Drugs

Wat weet jij van drugs?
1 / 36
volgende
Slide 1: Woordweb
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Wat weet jij van drugs?

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Video

Wat is waar?
A
Drugs zijn altijd illegaal
B
Je kunt drugs overal kopen als je 18 jaar bent
C
In Nederland mag je alle drugs op zak hebben.
D
drugs hebben invloed op de werking van je hersenen.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is blowen?
A
Blowen is het roken van sigaretten
B
Blowen is het roken van shag
C
Blowen is het snuiven van softdrugs
D
Blowen is het roken van softdrugs afkomstig van de hennepplant

Slide 4 - Quizvraag


wat is geen softdrugs?
A
hasj
B
wiet
C
slaapmiddelen
D
xtc

Slide 5 - Quizvraag

wat is hallucineren?
A
dingen zien of horen die er niet echt zijn
B
veel praten
C
diep nadenken
D
het kweken van wiet

Slide 6 - Quizvraag

Wat is geen drugs
A
Koffie
B
Wiet
C
Hasj
D
GBH

Slide 7 - Quizvraag

Al je gewoontes samen noem je:
A
genotmiddel
B
leefstijl
C
verslaving

Slide 8 - Quizvraag

Wat is géén genotmiddel?
A
bier
B
cola
C
water
D
chocolade

Slide 9 - Quizvraag

Als je stopt met gebruiken van een genotmiddel en je krijgt afkickverschijnselen, dan ben je...
A
geestelijk verslaafd
B
sociaal verslaafd
C
lichamelijk verslaafd
D
niet verslaafd

Slide 10 - Quizvraag

Als je denkt dat je niet zonder een genotmiddel kunt, dan ben je...
A
geestelijk verslaafd
B
sociaal verslaafd
C
lichamelijk verslaafd
D
niet verslaafd

Slide 11 - Quizvraag

Wie is verslaafd?
A
Jochem voelt zich ziek als hij geen heroine gebruikt.
B
Jantine gebruikt af en toe XTC op een feestje om lang te kunnen dansen
C
Rayen rookt soms een joint om te ontspannen.
D
Elke dag neemt Mandy een glas wijn bij het eten.

Slide 12 - Quizvraag

Zijn drugs in Nederland verboden?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

De handel in drugs is verboden. Toch kun je softdrugs kopen in een coffeeshop.
A
de zin hierboven is waar
B
de zin hierboven is niet waar

Slide 14 - Quizvraag

wat is het verschil tussen softdrugs en harddrugs?
A
softdrugs zijn niet verslavend
B
softdrugs zijn goedkoper
C
softdrugs zijn minder schadelijk voor je lichaam

Slide 15 - Quizvraag

welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
hasj
B
gedoogbeleid
C
softdrugs
D
heroine

Slide 16 - Quizvraag

Noteer iets wat je nog niet weet van drugs, maar wel graag wil weten?

Slide 17 - Open vraag

Wat zijn drugs? 
Drugs zijn middelen die gebruik worden om een fijn gevoel te krijgen. 

Ze beinvloeden voornamelijk je hersenen.

Drugs kunnen ook gevaarlijk zijn. 

Slide 18 - Tekstslide

Invloed van drugs
De invloed van drugs is afhankelijk van 4 dingen:

1. de hoeveelheid die je inneemt
2. hoe je je op dat moment voelt
3. de omgeving
4. de soort drugs die je gebruikt

Slide 19 - Tekstslide

Softdrugs

* minder gevaarlijk dan harddrugs
* mag worden verkocht in NL
* gedoogd

voorbeelden: hasj, wiet, slaapmiddelen 
Harddrugs

* zijn gevaarlijker dan softdrugs
* mogen niet worden verkocht in NL
* verkoop ervan is strafbaar

voorbeelden: heroine, cocaine, xtc, GHB 

Slide 20 - Tekstslide

Invloed
Drugs kunnen op verschillende manieren invloed hebben:

Stimulerend
Verdovend
Verandering van bewustzijn

Slide 21 - Tekstslide

Stimulerend
- Je hartslag gaat omhoog
- Je wordt actiever
- Spieren spannen zich aan
- Bloeddruk gaat omhoog

We noemen dit UPPERS 
(cocaine, amfetamine, tabak, koffie)

Slide 22 - Tekstslide

Verdovend
Deze middelen werken kalmerend. 
Je wordt er rustiger van. 
Ademhaling en hartslag gaan omlaag. 

We noemen deze drugs DOWNERS
(heroine, GHB, alcohol, slaapmiddelen)

Slide 23 - Tekstslide

Verandering van bewustzijn
Sommige middelen hebben invloed op je bewustzijn. 
Het bewustzijn neemt dingen waar. 
Deze drugs zorgen ervoor dat je dingen anders waarneemt. 

Dit soort drugs noemen we TRIPPERS
(denk aan LSD, hasj, wiet, paddo's)

Slide 24 - Tekstslide

Gevaren
Je kan verslaafd raken aan drugs.
Als je afkickt, krijg je afkickverschijnselen als: zweten, somberder worden, hoofdpijn, nachtmerries, slaapstoornissen, angst, last van je darmen, minder eetlust. 

Drugs kunnen van invloed zijn op je lichamelijke gesteldheid.

Ook kunnen gevaarlijke situaties ontstaan als je gaat hallucineren. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Opname
Om de hersenen te kunnen bereiken moeten drugs eerst in de bloedbaan komen. De snelheid waarmee drugs de hersenen bereiken bepaalt het verslavend effect.
Door welke manieren kunnen drugs in het bloed komen?

Slide 27 - Tekstslide

De manieren zijn:
- Eten drinken of slikken
- Roken en inhaleren
- Spuiten
- Snuiven
- Absorberen via de huid.

Slide 28 - Tekstslide

Verslaving
Je kunt niet meer stoppen met Drugs gebruiken. Als je wilt stoppen dan voel je je ziek. Je lichaam kan niet meer zonder drugs. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Wat vinden jullie?
Moeten alle drug legaal worden in Nederland?
A
Ja, iedereen mag zelf beslissen!!
B
Nee, drugs is gevaarlijk.
C
Alleen alcohol, tabak en cafeïne.
D
Hoe het nu is, is het goed.

Slide 31 - Quizvraag

Heb je thuis weleens gepraat over drank en drugs?
A
Ja, over beide
B
Ja, alleen over alcohol
C
Nee
D
Ja, alleen over drugs

Slide 32 - Quizvraag

Verdovend
Stimulerend
Waarneming verruimend
Cocaine
Heroine
GHB
XTC
Paddo's
Cannabis
Alcohol
LSD
Nicotine
Slaap-middelen

Slide 33 - Sleepvraag

Wat is de meeste voorkomende verslaving?
A
Cocaïne
B
Heroïne
C
Alcohol
D
Wiet & Hasj

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Video

Schrijf op wat je nog niet wist over drugs, maar nu wel.

Slide 36 - Open vraag