haben/sein

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen:
  • je kent de persoonlijk voornaamwoorden in het Duits
  • je kent de vormen van haben en sein
  • je kunt de werkwoorden haben en sein gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Hoe goed begrijp je haben + sein?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 4 - Sleepvraag

sein
  • Wat betekent sein?

  • Onregelmatig ww
  • Gewoon leren!! 
pers. vnw
sein
ik
ich
bin
jij
du
bist
hij / zij / het
er / sie / es
ist
wij
wir
sind
jullie
ihr
seid
zij (mv) / u
sie / Sie
sind

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

sein

Wir ... 12 Jahre alt.
A
sind
B
seid
C
bin
D
bist

Slide 7 - Quizvraag

sein
Er ... morgen in der Schule.

Slide 8 - Open vraag

Ich ...(sein) zu Hause.
A
habe
B
bin
C
sind
D
sein

Slide 9 - Quizvraag

Du .....(sein) immer nett.
A
binst
B
bin
C
bist
D
bint

Slide 10 - Quizvraag

Wir ...... (sein) in der Schule.
A
sein
B
seid
C
sint
D
sind

Slide 11 - Quizvraag

Meine Schwester ...(sein) 15 Jahre alt.
A
hat
B
ist
C
bin
D
bist

Slide 12 - Quizvraag

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 13 - Sleepvraag

Haben

  • Wat betekent haben?

  • Onregelmatig ww
  • Gewoon leren!! 
pers. vnw
haben
ik
ich
habe
jij
du
hast
hij / zij / het
er / sie / es
hat
wij
wir
haben
jullie
ihr
habt
zij (mv) / u
sie / Sie
haben

Slide 14 - Tekstslide

haben

Wann ... du Geburtstag?
A
habe
B
hast
C
haben
D
hat

Slide 15 - Quizvraag

Ich (haben) ...... viel gelernt.
A
habe
B
hat
C
hast
D
habt

Slide 16 - Quizvraag

Wir (haben) ...... die Aufgaben gemacht.
A
haben
B
sind
C
habe
D
hast

Slide 17 - Quizvraag

Ihr (haben) ... gut aufgepasst.
A
habt
B
haben
C
hat
D
hast

Slide 18 - Quizvraag

Meine Eltern ...... (haben) ein neues Auto gekauft.
A
habe
B
sein
C
hat
D
haben

Slide 19 - Quizvraag

haben
Ihr ... ein schönes Haus

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Video

Hoe goed begrijp je haben + sein nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Lesdoel bereikt? Je kent de persoonlijk voornaamwoorden en de vormen van haben en sein en kunt het gebruiken
A
Ja, ik kan het!
B
Nee, ik snap het niet! Help mij hiermee!
C
Ik ga de liedjes luisteren ... dan komt het goed!
D
Ja, ik denk het wel, beetje oefenen nog.

Slide 23 - Quizvraag

Einde

Slide 24 - Tekstslide