H1.2 Iran - Les 4: Inzoomen op Teheran

IRAN





H1.2: Inzoomen op Teheran

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

IRAN





H1.2: Inzoomen op Teheran

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling van belangrijke onderdelen van de vorige les
  • Huiswerk nakijken
  • Afronding van de eerste paragraaf van H1:
                                   Kennismaking met Iran

Starten met 1.2. Inzoomen op Thereran

Slide 2 - Tekstslide

Regels tijdens de les
  1. Er is maximaal één iemand aan het woord
  2. Je luistert naar elkaar en laat elkaar uitpraten
  3. Je hebt voor de tweede bel je boeken voor je neus en zit op je plek
  4. Je telefoon zit in je tas

Slide 3 - Tekstslide

CHECK HUISWERK
1.1. maken 5, 6, 7, 8, 9.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoe reken je met de schaal?
"Met de schaal reken je uit wat afstanden in het echt zijn."

  • Voorbeeld: Schaal is 1 : 100 000.
  • 1 cm op de kaart is 100.000 cm in het echt.
  • De schaal druk je altijd uit in kilometers.

Slide 7 - Tekstslide

Berekenen KM --> "Handje eraf"

Slide 8 - Tekstslide



Maak opdracht 8 in je werkboek

Slide 9 - Tekstslide

IRAN





H1.2: Inzoomen op Teheran

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Wat is je opgevallen? Wat vond je bijzonder of interessant?
Zou je Iran / Teheran willen bezoeken? Waarom (niet)?

Slide 12 - Open vraag

IRAN





H1.2: Inzoomen op Teheran

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag
  1. Je kunt 6 verschillen benoemen tussen wijken in het noorden en zuiden van Teheran.
  2. Je kunt 5 schaalniveaus benoemen.
  3. Je kunt benoemen welk schaalniveau bij een kaart hoort.

Slide 14 - Tekstslide

We gaan even rondlopen door Teheran....

Slide 15 - Tekstslide

Open pagina 10/11 in je lesboek.

Je kunt 6 verschillen benoemen tussen wijken in het noorden en zuiden van Teheran.

Slide 16 - Tekstslide

Lesdoel 3 & 4
Je kunt 5 schaalniveaus benoemen.
Je kunt benoemen welk schaalniveau bij een kaart hoort.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Schaalniveaus
"De schaal waarop je naar de wereld kijkt: lokaal, regionaal, nationaal, continentaal of mondiaal."

<< Neem over in je schrift

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Je leest de tekst op pagina 10/11 in je lesboek.
  • Je maakt de opdrachten 2abc, 6 in je werkboek.
Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je werkt alleen en in stilte.
  • Wanneer je een vraag hebt steek je je vinger op.
  • Je leest eerst goed de vraag en tekst voor je een vraag stelt.

Je hebt tot het einde van de les, de rest is huiswerk!

Slide 24 - Tekstslide