Les 2 dieren *thema ordening

Dierenrijk
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dierenrijk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten jullie nog van de vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je weet op basis waarvan worden dieren verdeeld in stammen
Je ken de klassen onder stammen en op basis waarvan ze verdeeld worden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het dierenrijk

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerst even wat voorkennis.
Hoe vaker organismen ingedeeld worden in de zelfde groep. Hoe meer overeenkomsten ze hebben.
We hebben nog andere Rijken. welke zijn ze?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In hoeveel delen wordt de "Rijken" verdeeld?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke rijk valt de afbeelding hiernaast?
A
Dierenrijk
B
Plantenrijk
C
Bacteriën
D
Schimmels

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke rijk valt het cel hiernaast?
A
Dierenrijk
B
Plantenrijk
C
Bacteriën
D
Schimmels

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7 Stammen
Sponzen
Tik mee ( tijdens les!)
Welke vragen zou je stellen om deze dieren verder te verdelen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symmetrie bij dieren

Slide 10 - Tekstslide

Welke vragen kan je stellen om dierenrijk verder te verdelen in stammen
2de kenmerk: het skelet
Door naar het skelet van dieren te kijken, kun je het dierenrijk nog verder onderverdelen. Er zijn drie typen skelet:

-Een inwendig skelet
 
-Een uitwendig skelet
-Geen skelet

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sponzen
1
wormen
2
neteldieren
3
stekelhuidigen
4
weekdieren
5
geleedpotigen
6
gewervelden
7

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit hoeveel stammen bestaan het dierenrijk?
A
6
B
7
C
4
D
8

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke is niet NIET een stam
A
Zoogdieren
B
Sponzen
C
Gewervelden

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor type cel is hiernaast weergeven?
A
Dierlijke cel
B
Bacterie cel
C
Schimmel cel
D
Planten cel

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk nummer geeft cytoplasma weer?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dierlijke cellen hebben een...
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Vacuole
D
Bladgroenkorrels

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor skelet heeft dit dier?
A
Geen
B
Uitwendig
C
Inwendig

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een dier met een inwendig skelet.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

het dierenrijk
cellen hebben géén celwanden!

ordening in 7 stammen:

welke?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeven stammen
  • Sponzen 
  • Neteldieren
  • Wormen
  • Weekdieren
  • Stekelhuidigen
  • Geleedpotigen
  • Gewervelden 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sponsdieren
Sponzen zijn niet symmetrisch.
Sponzen hebben geen skelet, maar hebben dikke vezels die voor stevigheid zorgen.
Het zijn zeedieren die vaak op de bodem leven.  

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neteldieren
Alle kwallen vallen hieronder.
Zijn veelzijdig symmetrisch en hebben vaak geen skelet. Het water bied hen stevigheid. Ze vangen ook hun prooi met behulp van water en tentakels. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Wormen

Tweezijdig symmetrisch


Geen skelet


Lichaam lang en dun

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekdieren
Alle slakken vallen onder weekdieren.
Tweezijdig symmetrisch.
Hebben vaak een exoskelet (in de vorm van een huisje)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stekelhuidigen
Zeesterren, zee-egels en zeekomkommers. 
Veelzijdig symmetrisch.
Inwendig skelet van kalk.
Op de huid zitten vaak stekels (vandaar de naam) als bescherming. 
Leven ook op de bodem van de zee. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geleedpotigen
Alle krabben, insecten, garnalen, spinnen en duizendpoten vallen hieronder.
Het lichaam bestaat uit kleine delen (leden). 
Tweezijdig symmetrisch.
Uitwendige-skelet als bescherming. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewervelden
Veel verschillende dieren. 
Alle dieren in deze groep hebben een wervelkolom.
Tweezijdig symmetrisch.
Hebben allemaal een inwendig skelet. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ordening in het DIERENRIJK

GEWERVELDEN: een wervelkolom, een schedel en ribben)

                  - Vijf groepen (Klassen):

                          1. VISSEN

                          2. AMFIBIËN

                          3. REPTIELEN

                          4. VOGELS

                          5. ZOOGDIEREN

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewervelden ordenen
Gewervelden ordenen
Ademhaling door kieuwen
Eieren zonder schaal
Koudbloedig
Huid bedekt met schubben


Ademhaling:
Larven door kieuwen en huid
Volwassen longen en huid
Eieren zonder schaal
Koudbloedig
Huid bedekt met slijm
Ademhaling door longen
Eieren met leerachtige schaal
Koudbloedig
Huid bedekt met schubben


Ademhaling door longen
Eieren met kalkschaal
Warmbloedig
Huid bedekt met veren


Ademhaling door longen
Levendbarend 
Warmbloedig
Huid bedekt met haren


Dieren met een beenskelet en een wervelkolom behoren tot de gewervelden.
De gewervelde dieren worden weer verdeeld in vijf klassen.
De vissen, de amfibieën, de reptielen, de vogels en de zoogdieren
We kijken daarvoor naar de volgende kenmerken:
  1. De huidbedekking
  2. De lichaamstemperatuur
  3. De manier van ademhalen
  4. De manier van voortplanten

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies