unit 6 oefentoets

unit 6 oefentoets
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

unit 6 oefentoets

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

some / any

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

some
any
any
any
any
any
some
some
some
some

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. There weren't some / any children in the hospital.
2. We did some / any hard exercises during the workout.
3. Is there something / anything I can do to help you?
4: He lives somewhere / anywhere in Scotland.
5: I tried to find you a magazine, but they didn't sell some / any titles you like.
6: Can I buy some / any painkillers, please?
7: I only like some / any of the instructors of the gym.
4
2
1
6
5
7
3

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

can / can't

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I _____ come tonight, I have to work!
A
can
B
can't

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

He _____ join us, he is free from school today.
A
can
B
can't

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My parents _____ help me, they have time
A
can
B
can't

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Why ____ I join you?
A
Can
B
Can't

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

_____ you help me, please?
A
Can
B
Can't

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

present simple

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present simple is:
Wat is de present simple?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordig tijd
C
Toekomst

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
welke zin is present simple?
A
I am walking to school.
B
They walked to school.
C
We have walked to school.
D
He always walks to school.

Slide 13 - Quizvraag

Present simple:
Rule Example
 Je gebruikt de tegenwoordige tijd (present simple)
als je het over het volgende hebt:
• feiten Water boils at 100 degrees.
• gewoontes I usually get up at 6.30.
• toekomst als je een rooster/tijdschema/programma hebt ;The train leaves at 7.30.
• levendig beschrijving/dramatisch effect;
In 1099 William conquers England
Altijd hele werkwoord behalve SHIT: +S
I walk -> He walks

Present Simple:
Kies een voorbeeld van de present simple.
A
He travels to work four times a week.
B
He travelled to work four times a week.
C
He is travelling to work.
D
He has travelled to work.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
welke zin is present simple?
A
Lucy lives in London.
B
Lucy lived in London.
C
Lucy is living in London.
D
Lucy has lived in London.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

will / won't / shall

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- It _____ today (rain)
A
won't rain
B
will rain
C
shall rain
D
will raining

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

? _____ I _____ some flowers for her? (buy)
A
will buy
B
will buying
C
shall buy
D
won't buy

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

She ___________ turn sixteen next June.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

He ___________ tell you what to do.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

___________ I help you with your homework?
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
Will
Shall

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

I don't know, ___________ we tell her the truth?
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Marie ___________ text us when we can visit.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


    The weather ________ be sunny and dry tomorrow.

    Marc ________ join us for dinner, he's not hungry.

   _______ we meet at eight on Friday?

     Maybe they _______ give you your money back if you ask nicely.
will
won't
shall
will

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

+ She _____ piano (play)

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

_____they order pizza?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Woorden unit 6
vertaal de woorden

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

misdaad

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

buurman

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

herinneren

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

kans

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

verliezen

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

nuttig

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

vreemd

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

beschrijving

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

mand

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

vergeten

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

overstuur

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

verschrikkelijk

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ongewoon

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

tegenover

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

beroven

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

minder

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

nieuwsgierig

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The end!

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies