P3: Australië in de atlas

Absoluut en relatief
absoluut
Relatief
Wanneer je een afstand meet op de kaart in een rechte lijn noem je dit de absolute afstand
Je kan natuurlijk niet altijd in een rechte lijn ergens heenrijden.
Wanneer je een afstand meet in reistijd of kosten noem je dit de relatieve afstand. 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Absoluut en relatief
absoluut
Relatief
Wanneer je een afstand meet op de kaart in een rechte lijn noem je dit de absolute afstand
Je kan natuurlijk niet altijd in een rechte lijn ergens heenrijden.
Wanneer je een afstand meet in reistijd of kosten noem je dit de relatieve afstand. 

Slide 1 - Tekstslide

3. Australië in de Atlas. 
- Welke soorten kaarten zijn er?

- Hoe werk je met een Atlas?


30 minuten rooster

Slide 2 - Tekstslide

Overzichtskaarten
Thematsiche kaarten
Overzicht van een gebied. 

Waar liggen dingen zoals landen, steden, wegen, meren en bergen. 
Gaat over een bepaald onderwerp/thema. 

Klimaat, talen, bevolkingsdichtheid. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Dichtbevolkt- De grote steden zijn dichtbevolkt. Hoe dichter bij het centrum hoe meer mensen er per km2 wonen. 
Dunbevolkt-  Gebieden buiten de grote steden in het binnenland wonen weinig mensen. De outback

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling : 

Slide 6 - Tekstslide

Schaalniveau:
A
Mondiaal
B
continentaal
C
regionaal
D
lokaal

Slide 7 - Quizvraag

Schaalniveau?
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Mondiaal
D
Continentaal

Slide 8 - Quizvraag

De kaart op de achtergrond is een?
A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart

Slide 9 - Quizvraag

Dit is een
A
overzichtskaart
B
thematische kaart

Slide 10 - Quizvraag

thematische kaart
overzichtskaart

Slide 11 - Sleepvraag


A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart

Slide 12 - Quizvraag

Hoe bereken ik de bevolkingsdichtheid?
A
Oppervlakte land : aantal inwoners
B
Aantal inwoners : aantal steden
C
Aantal inwoners : oppervlakte land
D
Oppervlakte land : aantal steden

Slide 13 - Quizvraag

De schaal is 1: 200.000
dit betekent:
A
1 km op de kaart betekent 200.000 cm in werkelijkheid
B
1 cm in het echt betekent 200.000 cm op de kaart
C
1 cm op de kaart betekent 200.000 km in werkelijkheid
D
1 cm op de kaart is 200.000 cm in werkelijkheid

Slide 14 - Quizvraag

1cm : 200.000 cm.
Hoeveel kilometer is 1 cm op de kaart in de werkelijkheid?
A
200.000 km
B
2 km
C
200 km
D
2000 km

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag met 1.3!
Lezen en maken in je werkboek: opdracht 1 tm 4 
blz. 12 & 13. in je werkboek

Slide 16 - Tekstslide

3. Australië in de Atlas. 
- Herhaling Welke soorten kaarten zijn er?

Slide 17 - Tekstslide

Overzichtskaarten
Thematsiche kaarten
Overzicht van een gebied. 

Waar liggen dingen zoals landen, steden, wegen, meren en bergen. 
Gaat over een bepaald onderwerp/thema. 

Klimaat, talen, bevolkingsdichtheid. 

Slide 18 - Tekstslide

Thematische kaarten
Thematische kaart: een kaart met een bepaald onderwerp.

Slide 19 - Tekstslide

Thematische kaart
Een thematische kaart gaat over één onderwerp.

Slide 20 - Tekstslide

Overzichtskaart


Waarom?

We zien grenzen
Landnamen
Hoofdsteden

Slide 21 - Tekstslide

Overzichtskaart

Waarom?

We zien het landschap
Gebergten
Rivieren

Slide 22 - Tekstslide

Werken met een atlas

Slide 23 - Tekstslide

Je kan gaan bladeren, maar gelukkig zijn er hulpmiddelen

Slide 24 - Tekstslide

Opbouw van de atlas
Eigen omgeving
Nederland
Europa
Hele wereld
Werelddelen

Slide 25 - Tekstslide

Hulpmiddelen in de atlas
Bladwijzer
Registers
Algemene inhoud
Legenda
Kaarten zoeken
Kaarten begrijpen
Lijst met afkortingen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Blz.292
Blz.324
blz 300
Blz. 267

Slide 28 - Tekstslide

Legenda 
In de algemene legenda voor in de atlas staan alle symbolen uitgelegd. 

Dit kan helpen wanneer je de legenda op een kaart te onduidelijk vind. 

Slide 29 - Tekstslide

Oefenen
Gebruik en topografisch register in de atlas.
Arequipa: 

Kaartblad:
Kaartvak:
Land:

Slide 30 - Tekstslide

Lezen :

Paragraaf 1.3 
Maken

Lezen en maken in je werkboek: opdracht 5,6,7,8 
blz. 12 & 13.




timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide