2KB2 22 juni

WELKOM
3 Kader
Welkom 2KB2

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
3 Kader
Welkom 2KB2

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken
  • Mobiel in de bak.
  • Als de docent praat, luisteren we.
  • Als we iets willen zeggen of antwoord geven, steken we onze hand op.
  • We luisteren als een medeleerling een vraag stelt.
  • We doen mee in de les.
  • We maken ons huiswerk.

Slide 2 - Tekstslide

Programma van de les 2KB2 22 juni
Programma:

  • Aanwezigheid
  • Datum toets
  • Poëzie en Fictie 
Lesdoel:

Ik weet de basisbegrippen van Poëzie


Slide 3 - Tekstslide

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 4 - Tekstslide

Toets
Nieuwe datum:
Maandag 27 juni 
Schrijfvaardigheid en Taalverzorging Hoofdstuk 5 
en Hoofdstuk 6



Slide 5 - Tekstslide

Poëzie
Basisbegrippen

  1.   Rijm
  2. Strofe
  3. Letterlijk/figuurlijk taalgebruik

Slide 6 - Tekstslide

Poëzie en fictie: Gelukkig (B)
Leerdoel
  • Je krijgt plezier in lezen en je ontdekt hoe je met taal gevoelens kunt uiten.
  • Je kent het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik



Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 3
Tekst 2 Tuinschilderij

Doe dit samen met een klasgenoot


Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 3
Tekst 2 Tuinschilderij

  1. Wat moet er op de puntjes staan? De wereld van de ik-persoon wordt vergeleken met................................
  2. Hoe ziet een hinkelend tuinpad eruit, volgens jullie?
  3. Maak een tekening van het schilderij.



Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 4
Tekst 3 'Ruzie voorbij'
1. De ik-persoon had een probleem. Kies uit elke tegenstelling het deel dat bij get probleem past
donker/licht
zon/schaduw
licht gevoel/zwaar gevoel
ruzie/geen ruzie meer

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 4
Tekst 3 'Ruzie voorbij'

Hoe maakt de ik- persoon alles lichter. Noteer drie dingen
Hoe weet je dat de ik-persoon zich ook lichter voelt. Noteer twee werkwoorden.
Over welk gevoel gaat dit gedicht?

Slide 11 - Tekstslide

Poëzie
Soorten rijm 

  1. Gepaard rijm
  2. Slagrijm
  3. Gekruist rijm
  4. Omarmend rijm


Slide 12 - Tekstslide

Gepaard rijm
a-a-b-b

Slide 13 - Tekstslide

Slagrijm a-a-a-a


Slide 14 - Tekstslide

Gekruist rijm
a-b-a-b



Slide 15 - Tekstslide

Omarmend rijm a-b-b-a
a
b
b
a
a
b
b
a

Slide 16 - Tekstslide

Nederlands is een leuk vak
Dat is wat de leraar zei
Ik vind het maar kak
Kunnen schrijven is niks voor mij
A
Gepaard rijm
B
Gekruist rijm
C
Omarmend rijm
D
Slagrijm

Slide 17 - Quizvraag

Welk rijmschema
heeft dit gedicht?
A
Gepaard rijm
B
Gekruist rijm
C
Omarmend rijm
D
Slagrijm

Slide 18 - Quizvraag

Welk rijmschema
heeft dit gedicht?
A
omarmend rijm
B
gepaard rijm
C
gekruist rijm
D
slagrijm

Slide 19 - Quizvraag


A
omarmend rijm
B
gepaard rijm
C
slagrijm
D
verspringend rijm

Slide 20 - Quizvraag

Op een konijn
Bij Noordwijk zwom een nat konijn
te midden van een school tonijn.
‘Tja,’ sprak het beest, ‘dat tomt er van
Als men de ta niet zeggen tan.’
A
Gekruist rijm
B
Gepaard rijm
C
Omarmend rijm
D
Slagrijm

Slide 21 - Quizvraag


A
Gekruist rijm
B
Gepaard rijm
C
Omarmend rijm
D
Slagrijm

Slide 22 - Quizvraag

Schrijf zelf een gedicht van vier regels in slagrijm.

Slide 23 - Open vraag

Einde les

Slide 24 - Tekstslide