Taak 5 Joden krijgen de schuld BBL

5.3. Hitlers moordmachine
Taak 5 Joden krijgen de schuld
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

5.3. Hitlers moordmachine
Taak 5 Joden krijgen de schuld

Slide 1 - Tekstslide

Wat we doen:
  • Terugblik Taak 3
  • Doelstellingen
  • Rassenscheiding
  • Jodenhaat
  • Anne Frank
  • Evaluatie 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik Taak 5.2.
Enkele vragen...

Slide 3 - Tekstslide

Welke stad wordt in 1940 door de Nazi's gebombardeerd?
A
Amsterdam
B
Rotterdam
C
Arnhem
D
Utrecht

Slide 4 - Quizvraag

Welk begrip past bij de omschrijving?
'het tegenwerken van de vijand'

Slide 5 - Open vraag

Welk begrip past bij de omschrijving?
'Het helpen van de vijand'

Slide 6 - Open vraag

Wat is de naam (afkorting) van de politieke partij die het eens zijn met de Nazi's ?

Slide 7 - Open vraag

Waarom wordt de winter 1944-1945 de Hongerwinter genoemd ?

Slide 8 - Open vraag

Op welke dag is de Dodenherdenking?
A
27 april
B
30 april
C
4 mei
D
5 mei

Slide 9 - Quizvraag

Op welke dag vieren wij bevrijdingsdag?
A
27 april
B
30 april
C
4 mei
D
5 mei

Slide 10 - Quizvraag

5.3. Hitlers moordmachine

Slide 11 - Tekstslide

Doelstellingen 5.3.
  • Je weet hoe Nazi's dachten over sommige bevolkingsgroepen (Joden).
  • Je weet welke anti-Joodsmaatregelen nazi's in de periode
    1933-1945
  • Je kent begrippen zoals; holocaust en antisemitisme 

Slide 12 - Tekstslide

Rassenscheiding
  • Onderscheid tussen bevolkingsgroepen.
  • Het sterkste ras noemde ze Ariërs.
  • Lang, blond, blauwe ogen.
  • Niet-Ariërs waren minderwaardig
     (Joden, Zigeuners, gehandicapten en homoseksuelen)

Slide 13 - Tekstslide

De Eeuwige Jood

'Joden zijn parasieten, altijd al geweest. Parasieten zijn de vijand van hardwerkende, scheppende mensen. Parasieten leven ten koste van anderen. Overal waar de Jood komt sterven mensen' (Bron 45)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Begin van de Jodenvervolging (1)
  • 1933 Hitler komt aan de macht.
  • Vanaf dan worden allerlei regels tegen de Joden gemaakt.
    - Joden mogen niet trouwen met niet-Joden.
    - Joden die voor de overheid werken krijgen ontslag.
    - Joden mogen niet de bibliotheek, zwembaden en ov. 
    -  In het paspoort komt een 'J' te staan. 

Slide 16 - Tekstslide

Jodenvervolging (2)
- Vanaf 1942 moeten de Joden een ster dragen. 
- Ze ontvangen een oproepkaart 
- Vanaf zomer 1942 worden Joden naar vernietingskampen gebracht. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Aan de slag:
Samen lezen A Zes miljoen doden
Samen lezen B Van uitsluiten naar uitmoorden
Maken opdracht 1 t/m 4

Klaar? Maak 5.7. blz 144 en 145. 
timer
8:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Waarom?
Volgens de nazi's zijn er 2 soorten mensen:
  • Übermenschen (Ariërs) --> blanke mensen met blonde haren en blauwe ogen

  • Üntermenschen -->Iedereen die niet van Germanen afstamt, maar vooral zigeuners, homoseksuelen en psychiatrische patiënten, maar volgens de Nazi's waren de Joden de ergste!

  • Hierdoor ontstaan er jodenhaat. Dit noemen we antisemitisme

Samen lezen blz. 130 C Waarom?!

Slide 21 - Tekstslide

De holocaust
Door alle veroveringen in West-Europa en de Sovjet Unie (Rusland) woonden er veel Joden in door Duitsland bezet gebied.

  • In 1941 bedenken de nazileiders een plan. Ze beginnen met de bouw van kampen.
  • Vanaf 1942 worden uit heel Europa Joden gevangen en vermoord in vernietigingskampen. 




Samen lezen D. De Holocaust (blz. 130)


Slide 22 - Tekstslide

Maken 5.3. 
  • Maken opdracht 5 t/m 8 (blz. 131)

    Klaar? Maak 5.7. (blz. 144)


  • Samen opdracht 1 t/m 8 nakijken. 

Slide 23 - Tekstslide

Leg uit wat een Ariërs is?

Slide 24 - Open vraag

Waarom heeft Hitler aan hekel aan Joden?

Slide 25 - Open vraag

Schrijf een regel op waar Joden zich aan moeten houden?

Slide 26 - Open vraag

Gebeurtenis in november 1938 overal in Duitsland wordt geweld gepleegd tegen Joden. Hoe noemen we dit?
A
Kristallnacht
B
Zilveren Nacht
C
Kristallendagen
D
Krisnacht

Slide 27 - Quizvraag

Wat is antisemitisme?
A
Discriminatie
B
Discriminatie van Joden
C
Discriminatie van Nazi's
D
Discriminatie tegen Zigeuners

Slide 28 - Quizvraag

Noem iets wat je deze paragraaf geleerd hebt.

Slide 29 - Open vraag

Vragen?

Slide 30 - Woordweb