangrijk!

• Soms hebben je hersenen rust nodig
• stress stofjes (cortisol en adrenaline)
• Stress houdt je gefocust
• Teveel stress = geen rust meer voor je hoofd!
• Ontspannen = je hersenen laten herstellen 

Wat is niet slecht voor je gezondheid?

1. Veel bewegen
2. Slecht slapen
3. Te weinig bewegen
4. Stress

Zelf aan de slag

Maak  de volgende opdrachten

                        1.  opdracht 1 en 3 - maak je alleen in stilte

                         2.  opdracht 2 - maak je samen met een klasgenoot.
                                                      met fluisterstem

                           

Lesdoelen evalueren

* In deze les leer je wat er met leefstijl wordt bedoeld.

* In deze les leer je dat leefstijl gevolgen kan hebben voor je gezondheid.

* In deze les leer je dat het belangrijk is om genoeg te bewegen.

Thema 8 Gezondheid

Les 2: Eten

Lesdoelen

* In deze les leer je dat gezond eten en drinken bij een gezonde leefstijl hoort.

* In deze les leer je dat het niet gezond is om altijd te veel of te weinig te eten.

* In deze les leer je wat een eetstoornis is. 

Les 2: Eten

• Ongezond en gezond eten
•  Cola en ijs = ongezond
• Fruit en groente = gezond
• Variatie hebben in eten
• Het is belangrijk om van alles wat binnen te krijgen!

Wat weet je al over gezond eten?

Welke van de 4 dingen is niet gezond?

1. Appel
2. Amandelen
3. Appeltaart
4. Melk

Overgewicht en ondergewicht

• Balans: van alles wat eten
• Lichaamslengte en gewicht zijn belangrijk
• Teveel eten en ongezond eten = overgewicht
• Te weinig eten = ondergewicht
• Negatieve gevolgen voor zowel onder- als overgewicht

Ik heb ooit te maken gehad met onder of overgewicht

Ja, eens

Nee, oneens

Wat zouden redenen kunnen zijn van overgewicht?

Eetstoornis

• Op een ongezonde manier met eten bezig zijn
• Boulimia
• Eetbuien en overgeven
• Ongelukkig
• Fysieke gevolgen: moe, maagpijn en haaruitval

Ik weet wat een eetstoornis is

Ja, daar heb ik wel eens van gehoord

Nee, daar heb ik nog nooit van gehoord

Welke van de 4 is GEEN vak bij de schijf van vijf

1. Groente en fruit
2. Dranken
3. Zuivel
4. Aardappels

Zelf aan de slag

Maak  de volgende opdrachten 

        1.  opdracht 1 (a, b, c, d)- maak je alleen in stilte

        2. opdracht 2 en 3 - maak je alleen in stilte
        Klaar met de opdrachten dan terug naar opdracht 1  

              in groepjes van 3 maak je opdracht e, f, g, h, 

                        Je werk met fluisterstem

                           

Lesdoelen evalueren

* In deze les leer je dat gezond eten en drinken bij een gezonde leefstijl hoort.

* In deze les leer je dat het niet gezond is om altijd te veel of te weinig te eten.

* In deze les leer je wat een eetstoornis is. 

Wat wist je nog niet voor deze les en wat weet je nu wel?

Thema 8 Gezondheid

Les 3: Genieten 

Lesdoelen 

* In deze les leer je wat genotsmiddelen zijn.

* In deze les leer je dat genotsmiddelen ongezond kunnen zijn.

* In deze les leer je dat je verslaafd kunt raken aan genotsmiddelen.

Wat weet je al over genots middelen?

Zelf aan de slag

Maak  de volgende opdrachten 

        1.  opdracht 1 en 2- maak je alleen in stilte

        2. opdracht  3 - met je buurman of buurvrouw

       

                        Je werk met fluisterstem

                           

Wat wist je nog niet voor deze les en wat weet je nu wel?