Spelling H1-2-3 brugklas

PROGRAMMA
 Leestest
Lezen/leren (in stilte)
Spelling H1 Hoofdletters en leestekens (kies: online of uit boek)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

PROGRAMMA
 Leestest
Lezen/leren (in stilte)
Spelling H1 Hoofdletters en leestekens (kies: online of uit boek)

Slide 1 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdletters en leestekens

Kies: boek (blz. 34) of online
Maak Spelling H1: Hoofdletters en leestekens.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Spelling H1, blz. 34
Bespreek in een tweetal de startopdracht. 
Hoe zou je deze zin verbeteren?
timer
2:00

Slide 5 - Tekstslide

Verbeterde zin
De boeren uit het Noorderland hebben tien vingers: (of een komma) aan elke hand vijf. En twintig aan handen en voeten.

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdletters en leestekens
Blz. 34: maak opdracht 1
Bestudeer thuis de theorie

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1.1
Venlonaren 
Enkhuizen
Rienstra
Loire
Italiaanse
Excelsior 31
Fransman
Donald




Slide 8 - Tekstslide

opdracht 1.2
belevenis
ecogroente
voorjaar
relatie
intiem
expeditie
noorden
dinsdag

Slide 9 - Tekstslide

PROGRAMMA

- Lezen
- Wat moet je leren voor de toets?
- NN online Spelling H1-2


Slide 10 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

toets Nederlands

- Tekst met 14 vragen
- 4 zinnen waarin je persoonsvorm tt moet invullen
- 4 zinnen waarin je persoonsvorm vt moet invullen



Slide 12 - Tekstslide

Welke theorie moet ik bestuderen
voor de toets?
Het onderwerp van een tekst:                                                            blz. 12
Deelonderwerpen:                                                                                  blz. 44
Inleiding, slot en hoofdgedachte:                                                    blz. 76

Persoonsvorm tt:                                                                                     blz. 36
Persoonsvorm vt zwak:                                                                         blz. 68
Persoonsvorm vt sterk:                                                                       blz. 100

Slide 13 - Tekstslide


NN online
H1 Spelling

Persoonsvorm 
tegenwoordige tijd

Slide 14 - Tekstslide

PROGRAMMA
- Lezen/leren
- twee dicteezinnen
- oefenen met 
werkwoordspelling H1-2-3
- werkwoorden markeren in een tekst.

Slide 15 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

'Hebben jullie gehoord', vroeg de caissière, 'wat er is gebeurd?'

'Er gebeurt hier elke dag iets merkwaardigs', meldde de verontruste buurtbewoner.

Slide 17 - Tekstslide

PROGRAMMA
- Lezen/leren
- werkwoorden 
markeren
in een tekst.

Slide 18 - Tekstslide

Tekst Valentijnsdag
Markeer de werkwoorden:
PV TT:         ___________
PV VT:        
VD:              ------------
INF:   
Klaar? Lever je blad in 
met je naam erop en ga werken in NN online. Spelling H1-2-3
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Het raadsel was: "Wat heeft 's morgens vier benen, 's middags twee en 's avonds drie?" Het antwoord luidde "de mens". Verklaring van het raadsel: met "'s ochtends" worden de eerste levensjaren bedoeld, als men nog kruipt (op 4 benen); met "'s middags" worden de jaren dat men zelfstandig loopt bedoeld (op 2 benen);

Slide 20 - Tekstslide

PROGRAMMA
- Lezen/leren
- werkwoorden markeren
in een tekst en nakijken

- Maak opdracht 4 op blz. 80.

Slide 21 - Tekstslide