VA quiz

Welkom bij de

vragenquiz!
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom bij de

vragenquiz!

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een goede zin?
A
Yordan gaat morgen naar de film.
B
Naar de film morgen gaat Yordan.
C
Yordan morgen gaat naar de film.
D
Gaat morgen naar de film Yordan?

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een goede zin?
A
Elke dag in het park speelt Nader.
B
Nader speelt in het park elke dag.
C
Nader elke dag speelt in het park.
D
Elke dag speelt nader in het park.

Slide 3 - Quizvraag

Ik heb geluk gehad met mijn klas.
A
Ik leer veel in de klas.
B
Ik heb een leuke klas.
C
Het gaat niet goed op school.
D
De tomaten zijn rijp.

Slide 4 - Quizvraag

Wat zit je dwars?
betekent..
A
Wat vind je niet goed?
B
Ga eens recht zitten.
C
Zit je stoel niet lekker?
D
Zeg je mening.

Slide 5 - Quizvraag

Ali en Ahad .... vaak bij elkaar over de vloer.
A
gaan
B
zijn
C
willen
D
komen

Slide 6 - Quizvraag

De aap komt uit de mouw
A
De aap kijkt om zich heen.
B
De aap bedenkt een kunstje.
C
Iets wordt ineens duidelijk.
D
Het circus is in de stad.

Slide 7 - Quizvraag

Die man heeft het niet breed.
A
Die man is niet dik.
B
Die man is niet dun.
C
Die man is aardig.
D
Die man is niet rijk.

Slide 8 - Quizvraag

Wil je dokter ....?
A
word
B
wordt
C
worden
D
geworden

Slide 9 - Quizvraag

Ik ... gisteren lekker gesport.
A
wil
B
was
C
ben
D
heb

Slide 10 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Ik zit op het school.
B
Ik ga op de school.
C
Ik ga op de school.
D
Ik zit op school.

Slide 11 - Quizvraag

Wat staat er NIET in een planning?
A
wat je moet doen
B
hoe je iets moet doen
C
de tijd en de boodschappen
D
wie het moet doen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is klieren?
A
vervelend gedrag
B
luisteren
C
werken
D
een jurk

Slide 13 - Quizvraag

De docent heeft de hele les .....
A
gekliert
B
geklierd
C
klierde
D
klierte

Slide 14 - Quizvraag

Ik sta te springen om te beginnen
A
Ik heb er veel zin in.
B
Ik vind het eng.
C
Ik moet naar de wc.
D
Ik vind het leuk.

Slide 15 - Quizvraag

De melk is bedorven, .....
hij ruikt vies.
A
omdat
B
maar
C
hoewel
D
want

Slide 16 - Quizvraag

We eten boterhammen, ..... het pauze is.
A
want
B
en
C
doordat
D
als

Slide 17 - Quizvraag

Wat is GEEN tip voor een goede samenwerking?
A
Zeg wat je dwarszit.
B
Werk door.
C
Houdt rekening met anderen.
D
Hou je mening voor jezelf.

Slide 18 - Quizvraag

oma kunt u mij de stroop aangeven
A
Oma? Kunt u mij de stroop aangeven?
B
Oma. Kunt u mij de stroop aangeven?
C
Oma, kunt u mij de stroop aangeven.
D
Oma, kunt u mij de stroop aangeven?

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een alinea?
A
De eerste paar regels van een tekst
B
De titel van een tekst
C
Zinnen in een tekst die bij elkaar horen
D
een snoepje

Slide 20 - Quizvraag

In Nederland heeft de overheid alle macht.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

De grondwet is de belangrijkste wet.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

De overheid moet ervoor zorgen dat er onderwijs is.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Wie houdt zich aan de wet ?
A
de regering
B
burgers
C
de rechter
D
de politie

Slide 24 - Quizvraag

De koning kan rechters ontslaan.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de hoofdstad van Nederland?
A
Rotterdam
B
Amsterdam
C
Den Haag
D
Holland

Slide 26 - Quizvraag

In welke stad staan de regeringsgebouwen?
A
Den Haag
B
Amsterdam
C
Rotterdam
D
Utrecht

Slide 27 - Quizvraag

Waar ligt de grootste haven van Nederland?
A
Zeeland
B
Rotterdam
C
Amsterdam
D
Moerdijk

Slide 28 - Quizvraag

Welke bloem vinden veel mensen typisch Nederlands?
A
Narcissen
B
Rozen
C
buddleias
D
Tulpen

Slide 29 - Quizvraag

Waarom gaan mensen op 1 januari naar Scheveningen?
A
eerste dag van het jaar
B
Nieuwjaarsdag
C
het nieuwe jaar
D
Nieuwjaarsduik

Slide 30 - Quizvraag

Hoeveel officiële talen zijn er in Nederland?
A
3
B
4
C
2
D
1

Slide 31 - Quizvraag

Welk onderwerp zat NIET in het jeugdjournaal gisteravond?
A
Nieuwe voorzitter in de Tweede Kamer
B
Droogte in Nederland
C
De telefoon van Rutte
D
Kinderen regelen het autoverkeer op school

Slide 32 - Quizvraag

Wat is het advies over roken?
A
Je moet niet bij kinderen roken.
B
Je moet buiten roken.
C
Je moet helemaal stoppen met roken.
D
Je moet je handen wassen na het roken.

Slide 33 - Quizvraag

Het regent niet genoeg. De grond is droog. Waar is het het droogst?
A
In het oosten en zuiden van Nederland
B
In het noorden van Nederland
C
In het westen en noorden van Nederland
D
In het westen van Nederland

Slide 34 - Quizvraag

Het is nu al heel droog, ..... de zomer nog moet beginnen.
A
omdat
B
en
C
tenzij
D
terwijl

Slide 35 - Quizvraag

Waarom is de duif gearresteerd?
A
Hij vloog te hard.
B
Hij gaf overlast voor de buren.
C
Hij was drugskoerier.
D
Hij is niet gearresteerd

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Video

Noem de zanger en de titel van het vorige nummer

Slide 38 - Open vraag