Vitale functies

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
MZMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vitale functies: belangrijke functies van het lichaam, die essentieel zijn voor behoud van het leven. Stoornissen in vitale functies leiden in lange of korte tijd tot de dood. Centraal staat: opname en transport van zuurstof in het bloed en afvoer van koolstofdioxide.

Airway: luchtweg
 Breathing: ademhaling
 Circulation: circulatie
 Disability: bewustzijn
 Exposure: lichaamstemperatuur

Slide 2 - Tekstslide

Vitale functies: belangrijke functies van het lichaam, die essentieel zijn voor behoud van het leven. Stoornissen in vitale functies leiden in lange of korte tijd tot de dood. Centraal staat: opname en transport van zuurstof in het bloed en afvoer van koolstofdioxide.

Airway: luchtweg
 Breathing: ademhaling
 Circulation: circulatie
 Disability: bewustzijn
 Exposure: lichaamstemperatuur

timer
1:00
Welke vitale functies ken je?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Treat first what kills first: behandel de meest levensbedreidende aandoeningen het eerste, volg het ABCDE en ga pas verder naar de volgende stap als alle stoornissen binnen een onderdeel behandeld zijn.

Do no further harm: maak de toestand van het slachtoffer niet erger dan het is. Doe geen dingen die je niet kunt en voer geen onnodige handelingen uit

Wat is een vitale functie?
A
Dat zijn lichamelijke functies die je meet als iemand overleden is
B
Dat zijn alle radiologisch onderzoeken, zoals echo, mri scan en foto die uitgevoerd worden om te kijken of de organen goed werken
C
Dat zijn lichaamsfuncties die de persoon in leven houdt
D
Is een gesprek die je met een arts voert om achter te halen of je lichaamsfuncties goed werken

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Eupnoe Normale ademhaling
Tachypnoe Snelle ademhaling
Bradypnoe Langzame ademhaling
Hyperpnoe Diepe ademhaling
Dyspnoe Kortademigheid
Apnoe Ademstilstand
Cheyne-Stokes Onregelmatige ademhaling met af en toe een ademstilstand
Kussmaul Diepe en snelle ademhaling

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Systolische waarde (bovendruk): komt overeen met
de kracht waarmee het hart het bloed de vaten in
pompt.

Diastolische waarde (onderdruk): is een maat voor
de druk in de vaten op het moment dat het hart zich
ontspant en weer vult met bloed.

Bij het meten van de bloeddruk kijk je naar de druk in de bloedvaten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

120/80 mm Hg: optimale bloeddruk (voor volwassenen)
140/90 mm Hg: normale bloeddruk
160/95 mm Hg: hypertensie / hoge bloeddruk
90/60 mm Hg: hypotensie / lage bloeddruk
80/45 mm Hg: normale bloeddruk (gemiddeld bij kinderen)
Vraag:
Wanneer spreken we van een hoge bloeddruk?
Benoem de Latijnse benaming
Welke risicofactoren kunnen een rol spelen bij een verhoogde bloeddruk?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke van onderstaande meting is een Hypertensie?
A
120/80 mmHg
B
135/68 mmHg
C
106/65 mmHg
D
145/95 mmHg

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Waar kan je de pols meten?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Saturatie van 97% is goed.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We meten het bewustzijn door de EMV meting.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De meest nauwkeurige meting bij lichaamstemperatuur is oraal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer de temperatuur niet optimaal is, verlopen proces in het lichaam minder goed.
Het afwisselend inademen en uitademen van de lucht
Prikkels uit de omgeving worden opgevangen
Het reguleren van systole en diastole in de bloedvaten
hoeveelheid zuurstof die in de weefsels wordt opgenomen
Het aantal hartslagen per minuut

Slide 43 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor Skills
Er staat een filmpje op teams in Zorg. 
Bekijk die voor de volgende les. 

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies