8.3 Samenwerken is slimmer

Nederland Handelsland
8.3 Samenwerken is slimmer
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederland Handelsland
8.3 Samenwerken is slimmer

Slide 1 - Tekstslide

8.3 Samenwerken is slimmer
  • Ik kan uitleggen welke afspraken er binnen de Europese Unie zijn
  • Ik kan vertellen waarom er ook verschillen zijn tussen EU-landen
  • Ik kan vertellen wat de taken van de ECB zijn

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Burgers van de EU mogen vrij reizen en wonen binnen de EU?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Als ik spullen koop in België, moet ik invoerrechten betalen aan de douane.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Als ik spullen koop in de VS, moet ik invoerrechten betalen aan de douane.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

8.3 Samenwerken is slimmer
Interne markt
Economische samenwerking tussen de lidstaten van EU 
  • Vrij verkeer van goederen en diensten 
  • Vrij verkeer van personen
  • Vrij verkeer van kapitaal

Slide 7 - Tekstslide

Ik kan in London met euro's betalen.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn vreemde valuta?
A
Buitenlands geld
B
Wisselkoers
C
Provisiekosten
D
Euro's

Slide 9 - Quizvraag

8.3 Samenwerken is slimmer
Internationale handel
Bij internationale handel heb je te maken met wisselkoersen.
  • Handel met landen met vreemde valuta.
  • Vooral de dollarkoers is belangrijk. 
  • Wisselkoersen kunnen dalen en stijgen.

Slide 10 - Tekstslide

26 september 2022
€ 1 = $ 0,97



28 februari 2023
€ 1 = $ 1,06



NL exporteert voor € 1.000 goederen. 

VS betaalt € 1.000 x 0,97 = $ 970
 NL ontvangt € 1.000  

NL importeert voor $ 1.000 goederen.
 
VS ontvangt $ 1.000
NL betaalt $ 1000 : 0,97 = € 1.031

NL exporteert voor € 1.000 goederen 

 VS betaalt € 1.000 x 1,06 = $ 1.060
NL ontvangt € 1.000 
 
NL importeert voor $ 1.000 goederen.

VS ontvangt $ 1.000
NL  betaalt $ 1.000 : 1,06 = € 943,39 


Koers dollar is gedaald.

Slide 11 - Tekstslide

Als de koers van de dollar ten opzichte van de euro daalt, is dat:
A
Gunstig voor de onze export, onze producten zijn voor de Amerikanen goedkoper geworden.
B
ongunstig voor onze export, want onze producten worden voor de Amerikanen duurder om te kopen.
C
niet van invloed op de Nederlandse export, want de Amerikanen betalen in dollars.

Slide 12 - Quizvraag

Als de wisselkoers van de euro stijgt:
A
verbetert onze concurrentiepositie
B
verslechtert onze concurrentiepositie
C
verandert onze concurrentiepositie niet

Slide 13 - Quizvraag

In alle landen van de EU kun je met de euro betalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

landen met euro?

Slide 15 - Woordweb

8.3 Samenwerken is slimmer
EMU
De Europese monetaire unie
  • Gezamenlijke munteenheid, de euro
  • Geen wisselkoersen bij handel tussen EMU-landen


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Als de ECB de rente verhoogt, dan...
A
Is het wel interessant om te lenen, maar niet om te sparen. Hierdoor gaan mensen meer geld uitgeven.
B
Is het wel interessant om te lenen, maar niet om te sparen. Hierdoor gaan mensen minder geld uitgeven.
C
Is het niet interessant om te lenen, maar wel om te sparen. Hierdoor gaan mensen meer geld uitgeven.
D
Is het niet interessant om te lenen, maar wel om te sparen. Hierdoor gaan mensen minder geld uitgeven.

Slide 18 - Quizvraag

Als mensen meer gaan sparen en dus minder geld uitgeven, dan...
A
Neemt inflatie toe want er is meer aanbod dan vraag naar producten.
B
Neemt inflatie af want er is meer aanbod dan vraag naar producten.
C
Neemt inflatie toe want er is minder aanbod dan vraag naar producten.
D
Neemt inflatie af want er is minder aanbod dan vraag naar producten.

Slide 19 - Quizvraag

In 2022 was de inflatie torenhoog. Om dit tegen te gaan...
A
Verhoogt de ECB het rentepeil.
B
Verlaagt de ECB het rentepeil.

Slide 20 - Quizvraag

8.3 Samenwerken is slimmer
ECB
  • De waarde van de euro bewaken (prijsstabiliteit) door het rentepeil te 
      bepalen:
      1. Rente verhogen -> minder lenen en meer sparen -> daling inflatie
      2. Rente verlagen -> meer lenen en minder sparen -> stijging inflatie
  • Nieuwe bankbiljetten in omloop brengen. 


Slide 21 - Tekstslide

Door de rente te verlagen kan de ECB de economie in de eurozone stimuleren?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

8.3 Samenwerken is slimmer
  • Ik kan uitleggen hoe de EU de handel tussen lidstaten bevorderd.
  • Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met interne markt.
  • Ik kan uitleggen wat het gevolg is van een wijziging in wisselkoers.
  • Ik kan de voordelen van een gemeenschappelijke munt uitleggen.

Slide 23 - Tekstslide