H3.3 alinea kernzin - klas 1A BB
1 / 30
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Link
Slide 5 - Link
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Link
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Bij verkennend lezen kijk ik naar de inleiding.
A
juist
B
niet juist
Slide 16 - Quizvraag
De titel, tussenkopjes,
de eerste en laatste alinea
lezen zijn voorbeelden van...
de eerste en laatste alinea
lezen zijn voorbeelden van...
A
Nauwkeurig lezen
B
Verkennend lezen
Slide 17 - Quizvraag
Soms staat er een witregel tussen twee alinea's.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
De inleiding van een tekst ........
A
is de eerste alinea van een tekst.
B
is de laatste alinea van een tekst.
C
is hetzelfde als de titel van de tekst.
Slide 19 - Quizvraag
De kern bestaat altijd uit één alinea
A
Niet waar
B
Waar
Slide 20 - Quizvraag
Als je een tekst verkennend leest, lees je ook de kern van de tekst.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
De kern van de tekst...
A
is het middenstuk van de tekst.
B
bestaat uit twee of meer alinea's.
C
geeft informatie over het onderwerp van de tekst.
D
Antwoorden, A, B en C zijn alle drie goed.
Slide 22 - Quizvraag
In het slot lees je nooit...
A
Oude informatie
B
Nieuwe informatie
C
Een samenvatting van de tekst
D
De conclusie van de tekst
Slide 23 - Quizvraag
Het slot van een tekst is altijd?
A
Het middenstuk.
B
Het vetgedrukte stuk.
C
De laatste alinea.
D
De eerste alinea.
Slide 24 - Quizvraag
Om het onderwerp van een tekst te vinden, moet je de hele tekst nauwkeurig lezen.
A
Waar
B
niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Bij nauwkeurig lezen
A
lees je de tekst aandachtig
B
bekijk je alleen de plaatjes
C
zoek je alleen naar antwoord op de vragen
D
lees je alleen de titel en deeltitels
