VWO5 H3 Par. 2 Hazard management

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Gebieden - Zuid-Amerika

Par. 3.2 Hazard management

Leerdoelen par. 3.2​

• Je weet op welke manier men aan hazard management doet in de verschillende landen in Zuid-Amerika. 
• Je begrijpt waarom de risicoperceptie bij de bevolking vaak laag is en dat die verkeerde risicoperceptie het ruimtelijk gedrag van mensen verklaart. 
• Je kunt het verband aangeven tussen hazard management en risicoperceptie.

Meer schade door ...​

• slechte bouwconstructies
• bouwen op ongeschikte plaatsen
• klimaatverandering
• ontbossing
• geen rampenplan
• grotere bevolking​
• etc.

Hoe groot is het risico?

1. Aard van de ramp > bijv. kracht van de aardbeving

2. Blootstelling > dun- of dichtbevolkt gebied?

3. Kwetsbaarheid > bijv. slechte constructie huizen

Uitwerking kwetsbaarheid in 4 dimensies:

3a Fysiek > bijv. slecht bodemgebruik (>erosie)

3b Sociaal >bijv. groepen die achtergesteld worden

3c Economisch > bijv. afhankelijkheid 1 inkomstenbron 

3d Milieu > bijv. klimaatverandering

Wat hoort NIET bij "kwetsbaarheid"?

1. slecht landgebruik
2. geen vluchtroutes
3. slecht gebouwde huizen
4. vulkaanuitbarsting

Risicoperceptie

Hoe groot schat je de kans in dat je zelf slachtoffer wordt van een natuurramp?

Waarom hebben armere bevolkingsgroepen die bijv. in krottenwijken leven vaak een lage risicoperceptie?

Hazard management​

 = Beleid om schade bij natuurrampen te voorkomen of te beperken

5 onderdelen Hazard Management

1. ​Onderzoek
2. Verminderen risico door bijv. wetgeving
3. Klaar voor als het misgaat, door bijv. waarschuwingssysteem, reddingsplan​
4. Rampenfonds (geld reserveren)
5. Stimuleren veerkracht bevolking (bijv. scholing, reconstructieplannen)​