Formatieve toets Unité 2 - Apprendre 6 & 9 (phrase 1 et 2)

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Le 11 novembre 2020

Les phrases Apprendre 9

Schrijf op wat je begrijpt van de volgende zinnen.

Ils sont fous de balades en bateau avec leurs amis.

Vous pouvez venir samedi prochain à midi?

Petit teste Apprendre 6

Let op: 

Je hebt telkens 10 seconden om te antwoorden!

Je moet 6 van de 10 woorden correct hebben!

Vertaal naar het Frans:
de stem

1. la voix
2. le voix
3. la vois
4. le vois

Wat betekent:
en tout cas

1. later
2. het maakt niet uit
3. in ieder geval
4. hé!

Wat betekent:
arrêter

1. eruitzien
2. filmen
3. arresteren
4. stoppen

Vertaal naar het Frans
wat is er?

1. Que est-ce qu'il y a?
2. Qu'est-ce qu'il y a?
3. Qu'est-ce que il y a?
4. Qu'est ce qu'il y a?

Vertaal naar het Frans:
Wij zoeken andere tennisspelers

1. Nous recherchons d'autre joueur de tennis.
2. Nous recherchons d'autres joueurs tennis.
3. Nous recherchons d'autres joueurs de tennis.
4. Nous recherchons autres joueurs de tennis.

Vertaal naar het Frans:
de hoofdingang

1. le rendez-vous
2. la rendez-vous
3. l'entrée principal
4. l'entrée principale

Wat betekent:
avoir l'air de

1. lucht hebben
2. ruiken naar
3. eruitzien
4. gelijk hebben

Vertaal naar het Frans:
Als je interesse hebt, neem dan contact met ons op.

1. Si tu est intéressé, contactes-nous.
2. Si tu es intéressés, contacte-nous.
3. Si tu es intéressé, contacte-moi.
4. Si tu es intéressé, contacte-nous.

Vertaal naar het Frans:
later

1. environ
2. plus tard
3. tiens!
4. féminin

Vertaal naar het Frans:
Het maakt niet uit welk

1. n'importes quel
2. n'importes que
3. n'importe quel
4. n'importe que

La fin