Herhaling Thema 1

WEEK 2
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WEEK 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling
Weektaak controleren
Korte samenvatting Thema 1

OEFENVRAGEN

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SAMENVATTING

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levenskenmerken
  • Levende dingen vertonen levenskenmerken
  • Deze 9 moet je weten:
  • Groei en ontwikkeling
  • Reageren op prikkels, Beweging
  • Stofwisseling: Voeden, ademhalen en uitscheiden
  • Voortplanten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ORGANISATIENIVEAU
Vindt er mitose plaats?

Slide 6 - Tekstslide

Bij
Nier

De acht levensfases van de mens

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organen
Het middenrif verdeelt de romp in de borstholte en de buikholte.

BELANGRIJK!
Opdracht 'Het Torso'

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dierlijke cel
  1. celmembraan
  2. celkern
  3. cytoplasma
  4. Kernmembraan
4

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantencel

Slide 10 - Tekstslide

Verschil tussen een dierlijke en een plantaardige cel zijn de bladgroenkorrels, celwand en vacuole

Het verschil
Het verschil tussen een dierlijke cel
en een plantaardige cel 
zijn de bladgroenkorrels, celwand en vacuole

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korrels
In het cytoplasma van plantencellen kunnen korrels voorkomen:
  1. Bladgroenkorrels
  2. Kleurstofkorrels
  3. Zetmeelkorrels

Slide 12 - Tekstslide

Kleurstofkorrels komen voor in de cellen van bloemen en vruchten met een gele, oranje of rode kleur. Kleurstofkorrels geven bloemen en vruchten hun opvallende kleur.
Korrels in de cel:
Bladgroenkorrels
Kleurstofkorrels
Zetmeelkorrels

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chromosomenparen
46 chromosomen
23 chromosomenparen
Per soort organisme verschillend!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chromosomen
Chromosomen zijn lang dunne draden

Chromosomen zijn opgebouwd uit DNA+ eiwit.

DNA bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen.


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chromosomen
In een eicel zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 
 chromosomen.
Die bevruchte cel deelt zichzelf op en ook de chromosomen. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

reductiedeling
meiose
gewone celdeling
mitose
aanmaak geslachtscellen
aanmaak gewone cellen
de helft van het aantal chromosomen
evenveel chromosomen als de moedercel

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OEFENVRAGEN

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de levenskenmerken?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de organisatieniveaus in de juiste volgorde van klein naar groot
Orgaan
Weefsel
Organisme
Orgaan
stelsel
Cel

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Baby
Peuter
Kleuter
Schoolkind
Puber
Adolescent
Volwassene
Oudere

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

MOLECUUL
ATOOM
ORGAAN
ORGANISME
ORGAANSTELSEL
WEEFSEL
CEL

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke cel onderdelen hebben ZOWEL de plantaardige cellen als de dierlijke cellen?
A
Alleen een celkern
B
celkern en cytoplasma
C
celkern, cytoplasma en celmembraan
D
celkern, cytoplasma, celmembraan, celwand

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dierlijke cel
Plantaardige cel

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke cel of cellen hebben een celwand?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel
C
Dierlijke en plantaardige cel
D
Geen van beide

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kijkt door de microscoop en ziet een cel met celwand en bladgroenkorrels. Waar kijk je naar?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke cel heeft cytoplasma?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Geen van beiden

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk proces vindt plaats in de bladgroenkorrels?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Cytoplasma
Celkern
Chromosomen
Celmembraan
Kernmembraan

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mitose
Meiose
Gewone celdeling
Reductiedeling
Overal in het lichaam
Zelfde aantal chromosomen
Helft van de chromosomen
Gewone lichaamscellen
Geslachtscellen
Alleen in de geslachts-organen

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep van klein naar groot
Klein
Groot
DNA
Orgaanstelsel
Cel

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor Mitose?
A
Gewone celstrekking
B
Gewone celdeling
C
Gewone chormosomen
D
Meiose

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

sleep naar de juiste deling
MITOSE
MEIOSE
voor de vorming van geslachtscellen
voor de vorming van lichaamscellen

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

sleep naar de juiste deling
MITOSE
MEIOSE
chromosomen komen enkelvoudig voor
Chromosomen komen in paren voor

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

sleep naar de juiste deling
MITOSE
MEIOSE
vindt alleen plaats in de teelballen 
en eierstokken
vindt overal in het lichaam plaats

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies